martin1

Begroting Onderwijs Cultuur en Wetenschap

De Eerste Kamer behandelt deze week de Begroting van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. En ook bij 50PLUS heeft de jeugd de toekomst. Onderstaand de bijdrage van Senator van Rooijen in het debat.

Voorzitter,

Ondanks dat het niet direct onze achterban betreft heeft 50PLUS absoluut oog voor de belangen van de jeugd.  Onze fractie heeft destijds samen met andere fracties in dit Huis gestreden voor de pechgeneratie studenten die zijn opgezadeld met torenhoge studieschulden. Alleen daar al blijkt dat ook de visie van mijn fractie is, dat de jeugd de toekomst heeft! 

Voorzitter, onderdeel van toekomst en groei betreft onder andere onderwijs en vandaag hebben we het over de begroting OCW en de aangekondigde bezuinigen daarop van ruim een half miljard.

De Eerste Kamerleden ontvingen een brief d.d. 18 maart jl. van de Universiteiten van Nederland die begint met:

“Het kabinet Schoof bezuinigt fors op universiteiten en wetenschap. Juist in een tijd dat Nederland en Europa weer op eigen benen moeten gaan staan nu de geopolitieke spanningen razendsnel oplopen. Hoe blijven we veilig en weerbaar”?

Hoe waar zijn die laatste zinnen wel niet Voorzitter, want er moet structureel veel  meer geld naar Defensie in verband met onze nationale en Europese veiligheid juist vanwege bovenstaand citaat. Helaas “magisch geld” bestaat niet dus moet noodgedwongen op andere terreinen bezuinigd worden. Dit raakt ook de OCW begroting net zoals andere begrotingen. 

Voorzitter, mijn fractie vraagt zich af wat precies onder een bezuiniging wordt verstaan want vaak betekent dat niet dat de geldkraan volledig wordt dichtgedraaid maar dat in verhouding met voorgaande jaren er niet méér geld bijkomt voor een bepaalde portefeuille of project. Iedereen is er zo gewend aan geraakt dat steeds méér geld voor hetzelfde doel moet worden vrijgemaakt dat wanneer de subsidie gelijk blijft in vergelijking met een voorgaande periode dat ook bestempeld wordt als een bezuiniging.

Twee kabinetten, Rutte III en Rutte IV, hebben tezamen 20 miljard euro aan de begroting van OC&W toegevoegd. Dat is een stijging met maar liefst 60% over 7 begrotingsjaren. Dan zouden we toch nu, na 7 jaar investeren, met genoegen uitkijken naar de laatste cijfers over de verbeterde leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, en rekenvaardigheid van Nederlandse schoolkinderen. Maar zo is het niet gegaan Voorzitter. De prestaties zijn op belangrijke punten juist ernstig verslechterd. 

Als je 20 miljard per jaar extra nodig hebt om de prestaties te laten dálen, hoeveel heb je dan nodig om verbeteringen tot stand te brengen? 40 miljard? 60 miljard?  Dit kan niet Voorzitter. Het is onontkoombaar dat er binnen de begroting voor OCW heel precies wordt gekeken naar wat werkt en wat niet werkt. 50PLUS wil de begroting niet verlagen, integendeel, maar beleidsinitiatieven die geen kwalitatieve verbetering brengen moeten worden geschrapt. Dus een kritische evaluatie van het gevoerde beleid van de afgelopen jaren is nodig en niet een vage omarming van geld als het panacee van goed onderwijs.

Ik wil de minister dan ook concreet vragen, met hoeveel de onderwijsbegroting gestegen zou zijn, als sinds 2017 de inflatie was gevolgd. Want dat deel van de stijging was niet beschikbaar voor kwaliteitsverbeteringen in het onderwijs. Maar het deel daar boven was wel beschikbaar voor kwaliteitsverbeteringen en dat is, zo vermoed ik, nog steeds een miljardenbedrag. Deelt de minister ook de opvatting van 50PLUS, dat er te weinig rendement uit deze investeringen is gehaald?  

In dat verband is het ook noemenswaardig, dat veel onderwijsinitiatieven en projecten, menskracht wegtrekken van het primaire onderwijsproces. 50PLUS vindt het verdacht, als het aandeel niet onderwijzend personeel en externen, zowel op de scholen als bij gemeenten en het Rijk, blijft toenemen t.o.v. het aantal leraren die daadwerkelijk voor de klas staan. Kan de minister toezeggen dat deze verhouding onder zijn bewind eindelijk weer de goede kant op zal gaan? 

Mijn fractie zoomt in op een paar onderdelen uit de OCW begroting die veel stof hebben doen opwaaien. Zoveel stof dat de term “bezuiniging” thans in verband wordt gebracht met inbreuk op rechtmatigheid en strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s) zoals het inbreuk maken op het vertrouwensbeginsel

Het gaat over de zogenaamde bestuursakkoorden die mede relevant zijn voor de bekostiging van het hoger onderwijs. Prof. Schlössels beschouwt deze bestuursakkoorden als overeenkomsten tussen partijen waarbij over en weer verplichtingen worden aangegaan onder andere over de bekostiging en over het aanwenden van diverse intensiveringsgelden in het hoger onderwijs. Daaraan koppelt hij dat door de gesloten bestuursakkoorden vertrouwen is gewekt over de beschikbaarheid van gelden voor het WHO en dat één partij, in casu het Kabinet,  daar niet éénzijdig op terug kan komen zonder dat het vertrouwensbeginsel wordt geschaad.

Tevens stelt hij dat bezuinigingen en/of andere prioritering van middelen zeker legitiem kunnen zijn maar dat de gevolgen ervan niet onevenredig nadelig mogen zijn.

Voorzitter, 50PLUS kan zich met dit gedachtengoed in grote lijnen verenigen. De intentie dat reeds aangegane verplichtingen in de vorm van vaste dienstverbanden ten aanzien van docenten en onderzoekers onverkort moeten worden nagekomen is voor mijn fractie een absoluut uitgangspunt. Dit zou anders in de optiek van 50PLUS een onevenredige benadeling zijn voor deze groep werknemers.

De minister geeft aan in de nota n.a.v. het verslag dat juist vanwege deze verplichtingen aan docenten en onderzoekers ervoor gekozen is om de sectorplannen overheid te behouden zodat vaste banen voor wetenschappers niet in gevaar komen. Kan de minister toezeggen dat vaste dienstverbanden binnen het WHO inderdaad gecontinueerd worden en er geen ontslaggolf ontstaat vanwege de aangekondigde bezuinigingen? 

In dezelfde nota erkent de minister dat de bezuinigingen ten koste gaan van de zogenaamde startersbeurzen waarvan toekenning begon in de loop van 2022 voor 105 onderzoekers. In 2023 waren dat er 734 dat is in slechts 1 jaar tijd 7x zoveel.

Voorzitter, dat bedoelde ik met hetgeen ik hier eerder naar voren bracht, als je in één jaar tijd een 7-voud ten opzichte van het voorgaande jaar aan startersbeurzen verstrekt en die trend zet zich voort dan heeft dat enorme gevolgen voor de toekomst. 

Bij het stopzetten van de starters- en stimuleringsbeurzen is een termijn van drie maanden in acht genomen zodat – volgens de minister – de universiteiten voldoende gelegenheid hadden om zich op deze stopzetting voor te bereiden. Deze termijn wordt door meerdere fracties waaronder die van 50PLUS wel als erg kort beschouwd om adequaat in te kunnen spelen op mogelijk reeds aangegane verplichtingen. Waarom niet een redelijker termijn van 6 maanden zo vraag ik de minister? 

