Martin van Rooijen: Inbreng Begrotingsstaten Gemeentefonds

Voorzitter,

Het rommelt in Gemeenteland. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bereidt juridische stappen voor tegen het Rijk om meer geld te krijgen voor jeugdzorg. Ruim 200 wethouders waren twee weken geleden in Den Haag om hun boosheid, verbijstering én hun teleurstelling over de bezuinigingen van het kabinet voor het voetlicht te brengen. Het verhaal is bekend. Sinds Rutte II zijn er meerdere intensieve overheidstaken verplaatst van het Rijk naar gemeenten, denk aan de jeugdzorg maar ook aan de WMO. Dat waren beleid exercities, die werden ingegeven door een grote bezuinigingsopdracht, waardoor de overdracht van taken gepaard ging met flinke kortingen op de budgetten. Met teksten zoals “het beleid dichter bij de mensen brengen” werd dat aan de burgers verkocht als een verbetering. De ronkende verkoopteksten van destijds staan nog steeds Rijksoverheid.nl:

– Minder regeldruk voor inwoners.
– De regels moeten zo eenvoudig mogelijk zijn.
– Inwoners met ingewikkelde problemen kunnen terecht bij 1 aanspreekpunt.
– De geldstromen aan gemeenten worden eenvoudiger ingericht.
Maar daar geloven heel veel burgemeesters en wethouders eigenlijk geen bal meer van. De taken en verplichtingen van gemeenten rezen de pan uit, terwijl de verlaagde budgetten ook structureel achterbleven bij de ambities. De afgelopen jaren, met de oploop van het nominale BBP en de economische groei, was het allemaal nog net bol te werken maar nu er een nieuwe grote korting voor 2026 aanstaande is, van om en nabij de 2,5 miljard, spreken ze in Gemeenteland van een aanstaand “ravijnjaar”, worden er juridische stappen voorbereid tegen het Rijk en komen de wethouders massaal naar den haag om te protesteren. Zoals ik al zei aan het begin: “het rommelt weer in Gemeenteland“.

50PLUS vraagt zich af of wij de decentralisaties van de domeinen (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet) kunnen bestempelen als een succes of niet?

Ik weet niet of er na 2020 nog een grote evaluatie van de decentralisaties in het sociale en zorgdomein is geweest voorzitter? Maar het bepalen van succes op macroniveau kan wat 50PLUS betreft grotendeels worden bepaald aan de hand van de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in de gedecentraliseerde domeinen. 50PLUS wil dan ook weten of er cijfers beschikbaar zijn over de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in de gedecentraliseerde domeinen sinds de decentralisatie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, mag ik die dan vandaag van de minister ontvangen? In de evaluatie van het sociaal en cultureel planbureau uit 2020, komen de woorden doelmatigheid en arbeidsproductiviteit niet 1 x voor, terwijl dat bij de inzet van de hervorming juist nog toverwoorden waren. Is dat misschien, omdat er op die punten helemaal niets wezenlijks is waargemaakt? Er is helemaal geen toename van de doelmatigheid en de arbeidsproductiviteit in de gedecentraliseerde sectoren. Als dat zo is, dan is één van de belangrijkste doelen van de hervorming, misschien wel dé belangrijkste, toch faliekant mislukt? De oorspronkelijke kortingen op de budgetten, weliswaar niet van deze minister maar van Rutte II en III, werden toch gelegitimeerd door potentiële verbeteringen in productiviteit, doelmatigheid en het ‘dichter bij de mensen brengen’ van het sociale beleid?

De beleidsevaluatie uit 2020 “sociaal domein op koers”, uitgevoerd door het sociaal en cultureel planbureau, beschrijft de decentralisaties als een work in progress. 50PLUS kan zich na het herlezen van deze evaluatie niet aan de indruk onttrekken dat we een onafhankelijke evaluatie zouden moeten verrichten, waar bij de opdrachtverlening duidelijk wordt gemaakt dat de ontwikkeling van arbeidsproductiviteit en doelmatigheid in de gedecentraliseerde domeinen grondig moet worden onderzocht. Wil de minister een dergelijk onderzoek ook laten doen en zo nee waarom niet?

50PLUS ziet niet dat we op het punt van productiviteit veel vooruitgang hebben geboekt. Dat het aantal functionarissen wat betrokken kan zijn bij een zaak in het sociale domein echt fors is gereduceerd? Maar wij laten ons graag informeren door de minister. Wél hebben wij de overtuiging dat arbeidsproductiviteit een doorslaggevende factor moet zijn om hervormingen te beoordelen. In de gedecentraliseerde sectoren moet de productiviteit omhoog, om de hervorming te legitimeren. Is de minister dat met ons eens en zo nee waarom niet.

De technische kant van deze vraag is natuurlijk of de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in sectoren zoals de jeugdzorg en de Wet maatschappelijke Ondersteuning überhaupt wel goed meetbaar is? Zijn deze cijfers beschikbaar of beschikbaar te maken? Indien nee, is de minister dan bereid om de vraag ook te laten beantwoorden door experts op het gebied van arbeidsproductiviteit? Want 50PLUS heeft veel respect voor deze minister, maar dit oordeel moet wat ons betreft echt een keer gegeven worden door mensen van buiten de politiek en de ambtenarij. Is de minister dat met ons eens?

Laat het duidelijk zijn dat 50PLUS deze inzet niet koestert omdat wij de decentralisaties per se willen terugdraaien of omdat wij met meer doelmatigheid willen bezuinigen op deze dossiers. Integendeel. Elke winst die we kunnen boeken door een betere inrichting van de processen en procedures, moet en kan zich vertalen naar meer capaciteit, betere beschikbaarheid en een hogere klanttevredenheid.

50PLUS is op dit punt altijd vol lof geweest over de benchmark van Aedes. Met dit instrument worden alle woningcorporaties vergeleken op tal van indicatoren, waaronder ook over overhead- en managementkosten. Voor corporaties is het, bij wijze van spreken, een sport geworden om niet onderaan de benchmark te eindigen. Het is geen race naar de bodem maar een instrument om gezonde concurrentie op het terrein van kosten te bewerkstelligen. Deelt de minister de houding van 50PLUS t.a.v. de benchmark van Aedes? Bestaat er voor gemeenten, vanuit het Rijk of beter nog vanuit VNG, ook een op de kostenstructuur gerichte benchmark rapportage, en zo nee, zou het daar niet tijd voor worden? Dankuwel.

50PLUS uit zorgen over aantasting parlementaire rol door gebruik goedkeurend beleidsbesluit

Voorzitter,

In de brief van 12 december 2023 aan de Tweede en Eerste Kamer schrijft de demissionaire Staatssecretaris van Financiën dat hij gebruik wil maken van een, voor de Staten-Generaal nieuw, wetgevingsinstrument, namelijk een goedkeurend beleidsbesluit.
De context waarin dit zijns inziens zou moeten gebeuren laat ik voor nu achterwege. Waar het mijn fractie om gaat is de vraag of zo’n goedkeurend beleidsbesluit als wetgevingsinstrument wel deugdelijk en aanvaardbaar is.
Onder een goedkeurend beleidsbesluit wordt verstaan een beleidsbesluit dat zonder wettelijke basis afwijkt van wetgeving, vooruitlopend op de inwerkingtreding van een wetsvoorstel.

