Belastingplannen: van kwaad tot erger

Martin van Rooijen “We gaan met de Belastingplannen van kwaad tot erger”, zei senator Martin van Rooijen in de Eerste Kamer. Hij vroeg om compensatie van de Staat voor het al dertien jaar niet indexeren van de pensioenen.

Bij het Belastingplan 2021 staan voor de Eerste Kamer drie criteria voorop: rechtmatigheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. “Eerder wees ik er al op dat er een moment kan komen voor de Eerste Kamer dat zij een Belastingplan niet anders dan kan verwerpen”, waarschuwde senator Martin van Rooijen. “We gaan met de Belastingplannen van kwaad tot erger.”

Niet-indexeren compenseren

“Al jarenlang geef ik geen cent voor de realisatie van de beloofde verbetering van de koopkracht van ouderen”, zei Martin. “Die blijft stelselmatig ver achter bij wat beloofd is. Het niet-indexeren is de grote boosdoener, zeker als de inflatie vaak hoger uitvalt. Pensioenen worden al dertien jaar niet geïndexeerd. Naar het oordeel van mijn fractie geeft dit een morele verplichting aan de Staat om dit, tenminste deels, te compenseren. De Staat is immers zelf de oorzaak van het niet indexeren door rekenregels voor de pensioenfondsen!”

De volledige bijdrage van senator Martin van Rooijen van 50PLUS  bij het debat over het Belastingplan 2021:

“Regeren is vooruitzien. Ik kom daar aan het slot van mijn betoog op terug, want ook wij moeten vooruitkijken. Zeker met het oog op de verkiezingen en de kabinetsformatie. Mijn partij heeft vorig jaar al een blauwdruk opgesteld voor een hervorming van het Belastingstelsel, die door het CPB is doorgerekend en door ons in de zomer is gepubliceerd.

Het is het meest ingrijpende en verstrekkende voorstel als het wordt vergeleken met voorstellen van andere partijen. In alle opzichten komt ons plan er het best uit. Koopkracht plus 5% voor alle groepen, ook de gepensioneerden.

Belastingplannen worden alsmaar uitgebreider, ingewikkelder en slechter uitvoerbaar. En de Eerste Kamer moet het gehele pakket in sneltreinvaart behandelen en ook nog alle begrotingen binnen 1 week goedkeuren, volgende week.

Het is een goede zaak dat de staatssecretaris mij recent heeft toegezegd met een nota te komen voor de kabinetsformateur over de uitvoerbaarheid van fiscale wetgeving. Kan hij hier nader op ingaan?

Hij heeft ook eerder toegezegd dat hij onderzoekt of gekomen kan worden tot meer gespreide indiening van fiscale wetsontwerpen. Lang niet alle voorstellen hebben invloed op koopkracht die traditioneel centraal staat bij het Belastingplan in het najaar. Meer strategische voorstellen kunnen dan voor de zomer behandeld worden. Kan de staatssecretaris dit nader toelichten?

Voor de Eerste Kamer staan 3 criteria voorop: rechtmatigheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. De rapportcijfers van de Belastingplannen die ik vanaf 2015 behandel worden op deze 3 toetsen steeds lager. Maar elk jaar wordt het Belastingplan goedgekeurd en gaat het kabinet gewoon ‘over’ om in schooltermen te spreken. En dat is belangrijk voor een kabinet. Belastingplannen zijn cruciaal en van oudsher politiek gevoelig en kunnen tot politieke crises leiden.

Bij de Financiële Beschouwingen wees ik erop dat er een moment kan komen voor de Eerste Kamer dat zij een Belastingplan niet anders dan kan verwerpen. Eerste Kamer Lam of Leeuw, sprak ik toen. Dit Belastingplan bevat oneindig veel belastingtechniek en weinig belastingbeleid, wel beleid is het niet verlagen van VPB-tarief waarvoor de BIK  in de plaats komt.

We gaan met de Belastingplannen van kwaad tot erger. Dit jaar ontvingen we een ambtelijke presentatie die bestond uit 80 sheets, vorig jaar van nauwelijks minder. En dat moeten wij behandelen in een paar weken. Met stoom en kokend water. Het is eigenlijk gekkenwerk. Hoe kan hier verbetering in komen, zo vragen wij?

