Aan de slag in de zorg
“We praten vandaag over misschien wel het moeilijkste vraagstuk in de zorg: hoe trekken we genoeg mensen aan én hoe behouden we de mensen voor de zorg?”, zei Kamerlid Léonie Sazias bij het commissiedebat over Arbeidsmarktbeleid in de zorg met minister Tamara van Ark van Medische Zorg. “In de coronacrisis komt dit probleem weer duidelijk aan het licht.”
Léonie: “Er wordt nu ontzettend veel gedaan om oud-zorgmedewerkers weer in de zorg aan de slag te krijgen. En ook mensen uit bijvoorbeeld de horeca of de entertainmentindustrie die nog geen ervaring hebben. Ik zou me kunnen voorstellen dat sommige mensen zorg veel leuker vinden dan ze ooit hadden gedacht. Daarom vraag ik aan de minister: hoe houden we deze mensen vast? Worden al deze helpers bijvoorbeeld actief geïnformeerd over de mogelijkheden van opleidingen, mochten ze in de zorg willen blijven werken?
In het laatste coronadebat heb ik geopperd om oud-zorgmedewerkers te benaderen via pensioenfondsen met het verzoek om weer in de zorg aan de slag te gaan. In de voortgangsbrief lees ik dat er vóór de corona-uitbraak een pilot is gedaan door 3000 oud-zorgmedewerkers aan te schrijven. Bij succes zouden álle oud-medewerkers worden aangeschreven. Die pilot blijkt succesvol, maar, zo lees ik in de brief, verdere uitrol is niet meer nodig door de vele spontane aanmeldingen van oud-zorgmedewerkers zoals de website ‘Extra handen voor de zorg’. In het debat zei de minister dat zij daarmee aan de slag gaat, dus kan ik ervan uitgaan dat de minister die pilot alsnog verder gaat uitrollen?
En mochten tussen al die aanmeldingen oud-medewerkers zitten die al hun AOW-leeftijd hebben bereikt, worden zij dan wel gewezen op de financiële consequenties die het kan hebben als zij weer aan de slag gaan? Misschien kan de minister in overweging nemen om een regeling in het leven te roepen die oudere oud-zorgmedewerkers compenseert.
In de monitor van het actieprogramma ‘Werken in de zorg’ is in een tabel te zien dat de grootse groep 55-plussers uitstroomt omdat ze met pensioen gaat. Misschien logisch, omdat het werken in de zorg best zwaar kan zijn. Maar nog een flink aantal is inactief of zit in de WW of bijstand. Heeft de minister zicht op de oorzaken van dat deel van de uitstroom?
De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) heeft geconcludeerd dat vooral het inkomen voor verzorgenden onder de maat is door een klein contract en een laag salaris. En het gebrek aan autonomie is heel belangrijk. Zorgpersoneel wordt onvoldoende betrokken bij beslissingen en moet bijvoorbeeld taken verrichten waarvan ze niet begrijpen wat het nut is. Volgens mevrouw Bussemaker gaat het niet om één maatregel zoals het salaris, de autonomie, de roosterindeling of de loopbaanontwikkelingsmogelijkheden maar moeten al deze maatregelen integraal aangevlogen worden. Ik hoor graag van de minister wat zij met de aanbevelingen van de RVS gaat doen.”
© 12 november 2020