Voorzitter,

Kennelijk is het de wens om met behulp van het goedkeurend beleidsbesluit fouten en tekorten in nieuwe wetgeving in formele zin op korte termijn te repareren. Blijkens genoemde brief heeft de Afdeling Advisering van de Raad van State aandacht gevraagd voor de keerzijde van de werkwijze met het goedkeurend beleidsbesluit.
Volgens de Afdeling zet ruimhartige inzet van goedkeurende beleidsbesluiten de democratische legitimatie en de rechtsstatelijkheid van regels de kwaliteit van de regels de kwaliteit van de (politieke) besluitvorming en de kwaliteit van de uitvoering onder druk.
Blijkens genoemde brief acht het (toenmalige) kabinet goedkeurende beleidsbesluiten onder omstandigheden passend, maar onderkent het dat aan de ruimhartige inzet ervan belangrijke nadelen kleven. De afwijking steunt immers (nog) niet op een wettelijke grondslag en is daarom comptabel onrechtmatig. Bovendien doorloopt zij niet het wetgevingsproces dat in democratische legitimatie en kwaliteitswaarborgen voorziet.De Staten-Generaal vervult bij zo’n goedkeurend beleidsbesluit geen medewetgevende rol. Wel worden beide Kamers vooraf geïnformeerd, zodat zij bezwaar kunnen maken.
Voorzitter, mijn fractie concludeert dat:
1. voor een goedkeurend beleidsbesluit géén wettelijke grondslag bestaat;
2. de Staten-Generaal bij zo’n goedkeurend beleidsbesluit in hun rol als medewetgever worden gepasseerd;
3. de inhoud van een goedkeurend beleidsbesluit in vrijwel alle gevallen zal afwijken van de op dat moment geldende wetgeving;
4. de Staten-Generaal wordt beperkt in hun vrije oordeelsvorming en besluitvorming, omdat verwacht gaat worden dat zij in een later stadium het wetsvoorstel, dat dezelfde aangelegenheid formeel zal regelen, zullen aannemen.
Daarnaast is 50PLUS van oordeel dat er voor spoedeisende gevallen een goed alternatief is, namelijk een spoedwet. De praktijk laat zien dat beide Kamers altijd bereid zijn daaraan hun medewerking te verlenen, zodat de aangelegenheid op de juiste en op verantwoorde wijze kan worden geregeld. Een spoedwet is dus in feite de koninklijke weg om te regelen en geeft beide Kamers de gelegenheid hierover een oordeel te geven.
Het instrument “goedkeurend beleidsbesluit” raakt dus principieel aan de grondwettelijk positie van beide kamers der Staten-Generaal in het wetgevingsproces, het doet daar afbreuk aan, en verdient daarom op zijn minst nadere wederzijdse aandacht van regering en parlement.

Voorzitter, mijn fractie stelt de volgende vragen aan de minister.
– Ziet de minister net als mijn fractie de principiële, aan de Grondwet ontleende, bezwaren? Zo niet, waarom niet?
– Hoe beoordeelt de minister een regeling die via een goedkeurend beleidsbesluit tot stand is gekomen terwijl daarna de kans bestaat dat het latere wetsvoorstel door de Staten-Generaal wordt verworpen? Kan de minister hier op reflexteren?
– Is de minister het met mijn fractie eens dat een spoedwet een goed alternatief is? Zo nee, waarom niet zo vraag ik haar.
– Is de minister het eens met de stelling dat in de afweging om een spoedwet te entameren dan wel de procedure te volgen van goedkeurend beleidsbesluit de voorkeur zonder meer moet uitgaan naar het entameren van een spoedwet, gelet op de Grondwettelijke positie van de Staten-Generaal? En als de minister het niet eens is met dit standpunt van 50PLUS dan horen wij graag van haar waarom niet?
– De uitkomst van deze afweging wordt nog versterkt door het gegeven dat voor een goedkeurend beleidsbesluit een formeel wettelijke grondslag ontbreekt en de inhoud van een goedkeurend beleidsbesluit veelal contra legem zal zijn. Deelt de minister deze opvatting? Zo nee, waarom niet?
– Waarom zijn de door de Raad van State geformuleerde sterke contra-argumenten voor het kabinet toch niet doorslaggevend geweest? Graag een motivering van de minister.
Voorzitter,
De zorgen van 50PLUS nemen alleen maar toe want in december 2024 zijn twee goedkeuringsbesluiten genomen met de toezegging dat in het eerste kwartaal 2025 de wetsvoorstellen hierover zouden worden ingediend. Echter tot heden is dat niet gebeurd. Deelt de minister deze zorgen? Zo, niet waarom niet?
Mijn fractie concludeert dat aan het instrument “goedkeurend beleidsbesluit” grote bezwaren verbonden zijn, en dat het gebruik van dit instrument afbreuk doet aan de positie van de beide Kamers der Staten-Generaal in het wetgevingsproces.
Op basis van deze conclusie stel ik de minister de volgende indringende vraag.
Is het Kabinet bereid om er voor zorg te dragen dat dit instrument in de toekomst niet meer zal worden gebruikt?
Ik zie uit naar de beantwoording van de gestelde vragen.

Algemene Leden Vergadering op 31 mei 2025

Op zaterdag 31 mei 2025 wordt een Algemene Ledenvergadering (ALV) gehouden.

De ALV vindt plaats in het provinciehuis van Noord-Holland: Paviljoen Welgelegen, Dreef 3, 2012 HR Haarlem. We starten voor belangstellenden met een rondleiding in het provinciehuis om 09:45 uur precies en eindigen uiterlijk om 10:25 uur.

Daarna zal, met inbreng van onze politieke leider Martin van Rooijen, het symposium van het W.I. om 10.30 uur aanvangen. Tijdens dit symposium zal de gelegenheid geboden worden om over het gepresenteerde te discussiëren.

Aansluitend is het tussen 12.30 tot 13.30 mogelijk te lunchen en elkaar informeel te spreken.

De Algemene Ledenvergadering start om 13.30 uur en zal tot ongeveer 16.00 uur duren.

Nadere informatie over route naar de locatie, parkeermogelijkheden en bereikbaarheid per openbaar vervoer worden bekend gemaakt op de website en per e-mail uiterlijk op vrijdag 16 mei 2025.

Hieronder volgt de concept agenda en algemene informatie inzake deze ALV. De amendeerbare stukken (agendapunten 4, 5, 7 en 9) zijn via een link bij het betreffende agendapunt toegevoegd of worden nog per 18 april bijgevoegd. De leden die deze convocatie per post wensen ontvangen, krijgen deze documenten toegestuurd na eenvoudig verzoek aan het partijkantoor (alv@50pluspartij.nl). Verdere informatie wordt bekend gemaakt op 16 mei 2025.