Dit Belastingplan kent een paar fiscale hits: Een hit is niet het jaarlijkse gezelschapsspel van de verhoging van inkomensafhankelijke kortingen, waarbij AOW’ers met heel kleine verhogingen van ouderenkorting er altijd bekaaid afkomen. Er zijn relatief geen grote wijzigingen.                                                                                                                 

Hits zijn wel:

De Buitengewone Ingewikkelde Korting BIK van € 4 mld. en de beperking van Verliescompensatie van € 555 mln. Beide bij aparte Nota van Wijziging.

De Raad van State moet in ademnood adviseren over deze twee nota’s en ook het CPB holt erachteraan bij de BIK. Derde hit is het 0%-starterstarief in de Overdrachtsbelasting. Dat gaat om € 220 mln. voor de beperkte groep starters. Een kostbaar prijskaartje per starter. Een moeilijk uitvoerbare regeling die alleen meer uitvoerbaar wordt door leeftijdsdiscriminatie in te voeren: alleen tot 35 jaar.

Staatssecretaris Vijlbrief wijst op het precedent bij schenkingsvrijstelling! Ik noem dat van kwaad tot erger. Wij zijn tegen fiscale leeftijdsdiscriminatie. Graag een reactie van de heer Vijlbrief. Natuurlijk moeten starters geholpen worden, want zij verkeren in een onmogelijke positie. Maar doe het dan effectief: ik moet terugdenken aan het systeem van premiewoningen A, B en C voor de lagere inkomens. Dat was tenminste echt een doeltreffend woningbeleid. Nu is er alleen een woningmarkt zonder beleid voor de ontstellende woningnood. 0% voor starters is ‘kurieren am Symptom’ en dat nog met weinig effect. Fiscale illusiepolitiek. Wij willen een plan van aanpak voor de bouw van woningen voor starters.

CDA en CU krijgen het 0% tarief voor starters en bij de behandeling in de Tweede Kamer halen PvdA en Groen Links de 400.000 grens binnen. VVD en D 66 slepen op de valreep nog het vervallen van de horizonbepaling binnen. Iedereen blij aan de overkant. Dit is geen verantwoorde fiscale wetgeving meer, te veel met het oog op de verkiezingen. Dat belooft wat bij de kabinetsformatie.

4e hit is Box 3

50PLUS heeft al jaren gepleit voor forse verhoging van de vrijstelling in box 3 en wij steunen dit goede voorstel van harte. Wel gaat het tarief naar 31 %. Lang was het 30%, maar niets is fiscaal meer veilig en zeker. Ook deze 30% barrière is nu geslecht. De weg omhoog is gevonden. Graag de toezegging dat dit tarief niet blijft stijgen.

Het uiteindelijke doel van kabinet is een belasting op het werkelijk rendement. Maar dit is op korte termijn niet te realiseren. De gehele Tweede Kamer wil die   belasting op werkelijk rendement, maar staatssecretaris Vijlbrief heeft eerder zich laten ontvallen dat dit pas na vele jaren uitvoerbaar zou zijn voor Belastingdienst.  

Het fictief rendement is voor sparen 0,03% en voor beleggen in rendementsklasse 2 tot bijna 1 mln. 4,50 % en voor boven bijna 1 mln. 5,69%. Voor deze groep boven 1 mln. wordt gerekend met 8% aandelenrendement 3% obligatierendement en 5% voor vastgoed.

Voor pensioenfondsen moet gerekend worden met een fictief rendement van nul procent en dat ook nog voor de komende 60 jaar. Hier gaat het niet om vermogen van boven 1 mln. maar van boven 1700 mld. En daar worden werkelijke rendementen behaald van gemiddeld 7% over laatste 30 jaar. Mensen kunnen woest worden over dit meten met 2 maten door de overheid. Die heeft meerdere petten op en kiest bij fiscale wetgeving wat haar het best uitkomt. En bij de pensioenen volgt de Staat schaapachtig de dictatuur van DNB met 0% rekenrente. Terwijl de Minister van Financiën bij de rekenrentemethodiek toch echt de baas is van Knot. Mensen begrijpen dit niet, het voelt als onrechtvaardig.

Ik kom nu op de acht Fiscale Wetsvoorstellen plus de Vliegbelasting

Budgettair
Inkomstenbelastingvoorstellen in box 1 lijken een beetje op stilstaand water en dat is opvallend voor de verkiezingen. Geen grote belastingverlaging, zoals in 2017. Het grote werk zit bij de VPB: de beloofde tariefverlaging van 2,5 mld gaat niet door, maar de BIK van 2 maal 2 mld. komt in de plaats. Daarnaast 555 mln. lastenverzwaring door beperking verliescompensatie in VPB. Budgettair gaat het in het Belastingplan om lastenverzwaring van in totaal 3,5 mld.