In het derde verslag meent de minister dat de universiteiten het jaarlijks budget van €78 miljoen (tot en met 2031) ten behoeve van verlaging van de werkdruk dit ook kunnen aanwenden voor de reeds bestaande verplichtingen voortkomend uit de starters- en stimuleringsbeurzen. Maar zo vraagt mijn fractie aan de minister dan neemt de werkdruk bij universitaire docenten toch toe? Als je iets uit het ene potje haalt ten behoeve van een ander potje dan verplaats je toch het probleem? Het waterbed effect. Kan de minister hierop reflecteren?

Meer geld is volgens de minister niet de oplossing. De Arbeidsinspectie heeft aandachtspunten aangedragen die de universiteiten zouden dwingen tot vermindering van de werkdruk bij docenten. 

Voorzitter, dit antwoord begrijpt mijn fractie niet, kan de minister hier nader op ingaan en tekst en uitleg geven over deze stelling?

In de schriftelijke rondes zijn al vragen gesteld over het rapport van de heer Draghi waarin een doelstelling van 3% wordt bepleit als investering in kennis en wetenschap hetgeen volgens hem noodzakelijk is om het concurrentievermogen van Europa op peil te houden. Het antwoord van de minister in het derde verslag roept bij mijn fractie de volgende vragen op. 

“Mogelijk zal in de toekomst ook weer meer ruimte zijn voor investeringen”, hoe weet deze minister dit? Is dat een aanname of een verwachting en zo ja waarop is die dan gebaseerd?

Vervolgens stelt de  minister dat met de huidige beschikbare middelen de gestelde ambities op de OCW terreinen realiseerbaar zijn. Op welke ambities doelt de minister, kan hij deze toelichten met voorbeelden?

Afrondend Voorzitter, over de extra inzet voor het aantrekken van buitenlandse wetenschappers – waarom wordt daar een speciaal fonds voor opgericht, hoe wordt dat fonds gevuld en waar wordt dat geld aan besteed? Waarmee denkt de minister deze internationale topwetenschappers over te halen om in Nederland werkzaam te zijn? Hoe rijmt zich dat met de afbouw van in te zetten Nederlandse wetenschappers bij de universiteiten? 

 

Voorzitter, ik kijk uit naar de beantwoording door de minister.

Martin van Rooijen over Begrotingsstaten Asiel & Migratie

De Eerste Kamer debatteerde dinsdag over de begrotingsstaten Asiel en Migratie. Een belangrijk onderwerp. Senator van Rooijen voerde namens 50PLUS het woord en sprak onderstaande rede uit:

Inbreng Martin van Rooijen (50PLUS) bij debat Begrotingsstaten Asiel & Migratie. 

Voorzitter,

Den Haag, Nederland en Europa staan op een keerpunt in de geschiedenis. Het electoraat in onder andere Nederland, Italië, Frankrijk, Duitsland, en Zweden hebben krachtige signalen afgegeven of zelfs een mandaat binnengehaald, om nu eindelijk serieus werk te maken van een hervorming van het Europese systeem voor asielmigratie. Waar dat mandaat nog ontbreekt, voelen politiek leiders en gevestigde partijen in toenemende mate de hete adem van de kiezer. CDU leider Friedrich Mertz heeft sinds vorige maand in feite een rechtse meerderheid tot zijn beschikking maar hij heeft beloofd om de zogenaamde brandmuur in stand te laten en niet te gaan regeren met de AFD. Desondanks, of misschien juist wel dankzij deze belofte, moet hij echter wel het migratie kritische gras voor de voeten van de AFD gaan wegmaaien. Duitsland wil iets, dus Mertz moet ook iets. De signalen daarvan komen nu al binnen vanuit de Duitse kabinetsformatie. Vandaag is er debat in Bundestag over onder meer het opheffen van de ‘Schuldenbremse’. Overmorgen komt het dan in de Bundesrat. Kort daarna, komt er nieuwe Bundestag met fors verschoven politieke panelen

Volgens 50PLUS zit Macron in een vergelijkbaar parket. Het Italië van Georgia Meloni is al aan boord en het Polen van de progressief Tusk heeft vorige week wederom heel erg duidelijk aangegeven waar zij staan. Polen weigert het migratiepact uit te voeren. Het duurt te lang om hier in dit debat de stand van het migratiedebat in alle EU landen door te nemen maar dat het ijzer heet is durven wij bij 50PLUS wel te stellen. De geopolitieke situatie voegt daar nog een dimensie aan toe, want de EU wil grote stappen zetten op defensiegebied. Het migratiedossier kan volgens 50PLUS fungeren als breekijzer om steun voor gezamenlijke Europese defensie inspanningen fors te vergroten. De partijen die steevast dwarsliggen bij beperking van asielmigratie, hebben juist weer ontstemd gereageerd op de partijen die niet meteen willen tekenen bij het kruisje van een Europees defensiefonds van 800 miljard. Hier moet dan toch de politieke molen op volle toeren draaien, om nader tot elkaar te komen, zo vragen wij? 

Eurocommissaris Brunner maakte vorige week zijn plannen bekend voor een Europees terugkeerbeleid. Europa maakte eerder al afspraken voor een strenger asielbeleid in het zogenaamde ‘Migratiepact’ dat in de zomer van 2026 van kracht wordt. Maar het lukte tot nu toe niet om ook afspraken te maken over een gezamenlijk uitzetbeleid, dat was de ontbrekende schakel van het pact. Dat moet en gaat nu veranderen: landen moeten elkaars besluiten overnemen. Asielzoekers die eenmaal een afwijzing hebben gekregen, moeten verplicht meewerken aan hun terugkeer. Niet meewerken wordt strafbaar. Wie al een keer is afgewezen, krijgt een verbod op nieuwe pogingen de EU binnen te komen. Afgewezen asielzoekers kunnen bovendien naar uitzetcentra buiten de EU worden gebracht in plaats van dat zij hier weer op straat belanden met niets meer dan een  vriendelijke ‘aanzegging om Nederland te verlaten’.

Er is een golf gaande voorzitter, waar het kabinet Schoof I op kan surfen. Dat is lange tijd anders geweest. Maar er zijn ook nog steeds knelpunten die nog niet zijn opgelost. 

Mijn fractie heeft voor de minister de volgende vragen: 

  • Een goede werking van het terugkeerbeleid vraagt om de medewerking van landen van herkomst bij het terugnemen van hun onderdanen. Bijna alle EU lidstaten worstelen met het feit dat bepaalde landen zich onttrekken aan deze verplichting. Soms structureel en soms incidenteel. Zelfs met uitzetcentra buiten de EU en medewerking van de vreemdelingen zelf, hebben we dit probleem nog niet direct opgelost. 50PLUS pleit in dit verband voor wederkerigheid. Als wij de zogenaamde ‘Laissez Passers’ voor afgewezen bijvoorbeeld Noord Afrikaanse vreemdelingen vaak niet krijgen, waarom delen wij dan wel visa uit aan de elite uit die landen om bij ons vakantie te vieren, familie te bezoeken of te winkelen in Amsterdam, Parijs of Rome. Als de EU hier eensgezind een lijn in het zand trekt, met consequenties in het geval van non-compliance, dan ben ik ervan overtuigd dat het niet zover zal komen, want dan zullen de landen in kwestie wel eieren voor hun geld kiezen en de reisdocumenten voor hun onderdanen verstrekken. Wat vindt de minister van deze suggestie? Wij weten dat het wel eens eerder is geopperd. Wordt daar in EU verband (of in kleinere verbanden) momenteel nog over gesproken? Is er beweging op dit punt. 

