‘Het gaat om mensen aan het werk houden’

Bedrijven moeten op ongekend grote schaal gesteund worden, maar het gaat uiteindelijk om de mensen die aan het werk moeten blijven en die niet ook nog eens zwaar in de portemonnee worden geraakt. Alle maatregelen even simpel weg versoepelen en een 60-min- of zelfs een 50-min-economie opstarten is een beleid dat blind is voor alle andere gevolgen, zoals de grote gezondheidsschade die dit aan de hele samenleving toebrengt.  

Gerrit Jan van Otterloo in de Tweede KamerIn de Tweede Kamer werd de tweede en derde suppletoire begroting inzake enkele steunmaatregelen op het gebied van EZK besproken. “Maar sinds deze werden ingediend is de wereld er al weer heel anders uit komen te zien”, zei Kamerlid Gerrit Jan van Otterloo (foto). “Kan de regering vast een doorkijkje geven: wat wijzigt er, hoe ziet het eruit en wat is er geleerd van de vorige ronde? Hoe verloopt de uitvoering, zowel uitvoeringstechnisch als inhoudelijk? Denk daarbij aan het mogelijk terugbetalen van steun omdat er in januari een dertiende maand wordt uitbetaald en dat abusievelijk in de berekeningen wordt meegenomen. Wat is de rol van banken bij de leningen?”

Economie weer gezond maken
50PLUS vindt het belangrijk waar mogelijk de bedrijvigheid in stand te houden, ten gunste van ons aller economie. Een mogelijkheid daarbij is het, eventueel tijdelijk, verlagen van de AOW naar 65 jaar, om zo ruimte te creëren. “Maar hoe dan ook, er moet ingezet worden op een samenleving, een economie, die weer gezond is gemaakt”, aldus Gerrit Jan van Otterloo. •

De volledige inbreng van Kamerlid Gerrit Jan van Otterloo bij het wetgevingsoverleg Tweede en derde suppletoire begroting noodregelingen EZK met minister Wiebes en staatssecretaris Keijzer:

“Het lijkt al weer heel lang geleden alsof het de vorige eeuw betreft maar begin februari nog spraken we over de economische groeibrief van het kabinet. We hadden het over een Leven lang leren, duurzame inzetbaarheid en de dubbele bodems bij de betekenis van het grote aantal ZZP’ers voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Slechts 6 weken later stond de wereld op zijn kop en hebben we het over heel andere zaken.

Sinds de tweede suppletoire begroting, ter dekking van de betreffende batch noodregelingen, bij de Kamer ligt, is de situatie er ook al weer heel anders uit komen te zien. We bespreken daarom vandaag ook de derde aanvulling, sterker nog: het vervolgpakket schijnt alweer klaar te liggen, volgens de berichten. En het lijkt hard nodig ook!

Als eerste vindt 50PLUS het van groot belang om zoveel mogelijk bedrijvigheid in stand te houden. Vanwege het menselijk aspect; het heeft immers veel impact als je je baan verliest, met alle gevolgen van dien, door iets wat volledig buiten je schuld ligt. Maar ook vanwege de enorme maatschappelijke kosten die het stilvallen van bedrijvigheid met zich meebrengt. Op korte, middellange én lange termijn. Hoe groot die schade werkelijk is, zullen we pas over langere tijd weten. Achteraf, wanneer dat ook moge zijn. Juist daarom is het zaak de schade nu in elk geval te beperken. Of in elk geval een poging daartoe te doen. Ook in de wetenschap dat geld niet echt schaars is en er vooral verschil van mening is over de vraag hoe je het financiert.

Kunnen de bewindslieden daar al meer contouren van geven van de noodzakelijke velenging van de steunmaatregelen? De minister van SZW heeft al duidelijk gemaakt dat wat hem betreft het ontslagverbod geschrapt wordt. Op dat pijnlijke punt kom ik later nog terug. Naast geen bonussen of dividend mogen uitkeren wil ik ook graag weten of er ook nog andere voorwaarden komen? Op welke manier, en met welke reden?