Koopkracht
Al jarenlang geef ik geen cent voor de realisatie van de beloofde verbetering van de koopkracht van ouderen. Die blijft stelselmatig ver achter bij wat beloofd is, zoals uit de realisatiecijfers van het CPB blijkt. Het niet indexeren is de grote boosdoener, zeker als de inflatie vaak hoger uitvalt. Pensioenen worden al 13 jaar niet geïndexeerd. Naar het oordeel van mijn fractie geeft dit een morele verplichting aan de Staat om dit, tenminste deels, te compenseren. De Staat is immers zelf de oorzaak van het niet indexeren door rekenregels voor de Pensioenfondsen. Graag een reactie van de staatssecretaris.

Indexatie is trouwens spekkoper voor minister Hoekstra: elk jaar 1% indexatie geeft elk jaar structureel een extra belastingopbrengst van ruim 100 mln. Uitgerekend is het 30% over 1% van 35 mld. pensioenuitkeringen. En dan is er nog de gigantische inkomstenbelastingclaim van 500 mld. op het pensioenvermogen van 1700 mld. Ons unieke en prachtige Pensioenstelsel is een goudmijn voor de Staat. Het is een beleggingsmachine voor de Staat. De Nederlandse Staat is de grootste aandeelhouder in ons pensioenvermogen.

Wie verzint dan ons unieke prachtige pensioenstelsel bij het grofvuil te zetten? Een internationaal jaloersmakend pensioenstelsel.

Voor volgend jaar is een gemiddelde verbetering van de koopkracht voorspeld van 0,7%. Voor werknemers 1,2% en voor AOW’ers 0,4%. Een fooi voor 3,3 mln. AOW’ers. De marginale verbetering van de koopkracht voor gepensioneerden smelt als sneeuw voor de zon door bijvoorbeeld grote stijging van de WOZ-waarde als gevolg van de huizenprijzenboom, dit jaar. Daarbovenop komt de forse verhoging van OZB-tarieven door gemeenten, zoals in Amsterdam. De afschaffing van de wet Hillen richt ongekende ravage aan door de steeds hogere huurwaarde, vooral in de Randstad.

Ik kom op een principieel punt voor de 50PLUS-fractie. De ouderenkorting is het stiefkind van het ministerie van Financiën. Ik zal dat uitleggen. In het Belastingplan van 2016 wilde het kabinet de ouderenkorting zelfs met € 83 verlagen. Ik zag daar de eerste stap in naar de afschaffing van de ouderenkorting. Het ministerie van Financiën heeft weinig op met ouderen en de ouderenkorting ging steeds meer geld kosten, 3 mln. ouderen hadden geen belastingverlaging nodig. Verhogen die belasting, denken zij daar. Al het geld was, is en blijft nodig voor astronomische verhogingen van de arbeidskorting. Die is al meer dan € 4000 en kost meer dan 20 mld.

Samen met de fractievoorzitters van 50PLUS ben ik toen naar het Torentje getogen om Rutte duidelijk te maken dat dit echt niet kon. Het resultaat was een eenmalige verhoging van €240, per saldo dus €160. Het was duidelijk dat dit niet eenmalig was; anders zou de korting het jaar erna weer met € 240 worden verlaagd. Die verhoging met 240 werd een jaar later uiteraard permanent.

Ik herinner mij het nog als de dag van gisteren. Rutte luisterde aandachtig en stelde vragen. Asscher zat er zwijgend bij en een beetje voor spek en bonen. Tas op de knieën, zei niets en staarde voor zich uit. Hij dacht blijkbaar: wat doe ik hier met 50PLUS. Asscher heeft niets met ouderen, zoals ook bleek uit versnelde verhoging van de AOW-leeftijd en het tekenen van het Pensioenakkoord.

