Minister moet criminele organisatie kunnen verbieden

VeiligheidHet is bittere noodzaak om organisaties te kunnen verbieden die een cultuur van wetteloosheid creëren, vindt 50PLUS.

50PLUS steunt het voorstel om criminele motorbendes sneller te kunnen verbieden. “Het is noodzaak om motorclubs die een cultuur van wetteloosheid creëren snel aan te pakken”, stelde Henk Krol in debat met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. 50PLUS stelt dat ondermijning aan de orde van de dag is. Een bestuurlijk verbod dat een onmiddellijke ingang heeft, is volgens Henk Krol ‘een vergaand maar noodzakelijk middel’. Wat 50PLUS betreft zouden burgemeesters ook die bevoegdheid moeten krijgen.

 

Hieronder de volledige inbreng van Kamerlid Henk Krol bij het debat over de Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisatie met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid:

“De fractie van 50PLUS complimenteert de initiatiefnemers (de Kamerleden Kuiken, Van Toorenburg, Van Wijngaarden, Van der Graaf en Van der Staaij) met het voorliggende wetsvoorstel. Wij steunen het wetsvoorstel van harte. Het is een belangrijke zaak om organisaties te verbieden die een cultuur van wetteloosheid creëren. Ondermijning is helaas aan de orde van de dag en vraagt om vergaande maatregelen. Een bestuurlijk verbod dat een onmiddellijke ingang heeft, is daarom een passend en noodzakelijk middel. Het gaat in het bijzonder om de zogenaamde Outlaw Motor Gangs, en zeker niet om gewone, heel gezellige motorclubs.

Mijn fractie is mede overtuigd door de reactie van de regioburgemeesters op het voorstel. Zij stellen dat dit wetsvoorstel een noodzakelijke stap is om tot een effectievere aanpak te komen van dergelijke organisaties.

Met deze wet wordt via een bestuurlijk verbod het grondrecht ‘recht tot vereniging’ beperkt. Dat kan volgens de Grondwet bij wet geregeld worden in het belang van de openbare orde (artikel 8 GW). De Raad van State stelt echter dat het voor Nederland een unicum is om de vrijheid van vereniging bestuurlijk te kunnen laten verbieden. Dat vraagt volgens de Raad van State om een fundamentele overweging. De fractie van 50PLUS stelt daar tegenover dat het grondwettelijk recht op vrijheid van vereniging nooit en te nimmer bedoeld is voor organisaties waarvan het overgrote deel van de activiteiten bestaat uit het plegen van misdrijven. Uiteraard moet er wel bewezen zijn dat het inderdaad om een criminele organisatie gaat.

De VNG vraagt in haar reactie of een strafrechtelijk verbod wenselijk is op het tonen of in bezit hebben van voorwerpen of materialen die verwijzen naar een verboden Outlaw Motor Gang. Een motorjack met een afbeelding op de rug kan als statussymbool werken. Als voorbeeld noemt de VNG het Duitse verbod op bepaalde lettercombinaties op nummerborden die verwijzen naar het Nationaal Socialisme. Mijn fractie vindt het voorstel van de VNG interessant en hoewel het enigszins buiten de reikwijdte van dit initiatiefvoorstel valt, toch graag een reactie van de minister.

De regioburgemeesters stellen een tweetrapsraket voor. Niet alleen de minister zou een verbod op moeten kunnen leggen, maar ook een burgemeester. Zij zouden de bevoegdheid moeten krijgen om voor de gemeente een bestuurlijk verbod op te leggen voor een rechtspersoon, de minister is aan zet om een landelijk bestuurlijk verbod op te leggen.
De fractie van 50PLUS denkt dat dit inderdaad een meerwaarde zou kunnen hebben. Zijn er voorbeelden van min of meer lokaal opererende OMG’s? Graag een reactie op dit voorstel.

Verder stellen de regioburgemeesters dat ook een verbod op ‘supportersgroepen’ van Outlaw Motor Gangs wenselijk is. Dergelijke groepen fungeren als een soort knokploeg en zouden de dans ontspringen.
Juist het feit dat ook in dit voorstel de rechter altijd het laatste woord zal hebben, neemt bij ons alle twijfel weg. En voor die gevallen die ook in de toekomst voor de rechter zullen komen sluit ik me aan bij enkele collega’s: kan de doorloopperiode bij de rechtbank voor deze zaken worden versneld?”

© 16 januari 2020