De laatste tijd zijn er veel berichten geweest van met name kleine bedrijven, die een probleem hadden om steun te krijgen bij hun banken. Wat dat betreft juichen we het Klein Krediet Corona uit de derde suppletoire begroting zeker toe. Maar gaat het hiermee beter? Banken hebben onder meer aangegeven zich te zullen houden aan de Gedragscode Kleinzakelijke kredietverlening. Biedt dit voldoende garantie dat juist deze groep, met vaak minder vet op de botten, minder snel buiten de boot zal vallen?

Überhaupt maken wij ons nog steeds zorgen over de rol van banken. Welke voorwaarden hanteren zij? Hoe snel zijn zij? Hoe eenduidig zijn zij? Worden grote bedrijven niet beter bedient dan kleinere ondernemingen? Bij de garantieregelingen en leningen staat de overheid voor een zeer groot deel garant, maar de vraag rijst voor sommigen waar je het restant vandaan moet halen, als je nu nog niet voldoende zekerheid kan geven dat je het zal redden met je bedrijf. Ook daarom is de vraag of het credo ‘geld lenen kost geld’ in deze situatie maar even tijdelijk buiten werking moet worden gesteld, zeker een bespiegeling van de minister waard zou moeten zijn.

Inmiddels heeft het er ook alle schijn van dat een groot aantal ondernemingen dat een lening heeft afgesloten of subsidie heeft gekregen een deel van de noodsteun moet terugbetalen. Dit omdat een en ander is gebaseerd op januari, een maand waarin veel bedrijven de dertiende maand uitbetalen. Daar ging het mis in de berekeningen. In sommige gevallen betekent dat mogelijk dat ondernemingen het gehele bedrag zouden moeten terugbetalen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Het zou voor de noodsteun toch niet uit moeten maken in welke maand de dertiende maand is uitbetaald. Wat kan hieraan gedaan worden? Alle begrip voor het feit dat niet alles vlekkeloos verloopt, het hele pakket is immers noodgedwongen met stoom en kokend water opgetuigd. Er was gewoon geen tijd om alles perfect af te dichten. Maar nu in het proces fouten aan het licht komen, is het zaak die correct op te vangen. Om vervolgens daaruit lessen te trekken voor de volgende ronde! Op welke manier gebeurt dat?

Daarnaast rijst natuurlijk de vraag: is het genoeg allemaal? We lazen in de antwoorden op de schriftelijke vragen dat het geraamde bedrag voor wat betreft de TOGS gebaseerd is op het aantal KvK-inschrijvingen, met daarbij een raming van het percentage ondernemingen dat aanspraak zou kunnen maken. Circa 411.000 ondernemingen zouden hiermee geholpen zijn. Hoeveel van deze tegemoetkomingen zijn er inmiddels verstrekt? Hoe verloopt de uitvoering? Is er voldoende capaciteit, zijn er voldoende mensen en middelen, verloopt het proces goed? En is de kostenraming juist gebleken? Wat gebeurt er om te stroomlijnen en bij te sturen? Graag een toelichting, ook voor wat betreft de GO-C en de verruiming van de BMKB.

We mogen blij zijn dat Nederland het de afgelopen jaren zo goed heeft gedaan, zodat er voldoende reserves zijn opgebouwd om de eerste nood te lenigen. Maar we moeten ons er van bewust zijn dat dit wellicht langer nodig zal zijn dan comfortabel is. In het belang van ons aller economie. Zoveel mogelijk moet voorkomen worden dat mensen buiten de boot vallen. AOW-gerechtigden met hun eigen onderneming (denk aan de TOZO!), die onder het bestaansminimum komen. Studenten met hun bijbaantjes. Seizoenarbeiders. Schade beperken, dat is het devies. Niet beknibbelen op de korte termijn, zodat we daar op lange termijn met zijn allen de vruchten van te plukken. Een soort prisoner’s dilemma, net als deze hele intelligente lockdown eigenlijk.