Die verhoging met 240 euro was de eerste stap naar jaarlijkse verhogingen van de ouderenkorting. Voor alle duidelijkheid: die verhogingen vinden alleen plaats omdat het voor ieder kabinet de enige manier is om een al te grote daling van de koopkracht van ouderen te voorkomen. Het zijn noodgrepen, niet uit weloverwogen fiscaal beleid zoals bij de arbeidskorting het geval is. Verhoging van ouderenkorting is een kwestie van rechtvaardigheid. Ouderen krijgen als enige groep al 13 jaar geen verhoging van hun inkomen, hun pensioen: let wel sinds 2007. 50PLUS heeft ook jaren moeten strijden voor de geleidelijke afbouw van de ouderenkorting. Er was geen afbouw maar een valluik: verlies van de gehele ouderenkorting bij € 1,- overschrijding van de inkomensgrens van € 35.000, -. Zo werden ouderen behandeld. Bij elke andere heffingskorting is er een geleidelijke afbouw en dan ook nog met een veel hoger inkomen: 70.000 tot 100.000. Zo zijn onze fiscale manieren. De afbouw is er nu gelukkig. Wij hebben onze motie aangehouden voor een fors hogere ouderenkorting en tragere afbouw, die meer in lijn is met de andere kortingen. Wil de staatssecretaris nog eens reageren op onze oproep.

Het fiscale beleid met inkomensafhankelijke heffingskortingen is de doodsteek voor fatsoenlijke eerlijke belasting naar draagkracht; gelijke belasting bij gelijk inkomen. We staan dicht bij het failliet van de inkomstenbelasting. De Adviescommissie Draagkracht komt er en is hardnodig. Ik kom nu bij de weeffout van de formatie van kabinet Rutte 2. De tweede inkomensafhankelijke zorgpremie ging niet door tot verdriet van de PvdA, en die eiste in de plaats inkomensafhankelijke heffingskortingen. Ik zie ze nog samen op Televisie staan met de brug als achtergrond. Triomfantelijk riepen Samson en Rutte: er komt een inkomensafhankelijke zorgpremie. Wiegel en ik zorgden binnen enkele dagen ervoor dat die tweede zorgpremie van tafel ging. Er was namelijk al een inkomensafhankelijke zorgpremie. Foutje? Nee, het was een kolossale blunder aan de formatie tafel: een groot bedrijfsongeval. Een voorbeeld van ondoordacht handelen en onderhandelen bij een formatie. Het kan zomaar weer gebeuren. Ik denk ook terug aan de onverhoedse afschaffing van de Wet Hillen. Krol en ik organiseerden een eerste ronde voor een referendum dat 28.000 handtekeningen haalde, meer dan bij de eerste ronde over Oekraïne. Zo boos waren de mensen.

Voor volgend jaar wordt de ouderenkorting weer mondjesmaat verhoogd: met de fooi van 52 euro, 4,30 per maand: een kopje koffie. Ter vergelijking: de arbeidskorting voor de werkenden gaat weer kolossaal omhoog: met 179 tot 324. Ruim 25 euro per maand. Daarbij komt nog dat ouderen maar de halve algemene heffingskorting ontvangen: 41 euro in plaats van 82 euro die werkenden krijgen. Ouderen zijn fiscaal halve staatsburgers.  

Dit is toch niet normaal, het is intriest. Maar, voorzitter wij zetten de eenzame strijd voort. Ik vraag de staatssecretaris of een tussentijdse verhoging van de ouderenkorting per 1 juli 2021 mogelijk is, als begin volgend jaar blijkt dat koopkracht van gepensioneerden weer daalt. Vlak voor 17 maart.

Ik stel dit aan de orde omdat er sprake is van fiscale leeftijdsdiscriminatie. AOW’ers ontvangen slechts de halve algemene heffingskorting en de ouderenkorting is ruim een derde van de arbeidskorting.

Het totaal van beide kortingen voor ouderen is 4000 euro lager dan de 2 kortingen voor werkenden. Daar moet voor werknemers het fiscale voordeel van het onbelast loon van de werkgevers zorgpremie bijgeteld worden. Daar staat tegenover dat AOW’ers zelf de 6% inkomensafhankelijke zorgpremie moeten betalen. En dan is het verschil is nog veel groter: 8600 euro. Wat vindt de staatssecretaris van dit steeds groter wordende verschil? Gaat hij dit stoppen, zo vraag ik.

Dit is het onevenwichtige en discriminerende resultaat van een nevendoel van belastingheffing: het fiscaal bevorderen van arbeidsparticipatie. Staatssecretaris Vijlbrief erkende bij de Algemene Financiële beschouwingen dat dit beleid haar grenzen heeft bereikt. Dit inzicht komt beter laat dan niet. Moet dit beleid niet op de helling, zo vragen wij?