We weten ook dat Franse regering er recent n.a.v. de terroristische aanslag in Mulhouse op 22 februari over is begonnen in relatie tot Algerije. De Franse regering sloot sloot het gebruik van visa als wapen niet uit. De diplomatieke en economische macht van een eensgezinde EU is op dit punt toch onmiskenbaar? Deelt de minister de mening dat met de juiste drukmiddelen, het probleem van het niet meewerken van bepaalde landen, opgelost kan worden? Wilt u hier over in contact treden met uw collega minister Veltkamp  van Buitenlandse Zaken? We herinneren ons nog maar al tegoed dat een van uw voorgangers staatsecretaris Broekers-Knol, zelfs niet eens werd ontvangen door haar ambtscollega in Marokko. Ik begreep van uw voorganger Van der Burg, in het debat over de spreidingswet dat de contacten inmiddels wat beter zijn? Hoe zijn die contacten nu? Dat ging over uitgeprocedeerde asielzoekers die opgenomen worden in een speciale uitzet locatie in Rotterdam. Maar velen komen daar zelfs niet terecht en verdwijnen onder de radar en blijven, weliswaar met een aanzegging om Nederland te verlaten, gewoon in ons de EU. Hebben wij enig zich op het totaal aantal afgewezen migranten sinds zeg 2010, die niet aantoonbaar zijn vertrokken? En hoeveel daarvan zich nu nog op Nederlandse bodem bevinden? 

  1. Wat is de actuele stand van zaken met betrekking tot het weer volledig uitvoeren van de Dublin verordening? Ook in relatie tot nieuwe Europese afspraken over terugkeer. Wat zijn de actuele uitdagingen voor de minister op dit punt? 
  2. Meer algemene vraag over Syrië. Hoe kijkt de minister aan tegen de recente heftige ontwikkelingen in Syrië en wat is het beleid? De minister heeft het ook over verhoging van de uitstroom van asielzoekers. Uit de media begrepen wij dat thans een campagne met een flyer is gestart om Syriërs te overtuigen om het Suikerfeest weer in eigen land te gaan vieren. Betekent dit in alle gevallen dat dan sprake is van een permanent vertrek waardoor terugkeer naar Nederland niet meer tot de mogelijkheden behoort? Kunnen Syriërs met een verblijfsvergunning nog steeds een beroep doen op gezinshereniging nu de situatie in Syrië structureel is veranderd? 

Voorzitter tot slot. 

De fractie van 50PLUS merkte bij het debat over de spreidingswet in januari vorig jaar als eerste op dat de begroting voor Asiel & Migratie na 2026 zo’n enorme daling liet zien, dat het niet meer realistisch te noemen was. 50PLUS noemde de prognoses voor de begroting “wishfull thinking”. Toen de media er 8 maanden later ook achter kwamen, leidde dat tot ronkende koppen zoals “kabinet bereid ontmanteling van IND en COA voor”. 50PLUS was eerlijker dan de media, want wij hadden het niet alleen veel eerder al opgemerkt maar wij erkenden ook dat het onrealistische begrotingspad door het vorige kabinet al in de boeken was gezet. Als een bommetje voor de opvolgers, een begrotingsgat van 4 miljard voor dit kabinet. Een besluit van Rutte 4 met Van der Burg en Kaag. Wij verwijten het kabinet dus niets op dit punt maar wij verwachten wel dat dit kabinet de begroting en de prognoses weer realistisch maken. Dat de minister twee weken geleden ineens ad hoc 50 miljoen extra voor de IND uittrekt is weliswaar een stapje in die richting maar is de minister niet bevreesd dat zij met dit soort stapjes, nog wel 10 x de buidel zal moeten trekken. Is het niet beter, zowel voor het beleid als voor het politieke proces, om de kogel dan maar in 1 keer door de kerk te jagen? 

Voorzitter, wat kan Europol meer doen bij het bestrijden van mensensmokkel en mensenhandel? Dit gaat om een grensoverschrijdend probleem. Mensensmokkelaars hebben een verdienmodel van miljarden. 50PLUS zegt: doe wat nodig is en roei het uit! Extra middelen zijn nodig: meer personeel en betere data verwerking via biometrische gegevens. Het is wat 50PLUS betreft een uitgelezen kans voor de EU om aan populariteit te winnen. Om haar bestaansrecht voor veel meer burgers relevant te maken. Is de minister bereid dit op te pakken en in te brengen bij de commissie EU?

Inbreng Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp

Voorzitter. Mijn fractie heeft met belangstelling kennis genomen van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025. Het verwijt dat dit kabinet geen keuzes maakt is, in elk geval in deze begroting, niet waar. In tabel twee van de memorie van toelichting, zien we daadkracht uitgedrukt in cijfers. Waar de begroting van BH&O voor 2028 oorspronkelijk nog werd geraamd op 5,9 miljard, staat daar nu een bedrag van 3,6 miljard. Dat is een enorme besparing, of bezuiniging, van 2,3 miljard euro. Voor 2025 zie ik dat de besparingen nog maar 200 miljoen opleveren, maar dat loopt tussen 2026 en 2028 hard op naar het einddoel. Het gaat zonder meer om een scherpe beweging die niet mogelijk is zonder ingrijpende keuzes te maken.

Het kabinet heeft de besparingen op de begroting voor BH&O vooralsnog “pro rata naar omvang van het thema verdeeld over alle subartikelen van de begroting”. Ook de mate waarin bepaalde uitgaven in de toekomst nu al juridisch verplicht zijn, zorgt ervoor dat de bezuinigingen mede worden gedreven door wat juridisch mogelijk is. 50PLUS vindt dat begrijpelijk, bij een ingreep van deze omvang maar wij gaan er vanuit dat deze minister streeft naar een eindsituatie, waar deze begroting weliswaar kleiner is maar tegelijkertijd ook veel effectiever en doelmatiger per uitgegeven euro. Kan de minister bevestigen dat, naast het realiseren van de omvangrijke besparingen, het aanzienlijk verbeteren van de effectiviteit en doelmatigheid van de ontwikkelingshulp een van haar doelen is? Kan zij hier 1 aansprekend voorbeeld van geven?

Voorzitter, 50PLUS is voorstander van een streng drempelcriterium, zodat de onafhankelijkheid van maatschappelijke organisaties van staatsfinanciering fors wordt vergroot. Voor Ontwikkelingshulp ligt nu een  criterium van tenminste 50% eigen inkomsten voor het nieuwe beleidskader 2026-2030 op tafel zoals blijkt uit de brief van 11 november 2024 aan de Tweede Kamer.

Dat is een belangrijke aanpassing die door mijn fractie wordt gesteund. Wat 50PLUS betreft mag dit criterium uiteindelijk ook hoger worden. Wat vindt de minister van 70 of 80%? Enkele uitzonderingen zoals noodhulp kunnen altijd gemaakt worden.

De minister onderzoekt  of de 50% norm ook buiten het beleidskader 2026-2030 kan gaan gelden voor subsidies voor ontwikkelingshulp  aan maatschappelijke organisaties.

50PLUS  vraagt zich wel af waarom zulke strengere normen ook niet zouden kunnen gelden voor maatschappelijke organisaties buiten de ontwikkelingshulp.

Voorzitter. De Britse premier Keir Starmer heeft recent, vrij acuut, nog eens 0,2% van het ontwikkelingsbudget afgesnoept, ten gunste van meer defensie uitgaven. De Britten verschuiven hun panelen en de vraag is of wij ook een soortgelijke verschuiving kunnen aanbrengen tussen defensie en ontwikkelingshulp. Er wordt nu 2,4 miljard bezuinigd op het budget. Overweegt het kabinet om het niet bij deze bezuiniging te laten blijven? Gaarne een antwoord.

We kunnen 10 miljard extra voor defensie natuurlijk niet uitsluitend uit deze begroting halen, maar de tijdgeest is volgens mijn fractie wel rijp voor nog een extra stap. Vind de minister dat ook?

Voorzitter, alvorens over de defensie industrie te spreken, een algemene opmerking.

