50PLUS over de gaswinning in Groningen

Eerder deze week behandelde de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Beëindiging Gaswinning Groningenveld. Onderstaand vindt u de bijdrage in het debat en de motie die namens 50PLUS door sneator van Rooijen werd ingediend.

Bijdrage Martin van Rooijen (50PLUS)

Wetsvoorstel Beeindiging Gaswinning Groningenveld 36.441 

Voorzitter, alvorens ik naar de inhoud toe ga, wil ik eerst iets kwijt over de reactie van de staatssecretaris op de behoefte van dit Huis om de argumenten voor of tegen het sluiten van de gaswinning in Groningen toch nog eens goed te wegen.

Het klonk als: “Waar haalt de Eerste Kamer het lef vandaan om het met mij oneens te zijn? Nog één keer zo’n brutaliteit en dan kom ik niet meer. Dan treed ik af en ga ik in de Tweede Kamer zitten”. Voorzitter, naar ik begreep is er een intern D66 onderzoek waaruit blijkt dat de politici van die partij zich ‘betweterig’ opstellen. De reactie van deze D66 staatssecretaris was niet alleen betweterig, maar zelfs arrogant. Richting minachting voor het parlement!

Ik was echt onthutst toen ik dit hoorde. Allereerst, het kabinet is demissionair. U ook. Bij een demissionaire status past bescheidenheid. U kunt ons dus niet onder druk zetten door met weggaan te dreigen. Dan zeggen wij: “Nou, als u het niet meer leuk vindt, ga uw gang! De helft van uw ploeg zwerft al elders, wij hopen dat de laatste het licht uitdoet”. 

Maar misschien bedoelde u met uw boosheid om naar Groningen uit te stralen dat u voor de mensen daar ècht door het vuur gaat. Natuurlijk werkt u met engagement. Dat doen wij hier trouwens allemaal. En Groningen gaat ons ook aan het hart. Maar, zoals de staatssecretaris weet, deze chambre de réflection, dit Huis van “toch nog eens goed nadenken”, heeft als extra taak om, heel nuchter, elke vraag te stellen die gesteld moet worden. 

Dat is soms best wel eens lastig, maar het is een noodzakelijk element van de zorgvuldige weging van het regeringsbeleid door de Staten-Generaal. Wij gaan hier niet voor de populariteitsprijs, maar voor het belang van onze totale samenleving en we wegen het Europees belang er ook nog graag bij.

Al die belangen, voorzitter, zijn nooit in steen gebeiteld. Omstandigheden veranderen en belangen verschuiven. Mijn fractie constateert dat Nederland op meerdere terreinen actief is in een actueel conflict op Europese bodem, tegen de expansieve bewegingen van de Russische Federatie. Er wordt steeds meer gesproken, ook door de regering, in termen van “Poetin moet verslagen worden” en “Ukraïne moet winnen”. 

Ook mijn fractie wil in deze termen spreken om het gevaar van Russische expansie met gepaste kracht en eensgezindheid tegemoet te treden. Er bekruipt mij echter een unheimisch gevoel, omdat wij met het volledig en definitief sluiten van ons grootste gasveld, opzettelijk een nieuwe kwetsbaarheid laten ontstaan. Ik kan niet kijken in het hoofd van de Russische president, maar ik kan zeker niet uitsluiten dat een verdere afname van de Europese energie flexibiliteit, als gevolg van het sluiten van het Groninger gasveld, strategisch bij wijze van spreken van grotere waarde is (voor Rusland) dan het leveren van F16’s aan Ukraine. Hoe ziet het kabinet dat? 

Ga er maar van uit dat Poetin deze wet met applaus begroet. Alles wat de kwetsbaarheid van de Europese Unie vergroot, zonder dat hij zelf een vinger uit hoeft te steken, kan in Moskou op enthousiasme rekenen. Realiseert het kabinet zich dit? Hoe leggen wij dit uit aan onze Europese partners? Hoe communiceren we hierover met Groningen? Wat zegt de staatssecretaris hierover?

Doen wij de Groningers recht door hun te beloven dat hun belang hoe dan ook boven elk ander belang gaat? Mogen zij dit zelfs van ons verwachten? Even voor alle duidelijkheid: het gaat niet om het doorpompen, maar alleen om het grote Groninger gasveld beschikbaar te houden.

Ik luister voorzitter, heel erg goed zelfs, als luitenant-admiraal Rob Bauer stelt, ik citeer: “Van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar en gericht op efficiëntie was, naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren. Een tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten”. Minister Ollongren is het met hem eens dat lidstaten, dus ook Nederland, zich mentaal moeten voorbereiden op een situatie “waarin we veel gaan vragen van de samenleving”. “We moeten alle ketens op orde hebben”, zo zegt minister Ollongren. Dus óók Groningen, zou ik zeggen, voorzitter!