Andere voorbeelden van fiscale leeftijdsdiscriminatie zijn:

Bosbelasting, de WUL: Wet uniformering loonbegrip uit 2013 en de sluipende fiscalisering van de AOW

Dan kom ik nu op het belastingplan dat bestaat uit 5 rubrieken met 14 voorstellen, waarvan koopkrachtmaatregelen slechts een klein onderdeel vormen. Het 37% basistarief verandert de komende 4 jaar nauwelijks en het toptarief blijft 49,5 %. Heffingskortingen worden verhoogd. Zelfstandigenaftrek wordt 360 euro lager maar de daling wordt vertraagd. Met compensatie door veel hogere arbeidskorting. VPB-tarief wordt niet verlaagd naar 21,5%, blijft 25 %. Het lage tarief wordt wel verlaagd en gaat naar 15 % met verhoging schijfgrens naar 400.000 in 2022.

BIK
Het BIK-voorstel is eigenlijk geen manier van fatsoenlijk wetgeven. Ik ben uitvoerig ingegaan op het BIK-voorstel bij de Financiële beschouwingen en had tevoren veel kritische vragen gesteld, waarbij de antwoorden voor ons onbevredigend waren. Ik ga onze bezwaren niet herhalen.

Ik heb, in lijn met de Raad van State, de motie Hoekstra aan de orde gesteld; geen koppelverkoop van onderscheidene voorstellen. Maar het is toch gebeurd met een heel zwakke onderbouwing. Dat de BIK-wetgevingsprocedure gebreken vertoont, blijkt ook uit feit er op de valreep een Novelle wordt aangekondigd. BIK is beperkt tot Nederlandse investeringen. Wegens toetsing van de BIK aan EU recht wordt tijdelijk de aansluiting van de BIK aan de fiscale eenheid uitgesloten.

Beperking verliescompensatie
Bij nota van wijziging werd ook een forse lastenverzwaring van 555 mln. voor het bedrijfsleven voorgesteld; beperking van de verliesrekening in de VPB. Men kan begrip opbrengen voor deze beperking maar de fiscale wetgever haalt een bepaald structureel patroon in de regels voor verliescompensatie overhoop. Onderscheid tussen IB en VPB en een drastische beperking. Lang was de standaardregel: 6 jaar Carry forward en 1 jaar Carry back en onbeperkte compensatie voor Aanloopverliezen. Niets is meer veilig in de fiscale wetgeving. Erkent de staatssecretaris dat meer continuïteit en zekerheid in deze regels voor het bedrijfsleven gewenst is.

Toeslagen
Onze fractie steunt de voorstellen ter Verbetering Uitvoerbaarheid toeslagen, met versterken van de menselijke maat. Staatssecretaris Van Huffelen is niet te benijden met deze rampportefeuille.

Onze dringende vraag is: kan alles veel sneller, hoe moeilijk ook. Kan zij haar hand over haar hart strijken om de menselijke nood te lenigen?

Differentiatie Overdrachtsbelasting
Het doel is het verbeteren positie koopstarters op de woningmarkt. Wat begon met motie Dik- Faber en Ronnes heeft geleid tot een lastenverlichting voor starters met een budgettair prijskaartje van 220 mln. Maar ook tot een budgettaire opbrengst van 850 mln. door beperking van het verlaagde tarief 600 mln. en verhoging van het algemene tarief 250 mln. Een budgettair kunststukje van de bovenste plank. Netto blijft er ruim 600 mln. over op de plank voor de schatkist.

Uitvoering van de motie bleek nog niet zo eenvoudig. Eerst is gekeken naar de mogelijkheid om de beoogde groep beleggers te definiëren en gericht uit te sluiten van 2% tarief. De vraag was, of het mogelijk is om niet alle verhuurders over 1 kam te scheren maar de groep die men wil uitsluiten van 2% tarief specifieker te omschrijven. Dialogic kwam tot de conclusie dat onderscheid voor starter en belegger niet mogelijk was. Zo kwam de trouvaille van hoofdverblijfcriterium en werden indirect de beleggers zwaarder belast.

Er kon niet voorkomen worden dat verhuurders van woningen zoals Woningbouwcorporaties en Pensioenfondsen die niet concurreren met starters op de koopmarkt ook zwaarder belast worden. Een uitzondering is niet uitvoerbaar en specifiek uitzonderen zou staatssteun zijn.