De financiële sector heeft jarenlang geweigerd financiële diensten te verlenen aan Nederlandse bedrijven die een deel van hun productie leveren aan Defensie. Ons land moet veilig zijn en beschermd tegen elke vijand, maar om die bescherming mogelijk te maken geven financiële instellingen en pensioenfondsen niet thuis. Jarenlang is actie gevoerd tegen het beleggen door bijvoorbeeld  pensioenfondsen in de Defensie-industrie.

Kan het nog zotter? Ja het kan nog zotter.

Onze regering hinderde bij Buitenlandse Handel onze defensie-industriële bedrijven bij het afsluiten en naleven van internationale contracten. Die mochten geen contracten afsluiten of de bedrijven mochten geen after-service bieden als er iets moest worden aangepast of gerepareerd! Nederlandse bedrijven werden dus bij inschrijvingen geweerd of werden niet gegund omdat Nederland en Nederlandse bedrijven in de defensie industrie niet als betrouwbaar werden beschouwd. Voorzitter, onder druk van Trump en Oekraïne lijkt nu veel vloeibaar te worden, maar wilt u bevorderen dat noch de financiële sector, noch beleggingsfondsen en de overheid ooit nog zo hypocriet te werk kunnen gaan? En al helemaal niet op instigatie van de overheid zelf, waar nota bene Defensie toch ook onder valt?

Kan de minister 50PLUS tot slot garanderen dat bijvoorbeeld bij export krediet verzekeringen geen enkele belemmering of benadeling plaatsvindt, jegens defensie of wapenindustrie gerelateerde bedrijven en projecten?

Vacatures Hoofdbestuur, Financiële Commissie en Commissie van Beroep

Het Hoofdbestuur wil graag voltallig zijn. Het hoofdbestuur heeft per direct één open plek (algemeen bestuurslid) beschikbaar. Daarom bij deze de oproep voor sollicitaties voor de functie van algemeen bestuurslid.

Naast deze vacature binnen het Hoofdbestuur zijn er nog andere vacatures.
De Financiële Commissie bestaat uit twee leden en kan een derde lid goed gebruiken. En de Commissie van Beroep mist nog drie plaatsvervangende leden.
Voor het goed functioneren van 50PLUS is het van groot belang dat alle open plekken ingevuld worden. Daarom roep ik u op om u kandidaat te stellen voor een functie binnen het Hoofdbestuur, de Financiële Commissie, of de Commissie van Beroep.

Wanneer u zich kandidaat stelt voor de functie in het Hoofdbestuur, dan verzoek ik u om dit per
e-mailbericht te doen en deze te versturen naar voorzitter@50pluspartij.nl
In de onderwerpregel gaarne vermelden dat u zich kandidaat stelt als algemeen bestuurslid.

Kandidaten voor de vacatures in de Financiële Commissie en de Commissie van Beroep verzoek ik om zich eveneens per e-mailbericht kandidaat te stellen en deze te versturen naar secretaris@50pluspartij.nl
In de onderwerpregel gaarne vermelden voor welke functie dat u zich kandidaat stelt.

Voor alle vacatures geldt:
In de tekst gaarne uw naam, adres, telefoonnummer en lidnummer vermelden.
Verder als bijlage graag beknopt de reden waarom u zich kandidaat stelt voor de functie en een beknopt CV. Gaarne uw motivatie en CV in één bijlage en in pdf-formaat.

U kunt solliciteren tussen 10 maart en 21 maart 2025, 23:59 uur. Sollicitaties na 21 maart zullen terzijde worden gelegd.
Degenen die zich kandidaat gesteld hebben, kunnen worden opgeroepen voor een gesprek met één van de selectiecommissies. Deze gesprekken zullen plaatsvinden in de periode tussen 24 en 29 maart 2025 op het partijkantoor te Duivendrecht.
De Algemene Ledenvergadering waarin het nieuwe lid van het Hoofdbestuur en leden van de Financiële Commissie en van de Commissie van Beroep verkozen zullen worden, is gepland op zaterdag 31 mei 2025. Alle leden krijgen hiervoor nog een aparte uitnodiging.

Er zijn in een aantal provincies diverse vacatures in de provinciale besturen. Zoals o.a. in Noord-Holland, Flevoland, Overijssel, Zeeland en Utrecht. Wanneer u zich wilt inzetten in een provinciaal bestuur, schroom niet om dit kenbaar te maken via secretaris@50pluspartij.nl. Het is hard nodig om de vacatures aldaar ook op te vullen.

Met vriendelijke groet,

Willem Dekker,
Voorzitter 50PLUS

 

Bijlage:

Functieprofiel Algemeen Bestuurslid

Functies FC en CvB

Over het eigen pensioen beslis je zelf

5 maart 2025

Persbericht 50PLUSpartij: Over het eigen pensioen beslis je zelf

Over het eigen pensioen moet je zelf kunnen beslissen

50PLUS vindt het raar dat pensioendeelnemers niets wordt gevraagd over het eigen pensioen

50PLUS roept op tot inspraak over het eigen pensioen

Pensioen is weer terug op de politieke agenda in Den Haag door een amendement van regeringspartij NSC. Daarin wordt voorgesteld om pensioendeelnemers inspraak te geven over het eigen pensioen via een referendum. Dit gaat over de vraag of mensen willen overgaan naar het nieuwe stelsel of liever in het bestaande stelsel willen blijven. 50PLUS-senator Martin van Rooijen is strijdbaar en roept in deze video-oproep iedereen op om mee te doen aan het behoud van het beste pensioenstelsel ter wereld. In het bestaande stelsel houden mensen meer zekerheid en raken zij de claim op de achterstallige indexatie niet kwijt. Mensen in het nieuwe stelsel lopen meer risico en zijn hun claim op de achterstallige indexatie kwijt. Met dit amendement kunnen mensen zelf beslissen wat er met hun pensioen gebeurt en daarom steunt 50PLUS dit amendement van harte. De Tweede Kamer gaat hierover in maart in debat. De voorstanders van de invoering van de nieuwe wet roepen dat er een belastingtegenvaller komt wanneer het amendement wordt aangenomen. 50PLUS zet hier vraagtekens bij. Het gaat om pensioengeld wat de mensen zelf hebben ingelegd. Volgens 50PLUS zal er dan ook geen sprake zijn van een belastingtegenvaller.

 

Het nieuwe pensioenstelsel is slecht voor iedereen. De gepensioneerden zijn de klos maar ook werknemers worden er niet beter van. Want algemeen wordt verwacht dat werkgevers de pensioenpremies gaan verlagen in ruil voor loonsverhoging en dat betekent op termijn een slechter pensioen. Gepensioneerden zijn tot nu toe buiten de hele besluitvorming gehouden. De politiek heeft besloten ons welvaartsvast pensioen, dat door de pensioendeelnemers zelf bij elkaar is gespaard, te vervangen door een systeem van individuele potjes waarvan niemand exact kan voorspellen wat er uiteindelijk van overblijft. Iedereen heeft behoefte aan zekerheid. Dat geldt ook voor veertigers en vijftigers die nog in de opbouw van hun pensioen zitten. 50PLUS vindt het daarom raar dat mensen niets is gevraagd over het eigen pensioen.

 

Pensioen wordt op termijn slechter met het nieuwe stelsel

Het aannemen van deze wet was voor 50PLUS een hele grote teleurstelling. Dit was echter voor de zomer van 2024 al bekend en voor de regeringscoalitie is dit onderwerp ‘een vrije kwestie’. “Ik heb grote zorgen over die nieuwe pensioenwet”; zegt senator Van Rooijen. “Men tovert prachtige beelden over hogere pensioenen, maar dat zijn bedrieglijke luchtspiegelingen”. De FNV beloofde dat de pensioenen hoger zouden worden maar senator van Rooijen gelooft daar niets van.  50PLUS wil er alles aan doen om ervoor te zorgen dat bestaande pensioenrechten in het bestaande stelsel kunnen blijven. 50PLUS huldigt van meet af aan het standpunt om niet in te varen in het nieuwe pensioenstelsel. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het is nog niet te laat om te stoppen met de transitie, zodat wij ons solide pensioenstelsel kunnen behouden, maar dan met een reële rekenrente.