Mijn fractie vindt natuurlijk ook dat de wissel die bijna vanzelfsprekend tientallen jaren eenzijdig is getrokken op de inwoners van Groningen niet te verdedigen is. Het is niet het enige dat bestuurlijk fout is gegaan. Het is heel goed als overheid en politiek veel kritischer in de spiegel kijken. Dat gezegd hebbend mag het ook niet zo zijn dat een gemaakte fout een volgende fout als het ware gaat excuseren.

Als er straks, om wat voor reden ook, schaarste, oorlog, crisis, energietransitie, allemaal dreigingen of uitdagingen die direct te maken hebben met het welzijn van mensen, en die nu om ons heen cirkelen,  als dus straks bij wijze van spreken elk putje moet worden omgedraaid om nog ergens gas te vinden, terwijl wij een grote en winbare voorraad definitief onwinbaar zouden hebben gemaakt, voorzitter, dan stapelen wij toch weer een fout óp een fout!

We botsen sowieso steeds meer op impasses omdat we niet breed genoeg kijken. Neem de energietransitie. Ons enthousiasme liet ons vol inzetten op allerlei initiatieven. Toch vaak zonder nadenken over, soms zelfs hele banale knelpunten. Ons electriciteitsnet kan de benodigde capaciteit nu al niet aan. We moeten terugkomen op toezeggingen aan de voorlopers met het plaatsen van collectoren op hun daken, over het verdienen aan het terugleveren van elektriciteit aan het net. 

Terwijl we elk dier op het land koesteren, komen er voor het opwekken van windenergie, steeds meer gehaktmolens voor vogels. Welke berg afval hebben we straks als de wieken niet recyclebaar blijken? Waterstof is prachtig, maar het opwekken er van kost nog steeds ongeveer evenveel energie als het oplevert. Maar intussen zetten we harde doelstellingen, maken we wetten en sluiten we verdragen, die straks onhaalbaar blijken, maar waarvan nakoming door de milieubeweging via de rechter kan worden afgedwongen. Omdat de rechter niet houdt van strakke regels die achteraf vrijblijvende formuleringen blijken te zijn, en dus lik op stuk geeft. 

We weten nog niet hoe we de electrificatie van het wagenpark kunnen faciliteren met voldoende netcapaciteit en voldoende laadpunten. Om ecologische redenen remmen we bouwactiviteiten, maar we komen enorme aantallen huizen te kort en de koophuizenmarkt kookt over. 

Met onze ecologische haast dreigen wij ondernemingen plus werkgelegenheid het land uit te jagen, zonder dat de aarde er mee opschiet. Want die bedrijven zoeken plaatsen op onze wereldbol waar de eisen minder stringent zijn. Het gaat ten koste van onze economische kracht, maar waar zit dan de ecologische winst?

Voorzitter, wat is er toch allemaal mis met het management van onze overheid? Wanneer houden we eens op met te gaan hollen per thema, zonder de samenhang te zien met het totaal? Voorzitter, ik zou heel graag hier de analyse van de staatssecretaris over horen.

Als je begrijpt wat oorlog is of kan betekenen, als je de woorden over een oorlogseconomie serieus neemt, als je je realiseert wat economische ellende betekent voor de loopbaankansen van jongeren, voor het welzijn van zovele gezinnen, voor het harde werken van zovele ondernemers,  dan had de staatssecretaris ook opgelucht kunnen reageren op de vragen van VVD, BBB, SGP en JA21. 

Zij bieden u immers de gelegenheid om onze spreekwoordelijke ‘Groningse divisie’ in het veld te houden op het moment dat alle andere uitrustingen en wapensystemen die onze krijgsmacht recentelijk heeft besteld, nog wel 5 a 10 jaar op zich laten wachten. 

Uiteraard dankt mijn fractie de Staatssecretaris voor zijn uitvoerige beantwoording, ook in de tweede ronde, van de vragen van VVD, BBB, SGP, JA21 alsmede van mijn fractie. Naar aanleiding van deze antwoorden heb ik nog enkele concrete vervolgvragen: 

De fractie van 50PLUS verbaast zich er over dat, waar steeds duidelijker wordt dat aardgas heel hard nodig zal zijn om alle nodige stappen in de energietransitie te kunnen zetten, de staatssecretaris nu zegt dat het Groningse aardgas daar niet voor in aanmerking hoeft te komen, omdat dit laag-calorisch gas is. Wat wij importeren is bijna allemaal hoog-calorisch gas. 

Maar, voorzitter, waarom wordt er juist uitgerekend in Groningen momenteel een stikstoffabriek gebouwd? Die stikstof gaat toch straks worden gebruikt om dat hoog-calorische importgas laag-calorisch te maken? Omdat dáár de meeste gasinstallaties in Europa op zijn afgesteld? Als dat zo is. dan vervalt toch het argument van de staatssecretaris? Sterker nog, dan moeten wij vaststellen dat ons aardgas juist het meest geschikte is om de energietransitie te faciliteren. 

Voorzitter, zoals u weet heb ik nog deel uitgemaakt van de regeringsploeg van Den Uyl. Ook toen waren er veel dilemma’s. Het hoort bij de politiek, waar altijd belangen botsen. Aan de orde was de afsluiting van de Oosterschelde als een van de hoekstenen van de Deltawerken. 