Zaal open vanaf 09.15 uur

Rondleiding door het provinciehuis van 09.45 tot 10.25 uur. Graag aanmelden vóór 2 mei 2025, uiterlijk 23.59 uur.

Symposium met discussie item, georganiseerd door het Wetenschappelijk Instituut 50PLUS met inbreng van Martin van Rooijen

Einde rondleiding en symposium W.I. rond 12:30 uur

Lunch 12.30 uur – 13.30 uur

(Deze lunch wordt aangeboden door het W.I.)

Concept Agenda ALV – aanvang 13.30 uur, einde 16.00 uur

  1. Opening, mededelingen plus testen stemkastjes met testvraag (Presentatie Voorzitter Willem Dekker die tevens de stemuitslag vaststelt)
  2. Instelling onafhankelijke stemcommissie
    (Presentatie Voorzitter Willem Dekker die tevens de stemuitslag vaststelt)
  3. Vaststelling agenda
    (Presentatie Voorzitter Willem Dekker, die tevens de stemuitslag vaststelt)
  4. Goedkeuring verslag Algemene Vergadering 23 november 2024 te Baarn
    (Presentatie secretaris Jelle Smits, de voorzitter stelt de stemuitslag vast) [klik hier] voor het verslag.
  5. Vacatures Hoofdbestuur en functies vervangende leden CvB
    (Presentatie Voorzitter Willem Dekker, die tevens de stemuitslag vaststelt)
    a) Verkiezing Algemeen Hoofdbestuurslid Geen voordracht. Toelichting van de voorzitter
    b) Verkiezing penningmeester
    Door het Hoofdbestuur wordt een versnelde procedure voor de vacature penningmeester [klik hier] nu uitgezet i.v.m. het onverwachte vertrek van penningmeester, Lucas de Rooij.Uiterlijk 18 april zal een mogelijke kandidaat worden voorgedragen, zodat deze voordracht nog amendeerbaar is tot en met 2 mei, uiterlijk 23.59 uur.

Door het Hoofdbestuur wordt voorgedragen op 18 april :
Geen voordracht. Toelichting van de voorzitter.

Verkiezing vervangend leden CvB
(Presentatie voorzitter Willem Dekker die tevens de stemuitslag vaststelt).

Mevrouw M. Baay, Blaricum

De heer M. Kasteleijn, Emmen
[klik hier] voor motivatie en/of verkorte CV

Mevrouw H. Onderdijk, Middelburg
[klik hier] voor motivatie en/of verkorte CV

  • Identiteit 50PLUS – presentatie
    (Presentatie Algemeen Bestuurslid Caspar Bielok in samenwerking met een externe partij).
  • GR2026-voortgang
    (Presentatie secretaris Jelle Smits, de voorzitter stelt de stemuitslag vast) Concept raamverkiezingsprogramma GR-verkiezingen 2026 [klik hier]

 

Besluiten of lijstduwers wel of niet lid van de partij moeten zijn

  • Behandeling van en stemming over ingediende Amendementen en (Politieke) Moties
    (Presentatie secretaris Jelle Smits, de voorzitter stelt de stemuitslag vast)Het betreft amendementen en moties, die vanaf 4 april 2025 doch vóór 2 mei 2025 uiterlijk 23.59 uur via alv@50pluspartij.nl zijn ingediend of per post zijn binnengekomen op het adres van het partijkantoor (Rozenburglaan 12, 1115 BS Duivendrecht). De amendementen en moties zullen tezamen met het preadvies van het Hoofdbestuur worden gepubliceerd op vrijdag, 16 mei 2025.
  • Financiën
    (Presentatie secretaris/voorzitter, de voorzitter stelt de stemuitslag vast).Vaststelling concept Jaarrekening/Jaarverslag 2024 [klik hier].

 

Decharge bestuur over gevoerde beleid vanaf 30 maart 2024 tot 31 december 2024

  • Claim op vorig Hoofdbestuur
    (Presentatie secretaris Jelle Smits)
  • Rondvraag
    Het vriendelijke verzoek is, vragen conform procedure amendementen en moties vanaf 4 april 2025 doch vóór 2 mei 2025 uiterlijk 23.59 uur via alv@50pluspartij.nl aan het Hoofdbestuur te sturen.(Presentatie Algemeen Bestuurslid Jan van der Heijden)
  • Afsluiting ALV
    (Voorzitter, Willem Dekker)

 


BELANGRIJKE INFORMATIE OVER AANMELDING ALV

U kunt zich vanaf heden aanmelden voor deelname aan deze ALV:

  1. door een e-mail te zenden met uw naam, adres en woonplaats en lidmaatschapsnummer naar alv@50pluspartij.nl.
  2. door een briefje met uw naam, adres en woonplaats en lidmaatschapsnummer naar 50PLUS te sturen naar Rozenburglaan 12, 1115 BS Duivendrecht.

Na de ontvangst van uw e-mail/brief en bevestiging door ons bent u aangemeld als deelnemer voor deze ALV.

Er is geen eigen bijdrage voor deelname aan de lunch en u hoeft zich hiervoor niet aan te melden.

De sluitingsdatum van uw aanmelding voor de ALV is vrijdag, 23 mei 2025 om uiterlijk 23.59 uur.

Verdere informatie over deze fysieke ALV, hoe gebruik kan worden gemaakt van volmachten (maximaal 2 per persoon), alsmede andere praktische informatie (routeplan en bereikbaarheid via OV) zal op vrijdag, 16 mei 2025 bekend worden gemaakt via de website of per e-mail.

Namens het Hoofdbestuur en de kantoormanager Anneke van der Helm, wens ik u alvast een prettige bijeenkomst toe op 31 mei 2025.

Met vriendelijke groeten,

Willem Dekker

Voorzitter
3 april 2025

Vertrek penningmeester, Lucas de Rooij

Afgelopen week heeft onze penningmeester, Lucas de Rooij, ons helaas laten weten dat hij om persoonlijke redenen met onmiddellijke ingang zijn bestuurlijke taken  neerlegt.  

Uiteraard betreuren wij deze stap en danken Lucas voor al zijn inspanningen.  Over de verdere invulling van deze functie komt het Hoofdbestuur zo snel mogelijk bij u op terug. 

2 april 2025

14 09 2022 martin 960

Martin van Rooijen eist betere zorg voor ouderen: Pleidooi voor een Ouderenwet en toegankelijke huisartsenzorg

Voorzitter,
Ik begin mijn bedrage met een compliment te maken aan de beleidspersonen en hun ambtenarenteam voor de goede leesbaarheid van de antwoorden.

Dat is ook van groot belang voor onze burgers die deze stukken mee willen lezen, want voor hen staan we hier feitelijk, nietwaar?

Voorzitter, dan nu over de begroting VWS.

Het wordt steeds gekker, omdat bij de VWS begroting bezuinigingen werden teruggedraaid moest dit op een VWS begroting worden gecompenseerd terwijl het zorgdomein iets is wat alle Nederlanders aangaat.