 

Zorgen over de uitvoerbaarheid van het nieuwe stelsel

De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is sinds 1 juli 2023 ingegaan en uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle fondsen hun transitie hebben afgerond. Drie kleinere fondsen maken de oversteek en als gevolg daarvan krijgen de eerste gepensioneerden in februari een aangepaste uitkering. De meeste fondsen in januari 2026 en hebben daartoe een transitieplan opgesteld waaruit blijkt wat de effecten zijn en hoe bepaalde groepen gecompenseerd gaan worden.

Vanuit de pensioensector klinken er vooral zorgen over de uitvoerbaarheid: de overgang naar het nieuwe stelsel blijkt nu al een kostbare en tijdrovende operatie te zijn. Wanneer pensioenfondsdeelnemers tegen invaren stemmen, dan zouden pensioenfondsen twee systemen naast elkaar moeten aanhouden: de rekening daarvan komt bij de deelnemer terecht. Wat de pensioenfondsen niet vertellen is dat er al meerdere pensioenregelingen naast elkaar bestaan. Zoals bij het ABP voor één voor de burgerdeelnemers en één voor de militairen Pensioenfondsen wijzen er bovendien op dat invaarreferenda de transitie dermate vertragen dat de kosten verder oplopen. Handhaving van het huidige stelsel verhoogt de kosten niet. Je spaart omzettingskosten uit.

Martin van Rooijen over beslistermijnen in asiel- en nareiszaken

De Eerste kamer debatteerde dinsdag over de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken. Senator van Rooijen voerde namens 50PLUS het woord. Onderstaand zijn bijdrage.

Voorzitter,

Hoewel 50PLUS niet heeft meegedaan met de schriftelijke vragenronde met betrekking tot de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken heb ik met veel belangstelling in de verslagen de door andere fracties gestelde vragen gelezen alsmede de beantwoording door de minister. 

Voorzitter, 

Namens mijn fractie maak ik een korte samenvatting van de voorgestelde wijzigingen van dit wetsvoorstel en de daaraan gekoppelde doelstellingen en hoor dan graag van de minister of de weergave juist is.

De beslistermijn voor beoordeling van een asielaanvraag wordt verhoogd naar 9 maanden.

De termijn waarbinnen de staatssecretaris Justitie & Veiligheid (J&V) moet beslissen op een aanvraag van een vreemdeling om herenigd te worden met zijn familie- en gezinsleden, de zogenaamde nareis,  wordt ook verhoogd naar 9 maanden waarbij daarnaast de mogelijkheid bestaat om in individuele zaken deze termijn nog te verlengen. 

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zal bij gebruikmaking van zo’n verlengingsmogelijkheid deze moeten motiveren en deze motivering kan rechtelijk getoetst worden in een procedure wegens niet tijdig beslissen. 

De verlenging van beslistermijnen in nareiszaken heeft bovendien een tijdelijk karakter, drie jaar na inwerkingtreding van deze wet komt die te vervallen.

De verlenging van de beslistermijn in asielzaken voldoet aan artikel 31, lid 3 van de Procedurerichtlijn en de verlenging van de beslistermijn in nareiszaken voldoet aan artikel 5, lid 4 van de Gezinsherengingsrichtlijn waarmee de voorgestelde wijzingen vallen binnen de ruimte die het recht van de Europese Unie de lidstaten biedt.

Dan Voorzitter, de doelstellingen van dit wetsvoorstel. Mijn fractie begrijpt uit de woorden van de minister dat zij dit wetsvoorstel als volgt motiveert.

De behandeling van de almaar stijgende aanvragen om asiel en nareis zorgt ervoor dat de druk op de IND te groot is en ook steeds meer toeneemt. De capaciteit bij de IND is structureel onvoldoende om  aanvragen voor zowel asiel als voor nareis binnen de daarvoor gestelde termijn te beoordelen en af te handelen. Direct gevolg daarvan zijn procedures die aangespannen worden bij de bestuursrechter waardoor ook daar een overbelasting van werkzaamheden ontstaat. Aan deze procedures is de IND ook tijd en menskracht kwijt in verband met het schrijven van verweerschriften waardoor nog minder tijd overblijft om de achterstanden weg te werken en de wachttijdenproblematiek bij de IND enkel toeneemt.

Door verlenging van de beslistermijnen krijgt de IND meer ademruimte en de verwachting van de minister is dat daardoor uiteindelijk minder zaken worden aangespannen wegens overschrijding van de beslistermijn.

Voorzitter, ik vraag de minister of hetgeen ik zojuist naar voren heb gebracht klopt en zo niet of zij dan wil aangeven wat er niet klopt.

Dan Voorzitter kom ik tot het laatste onderdeel van mijn bijdrage. Namelijk de conclusie die mijn fractie vooralsnog trekt uit de bestaande stukken.

Door langere beslistermijnen in te voeren verplaats je feitelijk het probleem, immers ook asielaanvragen die kansloos zijn worden door de termijnverlenging minder snel afgewikkeld waardoor de – zeg maar kansloze – asielzoeker langer in een AZC zal verblijven. Dit terwijl er nu al structureel veel te weinig plekken beschikbaar zijn.

Daarnaast stelt de minister zelf dat de regering niet kan garanderen dat met het verruimen van de behandel- termijnen altijd binnen de maximaal toegestane beslistermijn een beslissing op de aanvraag zal zijn genomen. Bij overschrijding van de termijn kan de aanvrager nog steeds naar de bestuursrechter stappen die de IND een dwangsom kan opleggen wanneer niet binnen de wettelijke beslistermijn een besluit is genomen op de asielaanvraag of de nareisaanvraag.

Dat dit minder vaak zal zijn is vooralsnog slechts een aanname. Is de minister dit met mij eens?

In de nota n.a.v. het verslag van 28 november 2024 zegt de minister letterlijk dat de IND te weinig medewerkers heeft om de huidige werkvoorraad van asiel- en nareiszaken in te lopen en de nieuwe stroom van zaken bij te houden.

Even een blik nieuwe medewerkers IND open trekken is natuurlijk geen optie.

Daarom Voorzitter is de voorlopige conclusie van 50PLUS dat dit wetsvoorstel niet het werkelijke probleem oplost maar dat het slechts wat extra tijdsruimte creëert voor de IND medewerkers.

En de vraag van 50PLUS is of daarvoor een dergelijke wetsvoorstel dient te worden ingezet. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter tot slot begrijpt mijn fractie dat met name het voeren van gesprekken met asielzoekers één van de knelpunten is, dit is tijdrovend en kostbaar denk aan het inhuren van tolken naast de inzet van casemanagers. 

Heeft de minister al overwogen om een deel van de gesprekken te laten plaatsvinden met behulp van AI assistenten? De techniek is inmiddels ver genoeg gevorderd om dit uit te testen en de casemanager van de IND kan dit als hulpmiddel inzetten hetgeen niet alleen veel tijdsbesparing maar ook kwaliteitsverbetering oplevert. 

Een AI assistent mist iedere vorm van vooringenomenheid die bij ons mensen nu eenmaal altijd in meer of mindere mate aanwezig is. 

Ik hoor graag of de minister deze suggestie zinvol vindt en of zij bereid is om te onderzoeken of inzet van AI tot de mogelijkheden behoort. 

Overigens is deze vraag niet geïnspireerd op de Oscar winnende  film “I am not a Robot” maar dit terzijde.

Ik kijk uit naar de verdere beantwoording van mijn vragen.