De Watersnoodramp in 1953 had ons weer eens de harde les geleerd van de noodzaak je steeds goed bewust te zijn van de gevaren die je bedreigen en steeds klaar te zijn om die het hoofd te bieden. Wezenlijk onderdeel van toekomstige veiligheid voor Zeeland was de afsluiting van de Oosterschelde. 

De voorloper van GroenLinks, de PPR, maakte er een zwaar punt van dat de Oosterschelde om ecologische redenen open zou moeten blijven. De PPR wilde in 1976 zelfs het kabinet uit als dat niet het geval zou zijn.

Open of dicht, het sluit elkaar uit. In Delft zijn ze soms slimmer dan in Den Haag en er kwam een briljante oplossing, waarbij open en dicht bediend werden. Een dam die je bij zware storm en hoog water zou kunnen afsluiten. Van heel de wereld zijn zij al bij die slimme dam wezen kijken!

Open of dicht. Het hoeft elkaar niet uit te sluiten. En sinds 1953 zijn we echt niet minder slim geworden. Er moet een oplossing mogelijk zijn om de winning van het gas daar nu te stoppen, maar in geval van nood toch weer bij het gas te kunnen.

Voorzitter, in Zeeland kon het en iedereen is daar nu zeer tevreden over. In Groningen moet een dergelijke dubbele oplossing ook mogelijk zijn. Hoe ziet u dat?

Dan nog iets anders. De NRC gaf ons het afgelopen weekend een soort van update over de onderhandelingen met Shell en Exxon over de afwikkeling van Groningen. Ik begrijp dat de mensen van Financiën weer eens realistischer waren dan andere departementen, waardoor er ook de nodige wrijving was. 

Kan de staatssecretaris ingaan op dat NRC verhaal? Heeft ambtelijk Den Haag te lang een roze bril gedragen? Heeft de overheid in het ene dossier, de schade van Groningen, gedacht zich ruimhartig te kunnen opstellen, omdat het andere dossier, de schadeverdeling met de NAM, toch wel goed zou aflopen?

Zijn ook hier weer coördinatiegaten gevallen, waardoor de linkerhand niet wist wat de rechterhand ging doen? Is daarop ook de vastberadenheid naar de Groningers gebaseerd? 

Wordt Groningen net zoiets als de Toeslagen kwestie? Eerst niet, dan wel, dan alle remmen los, dan daar weer spijt. En geen idee hoe hoog de rekening uiteindelijk wordt? 

Voorzitter. Ik voel de vastberadenheid van het kabinet ten aanzien van dit, reeds door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel om de gaswinning in Groningen definitief te beëindigen. In mijn bijdrage heb ik aandacht gevraagd voor diverse omstandigheden die deze vastberadenheid minder vanzelfsprekend zouden moeten maken. 

Rutte IV loop het risico de gechiedenis in te gaan als een ploeg die geleidelijk in verval ging. Er zijn nog nooit zoveel bewindslieden tussentijds verdwenen. Je hebt net de naam van een minister geleerd, of er zit al weer een ander. Zelfs de premier is al bezig met solliciteren! Het economische en ecologisch beleid ging van enthousiaste voornemens naar rafelige uitkomsten. Beleidsuitvoering liep tegen zijn grenzen aan. Het kabinet is moe. Misschien wel doodop. Dat is een sombere conclusie, gegeven de talloze problemen waar we nu mee worstelen. De stemming over Groningen mag dus nooit een zijn van wat zuchten en dan zijn we daar ook gelukkig van af. Nee, voorzitter. Onze tijd is zó onrustig, er gebeuren zóveel dingen, en alles heeft zo met alles te maken, we hebben een regering nodig die uitstraalt de zaken in de hand te hebben en dat elke dag opnieuw waarmaakt. Met een brede blik, voor àlle aspecten en met fonkelende ogen! Kunt u ons zulk engagement laten zien, geachte heer staatssecretaris?

Omdat de uitslag van de stemming al vast lijkt te staan heeft mijn fractie  in eerste termijn  de volgende motie 

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

  • overwegende dat er belangrijke toezeggingen zijn gedaan aan Groningen, waarbij onder meer de definitieve sluiting van de putten om aardgas te winnen aan de orde is;
  • overwegende dat  internationale spanningen, onder meer in Ukraïne en in het Nabije Oosten, het afsluiten van energiereserves zich niet verstaan met relevante strategische belangen van Nederland en van zijn bondgenoten;
  • overwegende dat aardgasreserves tevens van onmisbaar belang kunnen zijn voor een voorspoedige energietransitie;

verzoekt de Regering de sluiting van aardgasputten in Groningen nog niet onomkeerbaar te maken en alles in het werk te stellen om een slimme open/dicht oplossing na te streven, die zowel het belang van de Groningers dient, als de grensoverschrijdende strategische en ecologische belangen van Nederland en van zijn bondgenoten.

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Van Rooijen. 

 

Mijn fractie wacht de antwoorden van de staatssecretaris met belangstelling af