50PLUS is zeer verheugd dat de ombuiging subsidie van 165 miljoen euro op “bij- en nascholing van de medische specialistische zorg”, welke vooral de verpleegkundigen betrof, definitief van tafel is.
Hiervoor diende nog wel een alternatief gevonden te worden binnen het domein van de VWS-begroting. Bij brief van 18 maart jl. deelde de minister onze Kamer mee dat vanwege structurele onderuitputting binnen de sector Wijkverpleging, dekking was gevonden voor de 165 miljoen.
In de voorjaarsbesluitvorming wordt de raming binnen de sector Wijkverpleging naar beneden bijgesteld en met goedkeuring van de minister van Financiën wordt deze bijstelling nu al in de begroting VWS 2025 opgenomen. Dus probleem opgelost zou je denken!

Maar mijn fractie heeft daarover nog de volgende vragen. Hoe kan het, dat blijkbaar jarenlang aan een te hoge raming van de uitgaven aan wijkverpleging werd vastgehouden? Waarop was deze raming dan gebaseerd en hoe verklaart de minister deze “meevaller” aan kosten wijkverpleging? Is het opportuun te verwachten dat met de toenemende vergrijzing in de nabije toekomst de kosten wijkverpleging daadwerkelijk relatief laag blijven? Mijn fractie betwijfelt dat ten zeerste en ziet een groot risico voor de doelgroep die hiervan gebruik maakt.

Voorzitter, ik vraag de minister of het niet aanwenden van de middelen voor de wijkverpleging komt doordat er onvoldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn. Zo ja, zou de minister dan niet daarvoor het geld moeten aanwenden om die te werven en op te leiden?

Voorzitter, de beheersbaarheid van zorgkosten is niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk. Preventie op allerlei gebied speelt hierin een grote rol en hulp in een vroeg stadium voorkomt veel ellende achteraf. Daar zijn we het, denk ik, wel met z’n allen over eens.

Als voorbeeld noem ik de Jeugdwet waarbij de gemeenten verplicht zijn om jeugdhulp aan te bieden daar waar jongeren en ouders dit nodig hebben. De gemeenten zijn juridisch verplicht om advies te geven welke hulp in welke situatie het beste past met het doel dat één gezin één plan krijgt met één regisseur.
Met andere woorden, jeugdhulp op maat waardoor in een vroegtijdig stadium problematiek wordt onderkend en wordt aangepakt, iets wat 50PLUS enkel toejuicht.

Maar mijn fractie vraagt zich af waarom deze juridisch afdwingbare verplichting bij gemeenten er niet specifiek ook voor ouderen is. Hun rechten staan verspreid over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Wet Langdurige Zorg en Zorgverzekeringswet. Deze wetten zijn generiek zonder leeftijdseisen en gelden voor iedere burger. Deze niet gebundelde wetten zorgen ervoor dat juist voor de zeer kwetsbare groep van ouderen een duidelijke kapstok ontbreekt. Terwijl de WMO erop aanstuurt dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. Maar daar is wel passende zorg en ondersteuning voor nodig.

Het feit dat er 20 landelijke akkoorden zijn op het gebied van wonen, welzijn en zorg, maakt duidelijk dat het landelijk beleid erg versnipperd is. Veelal wordt artikel 2.1.2 van de WMO in de gemeentelijke Kadernota’s Sociaal Domein onvoldoende geborgd waardoor gemeenten nú al niet voldoen aan hun wettelijke verplichtingen. Zou niet scherper gecontroleerd moeten worden op naleving en uitvoering van het genoemd WMO artikel, zo vraag ik de staatssecretaris? Uit de praktijk vernemen wij dat gemeenten behoefte hebben aan duidelijke omschrijving van opdrachten, zij vullen dan zelf de uitvoering daarvan in.

Gemeenten hebben het financieel zwaar en kijken daarom naar mogelijkheden om te bezuinigen, ook op het gebied van zorgverlening aan ouderen.

Voorzitter, mijn fractie vraagt aan de staatssecretaris of zij bereid is te onderzoeken of naar analogie van de Jeugdwet er een Ouderenwet kan komen waarin dezelfde uitgangspunten worden neergelegd? Hierdoor zijn de hulpvragen van ouderen beter geborgd, want waarom wel voor jongeren maar niet voor ouderen? Kan de staatssecretaris mij toezeggen een onderzoek te doen of zo’n |Ouderenwet de gemeenten helpt om hun verplichtingen uit hoofde van de WMO na te komen?

Voorzitter, mijn fractie maakt zich grote zorgen over het feit dat zorginstellingen zélf verplicht zijn om voor huisartsen te zorgen terwijl een ieder die in Nederland woonachtig is recht heeft op een huisarts.
De overheid dient daarvoor garant te staan.

Helaas komt het maar al te vaak voor dat ouderen uiteindelijk naar zorginstellingen verhuizen maar dat de desbetreffende huisartsenpraktijk in de nabije omgeving dan weigert om zo’n oudere patiënt aan te nemen. Veelal onder het mom dat de praktijk vol zit hetgeen bij nader onderzoek vaak een onwaarheid is.

De overbelasting van huisartsen is bekend en feit is dat senioren op hoge leeftijd nu eenmaal meer tijd en aandacht vergen. Dat maakt ze niet tot de meest ideale patiënten.
Maar Voorzitter het weigeren van patiënten op grond van hun leeftijd is niets meer of minder dan leeftijdsdiscriminatie en in strijd met artikel 1 van de Grondwet. Ook al staat leeftijdsdiscriminatie niet specifiek opgesomd in het rijtje anti discriminatiegronden – iets waarvoor 50PLUS sinds jaar en dag strijdt – maar in dit Huis is keer op keer bevestigd dat discriminatie op grond leeftijd verboden is.

Voorzitter, ik vraag de minister of zij het ook ontoelaatbaar acht dat kwetsbare ouderen zonder huisarts komen te zitten in land als Nederland? Welke stappen gaat de minister nemen om deze zorgwekkende ontwikkeling in te perken want in de praktijk gebeurt dit al en neemt dit probleem steeds grotere vormen aan.
Graag een reactie van de minister.

Martin van Rooijen: Bestuursakkoorden en Begrotingsrecht – Opheldering van de Minister Gevraagd

Voorzitter,

We vallen in herhaling over de rechtmatigheid van wijzigingen in de OCW begroting in samenhang met het gesloten bestuursakkoord onder een vorig kabinet.
Mijn fractie hoort graag of de minister kan bevestigen dat zo’n akkoord geen bindende wettelijke regeling is noch een privaatrechtelijke overeenkomst waaraan de Staat is gebonden. Graag een reactie van de minister?

Uit de beantwoording blijkt dat dit anders zou zijn als het om subsidie toekenningen gaat waarvan de besteding ook goed controleerbaar moet zijn door de Rekenkamer.
Is de minister dit met mijn fractie eens?