Wiet2

50PLUS Gelderland: Drive-in coffeeshops langs A15 zijn levensgevaarlijk

De fractie van 50PLUS Gelderland maakt zich grote zorgen over het plan om drive-in coffeeshops te openen langs de A15 in Tiel. Volgens de partij brengt dit grote risico’s met zich mee voor de verkeersveiligheid en kan het leiden tot gevaarlijke situaties op de weg.

Fractievoorzitter Anton van Straten noemt het plan een ‘ramp in wording’. “De provincie heeft een verantwoordelijkheid als het gaat om verkeersveiligheid. Het toestaan van drive-in coffeeshops moedigt indirect aan dat automobilisten onder invloed de weg op gaan, met alle gevolgen van dien.”

Naast de risico’s voor verkeersveiligheid wijst 50PLUS ook op juridische bezwaren. De overheid moet volgens hen geen situaties creëren die problematisch en risicovol gedrag faciliteren. Het gedoogbeleid rondom softdrugs is al complex genoeg, en het openen van drive-in coffeeshops zou dit alleen maar ingewikkelder maken.

50PLUS roept het provinciebestuur op om deze plannen te heroverwegen en zich te richten op beleid dat de veiligheid van alle weggebruikers waarborgt. De partij benadrukt dat preventie en handhaving op dit gebied essentieel zijn om ongelukken te voorkomen.

Klik hier voor het artikel

Martin van Rooijen eerste kamer 16 11 2021

Na oproep van senator Van Rooijen: Paul Rosenmöller treedt terug uit bestuur ABP

Eerste Kamerlid Paul Rosenmöller, fractievoorzitter van de gecombineerde fracties van PvdA en Groen Links in de senaat, legt per 1 maart zijn functie neer als betaald bestuurder van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. De eerste termijn van Rosenmöller als bestuurder van het ambtenarenpensioenfonds loopt officieel tot 1 december van dit jaar en herbenoeming was nog mogelijk.

Rosenmöller lijkt met zijn terugtreden gehoor te hebben geven aan de druk die op hem is uitgeoefend om deze dubbelfunctie op te geven nu de regelgeving rond pensioenen in het parlement herhaaldelijk aan de orde is. Senator Van Rooijen van 50PLUS heeft Rosenmölller tijdens de algemene gemene politieke beschouwingen in de Eerste kamer daartoe opgeroepen en maakte er ook op Twitter geheim van dat de dubbelfunctie van Rosenmöller ongewenst was.

De druk op Rosenmöller nam toe nadat bekend werd dat pensioenfondsen, waaronder het ABP, tijdens de kabinetsformatie de formateurs beloofden miljarden in de woningbouw te zullen investeren als het nieuwe kabinet zou afzien van wijzigingen in de wet Toekomst Pensioenen. Van Rooijen, die lid was van het Verantwoordingsorgaan van het ABP, legde in reactie daarop zijn functie neer.

Oud-informateur Plasterk viel afgelopen week in zijn column in De Telegraaf het ABP en Rosenmöller fors aan vanwege het activistische beleggingsbeleid van het fonds en het verlies dat daarmee in 2022 gepaard zou zijn gegaan.

14 09 2022 martin 960

Martin van Rooijen over Begrotingsstaten Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025

Voorzitter,

We gaan even terug in de tijd toen de desastreuze verhuurdersheffing werd ingevoerd onder Rutte II op 1 januari 2013 mede waaraan uiteindelijk de enorme stagnatie in de woningbouw te wijten is. Deze verhuurdersheffing moest de Staatskas spekken met als direct gevolg dat wooncorporaties niet meer investeerden  in het bijbouwen van woningen. 50PLUS heeft zich altijd fel verzet tegen deze heffing die per januari 2023 werd afgeschaft maar het leed was toen al geschied.

In het Regeerprogramma staat een zeer ambitieuze bouw doelstelling  van 290.000 seniorenwoningen.

Ik vraag de minister of dit gaat lukken? Veel hangt af van de gemeenten en of er voldoende financiële middelen  beschikbaar zijn. Gemeenten klagen nu al hardop dat zij in financiële problemen verkeren. Kan de minister  bevestigen dat zij wil bijspringen als er knelpunten zijn?

De paniek op de woningmarkt is thans groot, afspraken in de Woontop 2024 moet de oplossing bieden.

Onder punt 7 van deze afspraken staat; ik citeer:

Er moeten voldoende middenhuurwoningen zijn voor  starters en voor mensen die willen doorstromen naar een huis dat past bij een volgende levensfase, zoals gezinnen en senioren”.

Voorzitter, reeds in 2019 wees 50PLUS de toenmalige Regering op het nijpende tekort aan voldoende geschikte woningen voor ouderen. Bij motie Van Rooijen c.s. d.d. 17 december 2019 die met algehele stemmen werd aangenomen werd verzocht om woon(zorg) visies op te stellen zodat gemeenten daarop konden acteren.

Voorzitter, ik vraag de minister of deze woonvisies zijn opgesteld en in hoeverre deze daadwerkelijk zijn uitgevoerd door alle gemeenten. Kan de minister in ieder geval het absolute aantal van de gebouwde seniorenwoningen geven vanaf 2020 tot heden en is dit conform de vastgestelde verwachtingen?

Voorzitter,

Op 1 juli 2024 trad de Wet betaalbare huur (WBH) in werking en wierp zijn schade al in eerste helft 2024 vooruit. De bestaande voorraad woningen van private verhuurders nam met ongeveer 11.000 af nog voordat de WBH van kracht werd. Het is duidelijk dat de WBH een grote impact heeft op de woninghuurmarkt met name voor particuliere verhuurders en speciaal voor de kleine beleggers.  Zelfstandigen en boeren: zij hebben geen pensioen en moeten leven van rendabele huren. Deze wet  is zeker in combinatie met veel te hoge druk van de box 3 belasting een zware klap. De nu aangekondigde extra verhoging  van het  fictieve rendement  tot met 2% tot bijna 8% komt daar nog bovenop. Waar zijn wij mee bezig? De fiscale druk voor verhuurders zorgt voor verkoop (het uitponden) van huurwoningen met als gevolg dat deze in aantal (in de private sector) afneemt.

Het tekort aan sociale huurwoningen wordt daarmee niet opgelost. Het middensegment droogt op.

Mijn fractie is enthousiast over de verlaging  per 1 januari 2026 van de overdrachtsbelasting voor beleggers in woningen van 10,4%  naar 8%.

Maar die belasting zou verder terug moeten naar het oude standaard tarief van 6%. Want ook die 8% drukt het rendement van investeringen.

Voorzitter, ik vraag de minister hoe zij denkt dat de Wet betaalbare huur een gunstig effect zal hebben gelet op de sociale huurmarkt. Is er wel een gunstig effect? Deelt de minister onze grote zorgen. Moet de wet niet aangepast worden? Graag haar visie.

Kan zij aangeven hoeveel huurwoningen in de particuliere sector tot eind 2024 zijn verkocht? En Voorzitter, zo vraag ik de minister, waarom zien we dit niet terug in een marktdaling van de verkoopprijs van woningen? Want dat was waarop de invoering WBH gebaseerd was, het terugdringen van woningtekorten, het verbeteren van betaalbaarheid van huurwoningen en stimuleren van lokale woningbouwcorporaties om te investeren in woningbouw.

De aangenomen Motie Van-Rooijen 36.496, T vroeg om een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de WBH binnen een periode van 3 jaar werd vooralsnog afgedaan met de mededeling dat dit op een later moment ten uitvoer wordt gebracht.

Maar Voorzitter, daarbij stond ook de aantekening dat de effecten van de wet in de praktijk zouden worden gemonitord en dat ons Huis daar periodiek over wordt geïnformeerd. Het eerste half jaar na invoering is nu ruimschoots voorbij, kan de Minister aangeven conform de toezegging hoe de monitoring tot nu toe is verlopen? Kan zij mij in ieder geval de toezegging doen dat wij als Kamer een evaluatie krijgen vóór 1 juli 2025?