Mijn fractie heeft gevraagd of er een uitzondering mogelijk is voor ouders die een woning voor een kind kopen. Dat kan een gehandicapt kind zijn, ouder dan 40 jaar, waarvoor de ouders van hoge leeftijd willen zorgen voor eigen woning van hun kind, als de ouders er zelf niet meer zijn. Als het kind zelf zou kopen met een lening van ouders is het kind eigenaar en kunnen de toeslagen vervallen. Wij vinden het negatieve antwoord teleurstellend. Genoemde bezwaren: Budgettair, Moeilijke Juridische afbakening, Verzwakken Hoofdverblijfcriterium en Ontwijkconstructies.

Het gaat om een pijnlijke en tere kwestie: deze ouders voelen zich nu huisjesmelkers, dat wordt als schrijnend gevoeld. Ik vraag de staatssecretaris nog eens klip en klaar uit te leggen waarom uitzondering niet mogelijk is. Anders overwegen wij een motie in tweede termijn. In Nota n.a.v. het verslag staat een overzicht van de 4 groepen kopers en dat geeft treffend beeld wat er is aangericht:

7 naar 8 voor niet woningen
2 naar 8 voor bestaande woningen, niet hoofdverblijf
2 naar 0 voor starters
2 blijft 2 voor bestaande woningen van mensen die daar zelf gaan wonen, zgn.  doorstromers. Hebben we dit echt zo gewild in box 3, zo vraag ik.

Het voorstel houdt in:
-Eenmalige vrijstelling voor het hoofdverblijf voor de groep 18-35 jaar voor waarde van max € 400.000. Dat is een harde woonwaardegrens, die werkt als een valluik. Is ook fraudegevoelig.
-Beperking verlaagde tarief van 2% voor woning als hoofdverblijf 1e woning.
-Voor alle overige verkrijgingen van woningen en niet-woningen gaat   het algemene tarief gelden. Dat zou 7% worden i.v.m. klimaatakkoord, maar wordt nu 8%.

Een schriftelijke verklaring is nodig voor vrijstelling of het 2% tarief. Er is geen vast moment vereiste voor de verklaring. Bij amendement is de horizonbepaling vervallen, waardoor de werking niet meer tot 5 jaar is beperkt. In feite is het nu geen tijdelijke maatregel maar een structurele, die structurele dekking vereist. Klopt het dat dit niet geregeld is?

Mijn fractie is benieuwd naar de zeker noodzakelijke evaluatie in 2024. Er is steekproefsgewijze controle door Belastingdienst, zolang de benodigde automatisering er niet is. Er komt een evaluatie van handhaafbaarheid, maar ondersteuning van toezicht is er pas in 2023. Weer wordt de Belastingdienst opgezadeld met extra taak: uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid komen dan verder in de knel. Graag een reactie van de staatssecretaris hierop.

Aanpassen box 3
Het kabinet stuurt de resultaten van het onderzoek naar praktische mogelijkheden voor belasting op het werkelijk rendement op basis van de motie Lodders in het voorjaar 2021 naar de Tweede Kamer zodat dit gebruikt kan worden bij de formatie. Ik vraag de staatssecretaris of wij ook de uitkomst van dit onderzoek mogen ontvangen, met zijn reactie? Goed dat er een juridisch onderzoek komt naar tegenbewijsregeling in box 3.

Sinds 2017 wordt er onderscheid gemaakt tussen sparen en beleggen. Een plan van vorig jaar om spaarders te ontzien gaat niet door wegens effecten voor niet spaarders en voor kleine beleggers die weinig sparen. In het nieuwe voorstel wordt het heffingsvrij vermogen verhoogd naar 50.000 en voor partners naar 100.000.

Die verhoging werkt niet door naar vermogenstoetsen voor inkomensafhankelijke regelingen: Toeslagen, Wlz, Wrb etc. Dit wordt voorkomen door mensen met een vermogen van meer dan 31.340 euro te blijven uitnodigen tot het doen van aangifte. Zo verandert er voor uitvoering regelingen niets.

Gevolg van voorstel is:
-950 000 mensen betalen geen belasting meer in box 3
-1,7 mln. mensen met een vermogen tussen 50.000 een 220. 000 betalen minder in box 3
– resterende 400.000 mensen met vermogen boven 220.000 gaan meer betalen

Was deze verzwaring echt onvermijdelijk? Graag een reactie.

Het tarief wordt verhoogd van 30 naar 31% omdat de dekking in box 3 gezocht is.

ODE
Wij steunen dat bij de tarieven Opslag Duurzame Energie ODE  een herverdeling plaats vindt naar 33% huishoudens en 67% bedrijven cf. klimaatakkoord. Goed dat belastingdeel energierekening niet stijgt.