Uit voorgaande concludeert mijn fractie dat bestuursakkoorden een onduidelijke juridische status hebben en dat het feitelijk een set aan voornemens zijn waar de gesprekspartners het met elkaar eens zijn geworden teneinde oplossingen te vinden.
Ik merk hierbij op dat ik deze conclusie ook heb voorgelegd aan staatsrechtsgeleerde, Prof. Paul Bovend’Eert.
Klopt deze conclusie, zo vraag ik de minister.

Voorzitter, dan nu naar het specifieke gesloten bestuursakkoord Hoger Onderwijs en Wetenschap 2022. De minister zelf stelt dat in dit akkoord géén begrotingsvoorbehoud is gemaakt voor de jaarlijkse bijdrage.
Maar dit voorbehoud is wél gemaakt in de Rijksbijdragebrieven vanaf 2022 wat erop neerkomt dat goedkeuring moet worden gegeven door de begrotingswetgever van de Rijksbegroting.
Is dit juist, zo vraag ik de minister?

Aansluitend Voorzitter vraag ik de minister of hij mij kan bevestigen of ook het ministerie van Financiën van mening is dat begrotingswetgeving qua rangorde boven bestuursakkoorden gaat. Graag een reactie van de minister?

Voorzitter,
Indien namelijk onverkort zou worden vastgehouden aan dit Bestuursakkoord zou dit immers betekenen dat opvolgende ministers in een nieuw kabinet en het parlement als begrotingswetgever, onvoorwaardelijk gebonden zijn aan allerlei uitgaven voor toekomstige jaren.

Volgens 50PLUS heet dat “regeren over je eigen graf”. Nieuwe kabinetten moeten wel degelijk bezuinigingen kunnen doorvoeren. De wereld is aanzienlijk veranderd sinds 2022 waardoor heroverwegingen noodzakelijk kunnen zijn.

Voorzitter,
De bezuinigingen op de Sectorplannen zijn vervallen zodat bestaande verplichtingen kunnen worden gecontinueerd. De bezuiniging is omgebogen naar Starters- en Stimuleringsbeurzen. Dit zou de minister zelfs in overleg hebben gedaan met de universiteiten. Klopt dat?
Doordat de Sectorplannen thans overeind blijven zullen daaruit voortvloeiende juridische procedures dus achterwege blijven, zo vraag ik de minister?

martin1

Begroting Onderwijs Cultuur en Wetenschap

De Eerste Kamer behandelt deze week de Begroting van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. En ook bij 50PLUS heeft de jeugd de toekomst. Onderstaand de bijdrage van Senator van Rooijen in het debat.

Voorzitter,

Ondanks dat het niet direct onze achterban betreft heeft 50PLUS absoluut oog voor de belangen van de jeugd.  Onze fractie heeft destijds samen met andere fracties in dit Huis gestreden voor de pechgeneratie studenten die zijn opgezadeld met torenhoge studieschulden. Alleen daar al blijkt dat ook de visie van mijn fractie is, dat de jeugd de toekomst heeft! 

Voorzitter, onderdeel van toekomst en groei betreft onder andere onderwijs en vandaag hebben we het over de begroting OCW en de aangekondigde bezuinigen daarop van ruim een half miljard.

De Eerste Kamerleden ontvingen een brief d.d. 18 maart jl. van de Universiteiten van Nederland die begint met:

“Het kabinet Schoof bezuinigt fors op universiteiten en wetenschap. Juist in een tijd dat Nederland en Europa weer op eigen benen moeten gaan staan nu de geopolitieke spanningen razendsnel oplopen. Hoe blijven we veilig en weerbaar”?

Hoe waar zijn die laatste zinnen wel niet Voorzitter, want er moet structureel veel  meer geld naar Defensie in verband met onze nationale en Europese veiligheid juist vanwege bovenstaand citaat. Helaas “magisch geld” bestaat niet dus moet noodgedwongen op andere terreinen bezuinigd worden. Dit raakt ook de OCW begroting net zoals andere begrotingen. 

Voorzitter, mijn fractie vraagt zich af wat precies onder een bezuiniging wordt verstaan want vaak betekent dat niet dat de geldkraan volledig wordt dichtgedraaid maar dat in verhouding met voorgaande jaren er niet méér geld bijkomt voor een bepaalde portefeuille of project. Iedereen is er zo gewend aan geraakt dat steeds méér geld voor hetzelfde doel moet worden vrijgemaakt dat wanneer de subsidie gelijk blijft in vergelijking met een voorgaande periode dat ook bestempeld wordt als een bezuiniging.

Twee kabinetten, Rutte III en Rutte IV, hebben tezamen 20 miljard euro aan de begroting van OC&W toegevoegd. Dat is een stijging met maar liefst 60% over 7 begrotingsjaren. Dan zouden we toch nu, na 7 jaar investeren, met genoegen uitkijken naar de laatste cijfers over de verbeterde leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, en rekenvaardigheid van Nederlandse schoolkinderen. Maar zo is het niet gegaan Voorzitter. De prestaties zijn op belangrijke punten juist ernstig verslechterd. 

Als je 20 miljard per jaar extra nodig hebt om de prestaties te laten dálen, hoeveel heb je dan nodig om verbeteringen tot stand te brengen? 40 miljard? 60 miljard?  Dit kan niet Voorzitter. Het is onontkoombaar dat er binnen de begroting voor OCW heel precies wordt gekeken naar wat werkt en wat niet werkt. 50PLUS wil de begroting niet verlagen, integendeel, maar beleidsinitiatieven die geen kwalitatieve verbetering brengen moeten worden geschrapt. Dus een kritische evaluatie van het gevoerde beleid van de afgelopen jaren is nodig en niet een vage omarming van geld als het panacee van goed onderwijs.

Ik wil de minister dan ook concreet vragen, met hoeveel de onderwijsbegroting gestegen zou zijn, als sinds 2017 de inflatie was gevolgd. Want dat deel van de stijging was niet beschikbaar voor kwaliteitsverbeteringen in het onderwijs. Maar het deel daar boven was wel beschikbaar voor kwaliteitsverbeteringen en dat is, zo vermoed ik, nog steeds een miljardenbedrag. Deelt de minister ook de opvatting van 50PLUS, dat er te weinig rendement uit deze investeringen is gehaald?  

In dat verband is het ook noemenswaardig, dat veel onderwijsinitiatieven en projecten, menskracht wegtrekken van het primaire onderwijsproces. 50PLUS vindt het verdacht, als het aandeel niet onderwijzend personeel en externen, zowel op de scholen als bij gemeenten en het Rijk, blijft toenemen t.o.v. het aantal leraren die daadwerkelijk voor de klas staan. Kan de minister toezeggen dat deze verhouding onder zijn bewind eindelijk weer de goede kant op zal gaan? 