En mocht deze monitoring aantonen dat de WBH enkel nadelige effecten heeft – zoals vooralsnog blijkt uit praktijk – wordt deze prutswet dan zo snel mogelijk  heroverwogen? Mijn fractie heeft uit overtuiging tegen de wet gestemd. Het was in ons Huis een dubbeltje op zijn kant of de WBH het ging halen. Wil de minister de wet heroverwegen?

Voorzitter, bij de vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvestiging en Ruimtelijke Ordening heeft de Tweede Kamer volop gebruik gemaakt van haar recht op amendement waarbij specifiek aandacht wordt gevraagd voor diverse groepen op de woningmarkt. Ik som enkele  van de aangenomen amendementen op.

Amendement Grinwis en De Hoop : behoefte aan voldoende woningen voor dak- en thuisloze mensen, uitstromers uit instellingen (intramurale voorzieningen) en mensen meteen sociale of medische urgentie.

Amendement Grinwis en Vijlbrief: de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen: specifiek voor studentenkamers

Amendement Grinwis en Peter de Groot: Het revolverend nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen moet koopstarters een betere positie geven op de woningmarkt.

Amendement Grinwis en De Hoop: woningen die betaalbaar zijn voor mensen met een laag of middeninkomen.

Laat ik uitdrukkelijk stellen dat 50PLUS ieder van deze amendementen gesteund zou hebben als wij vertegenwoordiging hadden in de  Tweede Kamer.

Maar, Voorzitter, valt u iets op? Mij wel! Geen woord maar dan ook geen woord over één van de grootste groepen in de samenleving namelijk de senioren die smachten naar betaalbare seniorenwoningen waar een gigantisch tekort aan is. Door een totaal gebrek aan woonvisie van de vorige kabinetten Rutte waarbij totaal geen rekening werd gehouden met de toenemende vergrijzing is dit tekort ontstaan.

Gevolg is dat senioren die graag kleiner willen gaan wonen maar wel met een voor hen betaalbare huur, nu in gezinswoningen zitten wat doorstroom voor starters en gezinnen blokkeert.

IK ben erg geschrokken van wat  Zita Pels, een  Groen Links wethouder in Amsterdam zei op 15 februari, ik citeer:

Mochten kinderen uit huis zijn, dan moeten de ouders verleid worden om kleiner te gaan wonen. Doen zij dat niet dan kunnen zij  mogelijk daartoe verplicht worden  met een clausule in het huurcontract”.

Voorzitter, Wat denkt die bestuurder wel. Dit gaat alle perken te buiten. Dit bevordert het draagvlak voor kleiner te gaan wonen niet. Integendeel. Bovendien moeten er eerst voldoende geschikte woningen voor deze doelgroep zijn en deze doelgroep moet het dan ook zelf natuurlijk nog willen.

Kan de minister van de woorden van deze wethouder afstand nemen?

Voorzitter ik wacht de antwoorden van de minister met belangstelling af.

Martin van Rooijen in de Eerste Kamer - Foto: Serge Ligtenberg

Martin van Rooijen over begroting Sociale Zaken & Werkgelegenheid

Speech Martin van Rooijen (50PLUS) bij de Begroting Sociale Zaken & Werkgelegenheid 2025.

1. Voorzitter, een van de belangrijke verantwoordelijkheden van deze minister is het pensioen van ons Nederlanders en dan wat mij betreft met name de Wet toekomst Pensioenen, WTP, de nieuwe Nederlandse pensioenwetgeving.

2. Dit begrotingsdebat vindt plaats kort voordat hierover een belangrijk debat plaats gaat vinden aan, wat wij vroeger noemden, “de overkant”, dus in de Tweede Kamer, over het met een jaar verlengen van de periode voor invaren van de bestaande pensioenen. En dat was op een breed verzoek van de Eerste Kamer

3. Oorspronkelijk zou dát debat al hebben plaatsgevonden, maar omdat de Tweede Kamer extra advies heeft gevraagd aan de Raad van State over een amendement van de leden Joseph en Omtzigt van NSC en van Vermeer van BBB, zijn wij hier nu eerst aan de beurt.

4. Het gaat om een wezenlijk element van de WTP, waarover ik in dit Huis bij eerdere debatten reeds het nodige heb gezegd. Het individueel bezwaarecht van de deelnemers en gepensioneerden van art 83 van de pensioenwet. Dat bezwaarrecht is voor de WTP gewoon geschrapt. Dat raakt het hart van de belangen van mijn achterban, de ouderen.

5. Enerzijds wil ik begrijpen dat de minister door deze samenloop van omstandigheden vandaag het achterste van zijn tong nog niet kan laten zien, anderzijds hoop ik op begrip van zijn kant dat ik, als bij uitstek vertegenwoordiger van 50PLUS Nederland, een aantal elementen in de lopende discussie wil benadrukken, nu de besluitvorming omtrent de WTP weer in beweging is. Graag hoor ik zijn reacties daarop.

6. Wat mij, en ik denk iedereen, opviel was dat de aankondiging door mevrouw Joseph van haar amendement onmiddellijk een tsunami van boosheid veroorzaakte bij de gevestigde orde in en rondom de pensioenwereld. Let wel, alleen boosheid bij de voorstanders van de WTP, die de wet bedacht hebben.

7. Tjonge, wat zijn ze daar benauwd dat Nederlands officiële democratische instelling, de Staten-Generaal, zich durft te bemoeien met wat zij kennelijk beschouwen als hun eigen polderspeeltje.

8. Terwijl in de Tweede Kamer, en wat mij aangaat ook dit huis, zorgen zijn over de belangen van de gepensioneerden zelf, schreeuwt de polder: “Afblijven! Dat is van ons! Jullie weten er niets van!”

9. Om vervolgens te komen met berekeningen en voorspellingen, stuk voor stuk onjuist, die de politiek bang moeten maken voor de gevolgen als die zich ermee gaat bemoeien. “Dan komen reusachtige belasting-tegenvallers!” “Dit gaat enorm veel geld kosten”, en meer van dit soort kreten, die Den Haag de stuipen op het lijf moeten jagen.

10. Voorzitter, allereerst die paniek. Zijn ze daar echt bang voor rampzalige gevolgen, of is het vooral boosheid dat de democratie misschien toch ja, wie weet zelfs ingrijpende belangstelling heeft voor hun handjeklap na jaren van onderhandelen tussen werkgevers, werknemers, de overheid en de financiële sector?

11. Een uitkomst, voorzitter, waarvan zij van alles mochten vinden, maar waar de pensioengerechtigden, van wie tenslotte die pensioenspaarpot is, geheel buiten werden gehouden. En daar ook straks niets, nee, helemaal niets over mogen zeggen. Ik zeg al sinds 2010: gepensioneerden zitten niet aan tafel, maar staan wel op het menu.

12. Vervolgens was ik verbaasd over de kwaliteit van hun argumenten. Hun sommen klopten gewoon niet. En zij moeten ze ons pensioen beleggen en berekenen? Je houdt je hart vast!

13. Wat in de pot zit, voorzitter, is afgetrokken van de belasting toen het er in werd gedaan, en wordt belast als het eruit gaat. De omkeerregel heet dat in fiscaal jargon. Het amendement van mevrouw Joseph raakt daar niet aan. Is de minister dat met mij eens?