Ik maak me nog steeds zorgen over ondernemers die hetzij net uit de startblokken waren, hetzij net een onderneming hadden overgenomen, toen de crisis begon. Ik heb een poosje geleden een mailwisseling gehad met een ondernemer die net een goedlopend evenementenbedrijf had overgenomen. Dat viel natuurlijk helemaal stil, en de regelingen waren verre van toereikend. Ook zijn er ondernemingen die net niet op de peildatum 1 januari geregistreerd waren. En daar sta je dan. Hoe soepel zijn we met deze randgevallen?

Op het gevaar af dat deze bewindslieden mij doorverwijzen naar hun collega’s van SZW, wil ik toch in dit wetgevingsoverleg niet die departementale oogkleppen op houden.

Zoek naar oplossingen voor de gehele maatschappij is het devies van 50PLUS en niet alleen gericht op de bedrijven, maar juist ook op de mensen. Daarom ook het voorstel van 50PLUS om juist nu in deze uitzonderlijke tijden met groot gevaar van dreigende werkloosheid de AOW-leeftijd, desnoods tijdelijk, terug te brengen naar 65 jaar. Dat geeft ruimte, ook op de middellange termijn. Ruimte op de arbeidsmarkt, en dat is op dit moment natuurlijk hard nodig. Het is nu niet de tijd om te bezuinigen maar om te investeren. De groeibrief zal wat ons betreft zeker deels herschreven moeten worden om op veel meer terreinen dan de beperkte inzet van het kabinet tot nu toe te komen tot een weer gezonde samenleving.

Hopelijk kunnen we daar in gezamenlijkheid aan werken. Maar die gezamenlijkheid moet van twee kanten komen. Want we kunnen wel bedrijven willen redden maar uiteindelijk gaat het om de mensen die van alle maatregelen moeten profiteren. En dan helpen al die misplaatste pleidooien voor een 60min economie niet. Kijk je naar de cijfers van het UWV over de ontslagen in het eerste kwartaal dan moeten we misschien zelfs spreken over een 50min economie omdat de Wet Arbeidsmarkt in Balans eigenlijk betekent Wet Arbeidsmarkt in Beweging en die beweging resulteert in zijn eerste kwartaal vooral in “meer 50-plussers op weg naar de uitgang!” Dat was al zonder corona en hoe gaat dat dan wel niet worden als het verbod op ontslagen wordt opgeheven? Graag een reactie van de minister die verder gaat dan een verwijzing naar de bewindslieden van SZW.

Wanneer 50-minners weer ouderwets hun gang zouden willen gaan en de anderhalve meter economie aan hun laars lappen dan komt geheid de volgende golf van besmettingen van Corona er weer aan! Zeker als daarbij betoogd wordt dat het voor velen toch maar een griepje zal zijn. Met een nieuwe golf van besmettingen komen weer de overvolle IC’s en meer mensen die na een langverblijf op de IC een vorm van arbeidsongeschiktheid over houden.

Maar ook een weer vastlopende gezondheidszorg met ook weer meer mensen die zorg mijden. Nu zijn er al berekeningen dat alleen al dit jaar door de uitblijvende cardiologie al 100.000 levensjaren extra verloren gaan.

Naast verloren levensjaren is er ook nog eens sprake van meer arbeidsongeschiktheid als gevolg het uitstellen van urgente cardiologische zorg. De coronacrisis is voor hartpatiënten een sluipmoordenaar die maar zeer gedeeltelijk nu al in de cijfers te zien is. Ook voor andere ziektebeelden zijn vergelijkbare gevolgen te verwachten.

Een herstel van de economie heeft een gezonde beroepsbevolking nodig en solidariteit op basis van wederkerigheid tussen generaties. Aan de minister en de staatssecretaris van economische zaken om duidelijk te maken hoe zij hun aandeel daarvoor leveren.”

© 18 mei 2020