Mijn fractie zoomt in op een paar onderdelen uit de OCW begroting die veel stof hebben doen opwaaien. Zoveel stof dat de term “bezuiniging” thans in verband wordt gebracht met inbreuk op rechtmatigheid en strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s) zoals het inbreuk maken op het vertrouwensbeginsel

Het gaat over de zogenaamde bestuursakkoorden die mede relevant zijn voor de bekostiging van het hoger onderwijs. Prof. Schlössels beschouwt deze bestuursakkoorden als overeenkomsten tussen partijen waarbij over en weer verplichtingen worden aangegaan onder andere over de bekostiging en over het aanwenden van diverse intensiveringsgelden in het hoger onderwijs. Daaraan koppelt hij dat door de gesloten bestuursakkoorden vertrouwen is gewekt over de beschikbaarheid van gelden voor het WHO en dat één partij, in casu het Kabinet,  daar niet éénzijdig op terug kan komen zonder dat het vertrouwensbeginsel wordt geschaad.

Tevens stelt hij dat bezuinigingen en/of andere prioritering van middelen zeker legitiem kunnen zijn maar dat de gevolgen ervan niet onevenredig nadelig mogen zijn.

Voorzitter, 50PLUS kan zich met dit gedachtengoed in grote lijnen verenigen. De intentie dat reeds aangegane verplichtingen in de vorm van vaste dienstverbanden ten aanzien van docenten en onderzoekers onverkort moeten worden nagekomen is voor mijn fractie een absoluut uitgangspunt. Dit zou anders in de optiek van 50PLUS een onevenredige benadeling zijn voor deze groep werknemers.

De minister geeft aan in de nota n.a.v. het verslag dat juist vanwege deze verplichtingen aan docenten en onderzoekers ervoor gekozen is om de sectorplannen overheid te behouden zodat vaste banen voor wetenschappers niet in gevaar komen. Kan de minister toezeggen dat vaste dienstverbanden binnen het WHO inderdaad gecontinueerd worden en er geen ontslaggolf ontstaat vanwege de aangekondigde bezuinigingen? 

In dezelfde nota erkent de minister dat de bezuinigingen ten koste gaan van de zogenaamde startersbeurzen waarvan toekenning begon in de loop van 2022 voor 105 onderzoekers. In 2023 waren dat er 734 dat is in slechts 1 jaar tijd 7x zoveel.

Voorzitter, dat bedoelde ik met hetgeen ik hier eerder naar voren bracht, als je in één jaar tijd een 7-voud ten opzichte van het voorgaande jaar aan startersbeurzen verstrekt en die trend zet zich voort dan heeft dat enorme gevolgen voor de toekomst. 

Bij het stopzetten van de starters- en stimuleringsbeurzen is een termijn van drie maanden in acht genomen zodat – volgens de minister – de universiteiten voldoende gelegenheid hadden om zich op deze stopzetting voor te bereiden. Deze termijn wordt door meerdere fracties waaronder die van 50PLUS wel als erg kort beschouwd om adequaat in te kunnen spelen op mogelijk reeds aangegane verplichtingen. Waarom niet een redelijker termijn van 6 maanden zo vraag ik de minister? 

In het derde verslag meent de minister dat de universiteiten het jaarlijks budget van €78 miljoen (tot en met 2031) ten behoeve van verlaging van de werkdruk dit ook kunnen aanwenden voor de reeds bestaande verplichtingen voortkomend uit de starters- en stimuleringsbeurzen. Maar zo vraagt mijn fractie aan de minister dan neemt de werkdruk bij universitaire docenten toch toe? Als je iets uit het ene potje haalt ten behoeve van een ander potje dan verplaats je toch het probleem? Het waterbed effect. Kan de minister hierop reflecteren?

Meer geld is volgens de minister niet de oplossing. De Arbeidsinspectie heeft aandachtspunten aangedragen die de universiteiten zouden dwingen tot vermindering van de werkdruk bij docenten. 

Voorzitter, dit antwoord begrijpt mijn fractie niet, kan de minister hier nader op ingaan en tekst en uitleg geven over deze stelling?

In de schriftelijke rondes zijn al vragen gesteld over het rapport van de heer Draghi waarin een doelstelling van 3% wordt bepleit als investering in kennis en wetenschap hetgeen volgens hem noodzakelijk is om het concurrentievermogen van Europa op peil te houden. Het antwoord van de minister in het derde verslag roept bij mijn fractie de volgende vragen op. 

“Mogelijk zal in de toekomst ook weer meer ruimte zijn voor investeringen”, hoe weet deze minister dit? Is dat een aanname of een verwachting en zo ja waarop is die dan gebaseerd?

Vervolgens stelt de  minister dat met de huidige beschikbare middelen de gestelde ambities op de OCW terreinen realiseerbaar zijn. Op welke ambities doelt de minister, kan hij deze toelichten met voorbeelden?

Afrondend Voorzitter, over de extra inzet voor het aantrekken van buitenlandse wetenschappers – waarom wordt daar een speciaal fonds voor opgericht, hoe wordt dat fonds gevuld en waar wordt dat geld aan besteed? Waarmee denkt de minister deze internationale topwetenschappers over te halen om in Nederland werkzaam te zijn? Hoe rijmt zich dat met de afbouw van in te zetten Nederlandse wetenschappers bij de universiteiten? 

 

Voorzitter, ik kijk uit naar de beantwoording door de minister.

Martin van Rooijen over Begrotingsstaten Asiel & Migratie

De Eerste Kamer debatteerde dinsdag over de begrotingsstaten Asiel en Migratie. Een belangrijk onderwerp. Senator van Rooijen voerde namens 50PLUS het woord en sprak onderstaande rede uit:

Inbreng Martin van Rooijen (50PLUS) bij debat Begrotingsstaten Asiel & Migratie. 

Voorzitter,

Den Haag, Nederland en Europa staan op een keerpunt in de geschiedenis. Het electoraat in onder andere Nederland, Italië, Frankrijk, Duitsland, en Zweden hebben krachtige signalen afgegeven of zelfs een mandaat binnengehaald, om nu eindelijk serieus werk te maken van een hervorming van het Europese systeem voor asielmigratie. Waar dat mandaat nog ontbreekt, voelen politiek leiders en gevestigde partijen in toenemende mate de hete adem van de kiezer. CDU leider Friedrich Mertz heeft sinds vorige maand in feite een rechtse meerderheid tot zijn beschikking maar hij heeft beloofd om de zogenaamde brandmuur in stand te laten en niet te gaan regeren met de AFD. Desondanks, of misschien juist wel dankzij deze belofte, moet hij echter wel het migratie kritische gras voor de voeten van de AFD gaan wegmaaien. Duitsland wil iets, dus Mertz moet ook iets. De signalen daarvan komen nu al binnen vanuit de Duitse kabinetsformatie. Vandaag is er debat in Bundestag over onder meer het opheffen van de ‘Schuldenbremse’. Overmorgen komt het dan in de Bundesrat. Kort daarna, komt er nieuwe Bundestag met fors verschoven politieke panelen

Volgens 50PLUS zit Macron in een vergelijkbaar parket. Het Italië van Georgia Meloni is al aan boord en het Polen van de progressief Tusk heeft vorige week wederom heel erg duidelijk aangegeven waar zij staan. Polen weigert het migratiepact uit te voeren. Het duurt te lang om hier in dit debat de stand van het migratiedebat in alle EU landen door te nemen maar dat het ijzer heet is durven wij bij 50PLUS wel te stellen. De geopolitieke situatie voegt daar nog een dimensie aan toe, want de EU wil grote stappen zetten op defensiegebied. Het migratiedossier kan volgens 50PLUS fungeren als breekijzer om steun voor gezamenlijke Europese defensie inspanningen fors te vergroten. De partijen die steevast dwarsliggen bij beperking van asielmigratie, hebben juist weer ontstemd gereageerd op de partijen die niet meteen willen tekenen bij het kruisje van een Europees defensiefonds van 800 miljard. Hier moet dan toch de politieke molen op volle toeren draaien, om nader tot elkaar te komen, zo vragen wij? 