14. Ja, door juiste beleggingen kan er meer in de pot komen. Prachtig, maar dat is een belastingmeevaller ooit, die nu nog helemaal niet in beeld kán zijn. O ja, tegenvallende beleggingen betekenen dus strakjes minder belasting voor de overheid. Dat moet u dan eens aan Klaas Knot vragen van de Nederlandsche Bank, die met zijn Rekenrente voor miljarden aan tegenvallers heeft gezorgd. 100 miljard vermogensverlies op rentederivaten door de stijgende rente. En bijvoorbeeld bij het ABP voor 21,3% niet gegeven indexatie

15. Maar Knot en zijn Bank behoren tot het poldergezelschap en op hem hoort u uit die hoek dus geen kritiek! Nee, die kritiek komt naar ons toe, waar die juist niet thuis hoort. Het zijn juist de democratische instellingen, de Staten-Generaal, waar de burgers op moeten kunnen rekenen dat ten minste dáár hun belangen openlijk worden besproken en bediend.

16. Voorzitter, weet ú wat pas duur is aan die WTP? Dat is het invaren. Het omzetten van die miljoenen pensioenen in individuele potjes kost geen goud, maar platina. Iedereen die een beetje kan rekenen is dadelijk nodig in de pensioensector. En dát gaat miljarden kosten. Maar dat vertellen ze er niet bij. Het is een fantastisch verdienmodel voor het leger van adviseurs dat in actie is

17. Kunt u bevestigen, minister, dat het hier om miljarden zal gaan, voor rekening van de gepensioneerden? Daar is ze niet om gevraagd. Die rekening wordt gewoon achter hun rug om geïnd.

18. Kijk, voorzitter, dáár hoor ik die polder met al hun gewichtigdoenerij niet over! De pensioengerechtigden zijn de sluitpost voor de sector die juist hún belang zou moeten dienen. Ik zou zeggen: gelukkig dat er nog democratie is in Nederland!

19. Een democratisch huis dat niet alarmistisch praat over belasting-tegenvallers, alsof dat allerlei andere plannen van de regering onmogelijk gaat maken. Of waarom de tarieven omhoog zouden moeten. Om de mensen thuis ook nog bang te maken.

20. Graag zou ik van de minister zíjn commentaar horen op wat ik net allemaal heb gezegd. Hij mag de verwijten voor mijn rekening laten, maar ik vraag hem: wilt u de Kamer uitleggen hoe het zit met belastingmeevallers en -tegenvallers in verband met de WTP?

21. Verwacht u tegenvallers door het later of misschien helemaal niet invaren? Heeft u een ruwe schatting wat het invaren zelf extra gaat kosten door het inhuren van externe deskundigen? Is daar een vuistregel voor? Wat kost het per 100.000 gepensioneerden? Wilt u bevestigen dat die rekening betaald wordt door de gepensioneerden?

22. Voorzitter, de gepensioneerden hebben noch collectief, noch individueel het recht van bezwaar tegen het verlies van hun eigendomsrecht. Mijn motie ( 36.067,K )om het individueel bezwaarrecht te behouden, is hier in dit huis jammerlijk weggestemd. Ik voorspelde destijds dat dit de achilleshiel zou worden van de WTP, ook bij de rechter.

23. De Tweede Kamer heeft vervolgens de gezaghebbende jurist prof. Peters om advies gevraagd. Hij heeft bevestigd dat het schrappen van het individueel bezwaarrecht juridisch kwetsbaar is.

24. Dat betekent dat er dadelijk tientallen processen zijn te verwachten van groepen van gepensioneerden die zich in meer dan één opzicht bestolen voelen. Dat gaat héél veel geld kosten als de rechter hen in het gelijk stelt. Heeft u daar al geld voor gereserveerd, minister?

25. Het amendement Joseph beoogt nu een collectieve oplossing, namelijk een referendum. Wat mij betreft second best, maar beter dan helemaal niets. Ik zal de minister nu en hier niet om zijn oordeel hierover vragen. Dat zal straks in de Tweede Kamer blijken.

26. Wel vraag ik hem hoe het kan dat ook ambtenaren van zijn ministerie en van Financiën zo fel reageerden met een belastingtegenvallernotitie waar niemand om had gevraagd?

27. Ik neem toch aan dat u niet om die notitie had gevraagd. Wie dan wel? Kunt u dat zeggen? En wie gaf opdracht om die notitie te lekken? Is de dader soms die persoon, die zijn nachten meestal doorbrengt op het kerkhof? Ligt-ie daar?

28. Was die notitie niet vooral bedoeld als bangmaak-notitie voor de politiek? Om onrustige Kamerleden tot de orde te roepen. Om fractievoorzitters die niet zitten te wachten op nieuwe gaten in de schatkist te alarmeren?

29. Wat vond u zelf van die notitie? Kwam die betrouwbaar en overtuigend over? Heeft u er over gesproken met uw collega Heinen? Was die ook bang voor gaten in de schatkist als pensioengerechtigden hun mening zouden mogen geven? Dat dan het feest van invaren niet door zou gaan en dat hij dan minder belasting binnen zou krijgen?

30. Mag ik tenslotte van u weten waarvoor overheid en pensioensector eigenlijk zo geweldig bang zijn als het gaat om de uitkomst van dat referendum? Als het Nederlandse pensioenstelsel niet alleen geweldig was, maar ook geweldig blijft, dan verwacht u toch een enthousiast en volmondig “JA!” als uitslag? Graag een reactie.

31. Wie wil er niet invaren in een stelsel waar iedereen er op vooruit gaat? Althans, als we de geluiden uit de pensioensector mogen geloven.

32. Voorzitter, ik verwacht op mijn vragen een helder antwoord. Sterker, ik denk dat het als verfrissend zal worden ervaren als de minister niet kritiekloos aansluit bij de optocht van de polder, maar met gezag hier zijn eigen oordeel geeft over de gang van zaken. Bent u daartoe bereid , zo vraag ik u?

Naar aanleiding van de antwoorden van de minister op onze schriftelijke vragen heb ik nog een aantal andere vragen.

1. In de nota naar aanleiding van het verslag, bij het antwoord op vraag 1, gaat de regering in op enkele consequenties van een hervorming van het belastingstelsel naar een stelsel zonder heffingskortingen en aftrekposten. Dit lid heeft echter gevraagd wat de regering vindt van de uitholling van de grondslag voor de AOW, gelet op het feit dat een deel van de uitkeringsgerechtigden, relatief meer AOW-premie betalen dan werkenden en mensen in loondienst meer AOW-premie betalen dan zelfstandigen. Erkent de regering überhaupt dat er sprake is van uitholling van de grondslag? Erkent de regering dat bij de heffing van de AOW-premie veel relatief ‘sterke schouders’ niet of nauwelijks meebetalen? Erkent de regering dat zelfstandigen naast de zelfstandigenaftrek ook de arbeidskorting kunnen verzilveren, en dat daarmee de groei van een gesubsidieerde c.q. geprivilegieerde groep wordt gestimuleerd die de arbeidsmarkt verstoren?

2. Naar aanleiding van het antwoord op vraag 5 en figuur 5, van de nota naar aanleiding van het verslag, concludeert dit lid grofweg dat gepensioneerden met een pensioen van > 1000 bruto per maand, sinds 2011 een koopkrachtverslechtering hebben ervaren en dat gepensioneerden met een pensioen van < 1.000 euro bruto per maand over dezelfde periode de koopkracht nog is toegenomen. Deze inzet sinds 2011, of wellicht al eerder, lijkt door dit kabinet te worden gecontinueerd. Klopt dat?

3. Deelt u de observatie dat gepensioneerden met een aanvullend pensioen van > 1.000 euro minder vertrouwen krijgen in een regering, als zij elk jaar te horen krijgen dat “gepensioneerden er weer op vooruit gaan” terwijl zij juist steevast moeten inleveren? Vindt de regering net als dit lid dat deze doelgroep meer eerlijkheid verdient van de regering en van haar gekozen vertegenwoordigers? Als het staand beleid is dat gepensioneerden met een pensioen van < 1000 per maand er op vooruit mogen gaan en bij > 1.000 niet, dan kan daar toch gewoon eerlijk over gecommuniceerd worden?