Beperking liquidatie en stakingsverliesrekening in VPB
De Liquidatieverliesregeling is een uitzondering op de regel: voordelen uit een deelneming zijn vrijgesteld: verliezen dus ook niet aftrekbaar. De voorgestelde 3 beperkingen- qua gebied- kwantitatief en in de tijd- gelden voor alle deelnemingen: binnenlandse en buitenlandse en bij een groter verlies dan 5 mln. Wij steunen de Vliegbelasting Novelle.

Ik zei het al: ik wil aan het slot vooruitkijken met het oog op de formatie. We hebben al Klimaattafels en Pensioentafels. Komen er nu ook Fiscale Bouwsteentafels bij de formatie?   Die tafels hebben als gemeenschappelijk kenmerk: de burgers zitten niet aan tafel maar staan wel op het menu en betalen de rekening.

Bij de kabinetsformatie zal de toekomst van het belastingstelsel hoog op de agenda moeten komen. Uitvoerbaarheid zal daarbij de hoogste prioriteit moeten krijgen. Maar het grote gevaar is dat er weer onuitvoerbare besluiten worden genomen.

Elke coalitie partij krijgt in de formatie een of meer speerpunten en dat worden er meer naarmate de coalitie uit nog meer partijen bestaat. En dan begint het grote uitruilen: ik krijg dit en dan krijg jij dat. Het toppunt van uit het oog verliezen van uitvoerbaarheid was de historische blunder van de invoering van het Toeslagenstelsel. En toen als klap op de vuurpijl de uitvoering door de belastingdienst: Joop Wijn riep in 2005 triomfantelijk: de belastingdienst wordt de dienst van het inkomen. Waarschuwingen werden in de wind geslagen en er werd vooraf geen zware uitvoeringstoets uitgevoerd.  Niemand had aandacht voor de uitvoerbaarheid. 15 jaar later zitten we nog diep in het moeras.

Het blijkt dat zelfs blunders zoals bij de Toeslagen hardnekkig zijn en moeilijk terug te draaien. Politiek is hardleers. Kijk naar het gebrek aan draagvlak voor uitvoering Klimaatakkoord en onderschatting van Stikstofproblematiek.

Bij de grote dossiers zoals het Pensioendossier wordt intensief onderhandeld met de oppositie om een meerderheid in de Senaat te verzekeren. De pensioenakkoord mammoettanker vaart door, en laat zich niet hinderen door rode lampen over de uitvoerbaarheid van het pensioenakkoord. Kop boven voorpagina-artikel in het Financiële Dagblad van 23 november was: Uitvoering Pensioenakkoord in de knel door oude IT-systemen. Invoering gaat 5 jaar duren met vele miljarden invoeringskosten en daarna   uitvoeringskosten van minstens 1 mld. per jaar. Een kniesoor die daarom om maalt. De show must go on. Het is nu eenmaal afgesproken en dus moet het coute que coute doorgaan. Ik zie de parallel met toeslagen al voor mij. Een groot pensioenkortingen drama komt eraan. Geen indexatie tot in elk geval 2027 en wel kortingen van 10 tot 20% voor 2027 of bij het invaren. Minister Koolmees moet deze week nog hard onderhandelen over de transitie tot 2027 om zich de vakbonden van het lijf te houden. Voor Kerst zou het conceptwetsvoorstel over het pensioenakkoord ter consultatie naar buiten moeten komen.

Wat is de toekomst van het belastingstelsel? Welke hervormingen zijn nodig?
Bouwstenen zijn er genoeg. Stapels rapporten, vooral uit de hoek van het ministerie van financiën zelf. Maar het gaat om bouwstenen voor een fiscaal bouwwerk met structuur en samenhang, anders valt het daarna als een kaartenhuis in elkaar. Alleen al daarom heb ik in een motie gepleit voor een onafhankelijk extern onderzoek door een Staatscommissie. Wat is ertegen? Het is toch niets voor haastwerk aan de formatietafel.

Waarom wel een externe Draagkrachtcommissie over het politiek meest beladen principe van de inkomstenbelasting met een brede opdracht. Draagkracht gaat om Draagvlak.

Aan de orde komen: een en tweeverdieners, gepensioneerden, eenpersoonshuishoudens, werkenden en niet werkenden en huishoudens zonder en met kinderen. Wat eigenlijk niet. Opvallend is dat de Eerste Kamer niet bij de opdracht is betrokken. Recent hier nog mijn motie voor een Staatscommissie.