Eurocommissaris Brunner maakte vorige week zijn plannen bekend voor een Europees terugkeerbeleid. Europa maakte eerder al afspraken voor een strenger asielbeleid in het zogenaamde ‘Migratiepact’ dat in de zomer van 2026 van kracht wordt. Maar het lukte tot nu toe niet om ook afspraken te maken over een gezamenlijk uitzetbeleid, dat was de ontbrekende schakel van het pact. Dat moet en gaat nu veranderen: landen moeten elkaars besluiten overnemen. Asielzoekers die eenmaal een afwijzing hebben gekregen, moeten verplicht meewerken aan hun terugkeer. Niet meewerken wordt strafbaar. Wie al een keer is afgewezen, krijgt een verbod op nieuwe pogingen de EU binnen te komen. Afgewezen asielzoekers kunnen bovendien naar uitzetcentra buiten de EU worden gebracht in plaats van dat zij hier weer op straat belanden met niets meer dan een  vriendelijke ‘aanzegging om Nederland te verlaten’.

Er is een golf gaande voorzitter, waar het kabinet Schoof I op kan surfen. Dat is lange tijd anders geweest. Maar er zijn ook nog steeds knelpunten die nog niet zijn opgelost. 

Mijn fractie heeft voor de minister de volgende vragen: 

  • Een goede werking van het terugkeerbeleid vraagt om de medewerking van landen van herkomst bij het terugnemen van hun onderdanen. Bijna alle EU lidstaten worstelen met het feit dat bepaalde landen zich onttrekken aan deze verplichting. Soms structureel en soms incidenteel. Zelfs met uitzetcentra buiten de EU en medewerking van de vreemdelingen zelf, hebben we dit probleem nog niet direct opgelost. 50PLUS pleit in dit verband voor wederkerigheid. Als wij de zogenaamde ‘Laissez Passers’ voor afgewezen bijvoorbeeld Noord Afrikaanse vreemdelingen vaak niet krijgen, waarom delen wij dan wel visa uit aan de elite uit die landen om bij ons vakantie te vieren, familie te bezoeken of te winkelen in Amsterdam, Parijs of Rome. Als de EU hier eensgezind een lijn in het zand trekt, met consequenties in het geval van non-compliance, dan ben ik ervan overtuigd dat het niet zover zal komen, want dan zullen de landen in kwestie wel eieren voor hun geld kiezen en de reisdocumenten voor hun onderdanen verstrekken. Wat vindt de minister van deze suggestie? Wij weten dat het wel eens eerder is geopperd. Wordt daar in EU verband (of in kleinere verbanden) momenteel nog over gesproken? Is er beweging op dit punt. 

We weten ook dat Franse regering er recent n.a.v. de terroristische aanslag in Mulhouse op 22 februari over is begonnen in relatie tot Algerije. De Franse regering sloot sloot het gebruik van visa als wapen niet uit. De diplomatieke en economische macht van een eensgezinde EU is op dit punt toch onmiskenbaar? Deelt de minister de mening dat met de juiste drukmiddelen, het probleem van het niet meewerken van bepaalde landen, opgelost kan worden? Wilt u hier over in contact treden met uw collega minister Veltkamp  van Buitenlandse Zaken? We herinneren ons nog maar al tegoed dat een van uw voorgangers staatsecretaris Broekers-Knol, zelfs niet eens werd ontvangen door haar ambtscollega in Marokko. Ik begreep van uw voorganger Van der Burg, in het debat over de spreidingswet dat de contacten inmiddels wat beter zijn? Hoe zijn die contacten nu? Dat ging over uitgeprocedeerde asielzoekers die opgenomen worden in een speciale uitzet locatie in Rotterdam. Maar velen komen daar zelfs niet terecht en verdwijnen onder de radar en blijven, weliswaar met een aanzegging om Nederland te verlaten, gewoon in ons de EU. Hebben wij enig zich op het totaal aantal afgewezen migranten sinds zeg 2010, die niet aantoonbaar zijn vertrokken? En hoeveel daarvan zich nu nog op Nederlandse bodem bevinden? 

  1. Wat is de actuele stand van zaken met betrekking tot het weer volledig uitvoeren van de Dublin verordening? Ook in relatie tot nieuwe Europese afspraken over terugkeer. Wat zijn de actuele uitdagingen voor de minister op dit punt? 
  2. Meer algemene vraag over Syrië. Hoe kijkt de minister aan tegen de recente heftige ontwikkelingen in Syrië en wat is het beleid? De minister heeft het ook over verhoging van de uitstroom van asielzoekers. Uit de media begrepen wij dat thans een campagne met een flyer is gestart om Syriërs te overtuigen om het Suikerfeest weer in eigen land te gaan vieren. Betekent dit in alle gevallen dat dan sprake is van een permanent vertrek waardoor terugkeer naar Nederland niet meer tot de mogelijkheden behoort? Kunnen Syriërs met een verblijfsvergunning nog steeds een beroep doen op gezinshereniging nu de situatie in Syrië structureel is veranderd? 

Voorzitter tot slot. 

De fractie van 50PLUS merkte bij het debat over de spreidingswet in januari vorig jaar als eerste op dat de begroting voor Asiel & Migratie na 2026 zo’n enorme daling liet zien, dat het niet meer realistisch te noemen was. 50PLUS noemde de prognoses voor de begroting “wishfull thinking”. Toen de media er 8 maanden later ook achter kwamen, leidde dat tot ronkende koppen zoals “kabinet bereid ontmanteling van IND en COA voor”. 50PLUS was eerlijker dan de media, want wij hadden het niet alleen veel eerder al opgemerkt maar wij erkenden ook dat het onrealistische begrotingspad door het vorige kabinet al in de boeken was gezet. Als een bommetje voor de opvolgers, een begrotingsgat van 4 miljard voor dit kabinet. Een besluit van Rutte 4 met Van der Burg en Kaag. Wij verwijten het kabinet dus niets op dit punt maar wij verwachten wel dat dit kabinet de begroting en de prognoses weer realistisch maken. Dat de minister twee weken geleden ineens ad hoc 50 miljoen extra voor de IND uittrekt is weliswaar een stapje in die richting maar is de minister niet bevreesd dat zij met dit soort stapjes, nog wel 10 x de buidel zal moeten trekken. Is het niet beter, zowel voor het beleid als voor het politieke proces, om de kogel dan maar in 1 keer door de kerk te jagen? 