Ik noem een paar Capita Selecta;
Splitsingstelsel, Flat Tax, Lager tarief eerste schijf, Fiscale leeftijdsdiscriminatie
Marginale en gemiddelde druk. Cumulatieve marginale druk
Primaire, secundaire en tertiaire progressie

Aftrekposten

Wel of niet fiscaliseren AOW.
Belasten van werkelijk rendement. Dat stuit op niet -uitvoerbaarheid door Belastingdienst. Wetenschappelijk Instituut van het CDA lijkt de handdoek al in de ring te gooien. De vraag is of we moeten doorgaan met fictief rendement ondanks steeds minder draagvlak of gaan we terug naar Vermogensbelasting, zoals WI van CDA voorstelt. Graag een reactie op dit cruciale vraagstuk

Wat te veranderen in Box 2: de fiscale vluchtheuvel
Moeten Inkomensafhankelijke regelingen blijven?
Moet het Stelsel van belasten van eigen woning op de helling?
Defiscalisering van de eigen woning zou een einde maken aan de huurwaarde eigen woning, dat een fictief inkomen is. Uiteraard daarbij de hypotheekrenteaftrek betrekken.

Kan de wet Hillen weer worden ingevoerd. Anders gezegd, kan de intrekking weer ongedaan gemaakt worden?

7.Hoe nemen we de illen weer worden ingevoerd?Hillen weer wordenAutobelastingen op de schop?

Als piece de resistance: de toekomst van de Belastingdienst
Belastingdienst is verworden tot een Overbelastingdienst met inmiddels 3 kleuren: blauw- rood en groen:

Kerntaak is blauw: heffen, contoleren en innen belastingen. Wordt de Belastingdienst het afvalputje voor de overheid? Laten we die alles doen? Waarom durven de bewindslieden van Financiën nooit stop te zeggen? Graag ontvangen wij de reactie van de staatssecretaris hierop. Nu krijgt Belastingdienst van steeds meer de schuld. Het is de Kop van Jut.

Een belangrijke vraag is of nieuwe heffingen niet meer zullen worden uitgevoerd door Belastingdienst zoals bijv. bij klimaat- en milieuheffingen. Wie doet het dan wel? Goede vraag. Graag reactie. Kan een overzicht gegeven worden van alle extra taken van de Belastingdienst: wat kan eraf en zo ja, wie neemt wat over.

De vraag is: welke zijn de hoofddoeleinden van belastingheffing? Wat vinden we van de nevendoeleinden van de Belastingheffing en welke zijn dat? Moeten de nevendoeleinden nader worden getoetst aan nog te stellen criteria? Zijn we niet doorgeschoten? Denk aan bijna 100 mld. Taks Expenditures: zijn die er eenmaal, dan zijn die bijna niet meer weg te krijgen. Soms belastingcadeaus met hoog lobby gehalte. Wat vindt de staatsecretaris van een totale doorlichting van nut en noodzaak.

Een maakbaar belastingstelsel bestaat niet. Wij steunen meer menselijke maat bij de belastingdienst. Maar wij wijzen erop dat meer menselijke maat binnen belastingdienst een zware opgave is, mede door de grote en sterk verouderde geautomatiseerde werkprocessen en dat met steeds minder ambtenaren. Denk aan de rampzalige vertrekregeling voor 5000 ambtenaren. Veel belastingkantoren, Inspecties en Ontvangkantoren zijn gesloten. Daar stond dienstbaarheid en klantgerichtheid nog voorop en was menselijke maat beter mogelijk. Kan verdere sluiting van inspecties worden voorkomen? Graag reactie.

Er zijn hoopvolle signalen vanuit Tweede Kamer met de 2 onderzoeken die onder grote tijdsdruk plaats moesten vinden.

Hoorzitting Uitvoeringsorganisaties
Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen die slechts met feitenonderzoek komt.

Hel leverde een ontluisterend beeld op. Het rapport komt op 17 december. Vol verwachting klopt ons hart en dat van de keur van gehoorde bewindslieden en oud-bewindslieden van Sociale Zaken en Financiën. Wat zullen we ervan leren en veranderen? Wetgeving en uitvoering in 1 hand: bij zelfde departement.

Wij moeten ons afvragen of een parlementaire enquête niet onvermijdelijk is? Ik wacht de antwoorden op onze  vragen met belangstelling af.”

© 7 november