Voorzitter, wat kan Europol meer doen bij het bestrijden van mensensmokkel en mensenhandel? Dit gaat om een grensoverschrijdend probleem. Mensensmokkelaars hebben een verdienmodel van miljarden. 50PLUS zegt: doe wat nodig is en roei het uit! Extra middelen zijn nodig: meer personeel en betere data verwerking via biometrische gegevens. Het is wat 50PLUS betreft een uitgelezen kans voor de EU om aan populariteit te winnen. Om haar bestaansrecht voor veel meer burgers relevant te maken. Is de minister bereid dit op te pakken en in te brengen bij de commissie EU?

Inbreng Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp

Voorzitter. Mijn fractie heeft met belangstelling kennis genomen van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025. Het verwijt dat dit kabinet geen keuzes maakt is, in elk geval in deze begroting, niet waar. In tabel twee van de memorie van toelichting, zien we daadkracht uitgedrukt in cijfers. Waar de begroting van BH&O voor 2028 oorspronkelijk nog werd geraamd op 5,9 miljard, staat daar nu een bedrag van 3,6 miljard. Dat is een enorme besparing, of bezuiniging, van 2,3 miljard euro. Voor 2025 zie ik dat de besparingen nog maar 200 miljoen opleveren, maar dat loopt tussen 2026 en 2028 hard op naar het einddoel. Het gaat zonder meer om een scherpe beweging die niet mogelijk is zonder ingrijpende keuzes te maken.

Het kabinet heeft de besparingen op de begroting voor BH&O vooralsnog “pro rata naar omvang van het thema verdeeld over alle subartikelen van de begroting”. Ook de mate waarin bepaalde uitgaven in de toekomst nu al juridisch verplicht zijn, zorgt ervoor dat de bezuinigingen mede worden gedreven door wat juridisch mogelijk is. 50PLUS vindt dat begrijpelijk, bij een ingreep van deze omvang maar wij gaan er vanuit dat deze minister streeft naar een eindsituatie, waar deze begroting weliswaar kleiner is maar tegelijkertijd ook veel effectiever en doelmatiger per uitgegeven euro. Kan de minister bevestigen dat, naast het realiseren van de omvangrijke besparingen, het aanzienlijk verbeteren van de effectiviteit en doelmatigheid van de ontwikkelingshulp een van haar doelen is? Kan zij hier 1 aansprekend voorbeeld van geven?

Voorzitter, 50PLUS is voorstander van een streng drempelcriterium, zodat de onafhankelijkheid van maatschappelijke organisaties van staatsfinanciering fors wordt vergroot. Voor Ontwikkelingshulp ligt nu een  criterium van tenminste 50% eigen inkomsten voor het nieuwe beleidskader 2026-2030 op tafel zoals blijkt uit de brief van 11 november 2024 aan de Tweede Kamer.

Dat is een belangrijke aanpassing die door mijn fractie wordt gesteund. Wat 50PLUS betreft mag dit criterium uiteindelijk ook hoger worden. Wat vindt de minister van 70 of 80%? Enkele uitzonderingen zoals noodhulp kunnen altijd gemaakt worden.

De minister onderzoekt  of de 50% norm ook buiten het beleidskader 2026-2030 kan gaan gelden voor subsidies voor ontwikkelingshulp  aan maatschappelijke organisaties.

50PLUS  vraagt zich wel af waarom zulke strengere normen ook niet zouden kunnen gelden voor maatschappelijke organisaties buiten de ontwikkelingshulp.

Voorzitter. De Britse premier Keir Starmer heeft recent, vrij acuut, nog eens 0,2% van het ontwikkelingsbudget afgesnoept, ten gunste van meer defensie uitgaven. De Britten verschuiven hun panelen en de vraag is of wij ook een soortgelijke verschuiving kunnen aanbrengen tussen defensie en ontwikkelingshulp. Er wordt nu 2,4 miljard bezuinigd op het budget. Overweegt het kabinet om het niet bij deze bezuiniging te laten blijven? Gaarne een antwoord.

We kunnen 10 miljard extra voor defensie natuurlijk niet uitsluitend uit deze begroting halen, maar de tijdgeest is volgens mijn fractie wel rijp voor nog een extra stap. Vind de minister dat ook?

Voorzitter, alvorens over de defensie industrie te spreken, een algemene opmerking.

De financiële sector heeft jarenlang geweigerd financiële diensten te verlenen aan Nederlandse bedrijven die een deel van hun productie leveren aan Defensie. Ons land moet veilig zijn en beschermd tegen elke vijand, maar om die bescherming mogelijk te maken geven financiële instellingen en pensioenfondsen niet thuis. Jarenlang is actie gevoerd tegen het beleggen door bijvoorbeeld  pensioenfondsen in de Defensie-industrie.

Kan het nog zotter? Ja het kan nog zotter.

Onze regering hinderde bij Buitenlandse Handel onze defensie-industriële bedrijven bij het afsluiten en naleven van internationale contracten. Die mochten geen contracten afsluiten of de bedrijven mochten geen after-service bieden als er iets moest worden aangepast of gerepareerd! Nederlandse bedrijven werden dus bij inschrijvingen geweerd of werden niet gegund omdat Nederland en Nederlandse bedrijven in de defensie industrie niet als betrouwbaar werden beschouwd. Voorzitter, onder druk van Trump en Oekraïne lijkt nu veel vloeibaar te worden, maar wilt u bevorderen dat noch de financiële sector, noch beleggingsfondsen en de overheid ooit nog zo hypocriet te werk kunnen gaan? En al helemaal niet op instigatie van de overheid zelf, waar nota bene Defensie toch ook onder valt?

Kan de minister 50PLUS tot slot garanderen dat bijvoorbeeld bij export krediet verzekeringen geen enkele belemmering of benadeling plaatsvindt, jegens defensie of wapenindustrie gerelateerde bedrijven en projecten?

Vacatures Hoofdbestuur, Financiële Commissie en Commissie van Beroep

Het Hoofdbestuur wil graag voltallig zijn. Het hoofdbestuur heeft per direct één open plek (algemeen bestuurslid) beschikbaar. Daarom bij deze de oproep voor sollicitaties voor de functie van algemeen bestuurslid.

Naast deze vacature binnen het Hoofdbestuur zijn er nog andere vacatures.
De Financiële Commissie bestaat uit twee leden en kan een derde lid goed gebruiken. En de Commissie van Beroep mist nog drie plaatsvervangende leden.
Voor het goed functioneren van 50PLUS is het van groot belang dat alle open plekken ingevuld worden. Daarom roep ik u op om u kandidaat te stellen voor een functie binnen het Hoofdbestuur, de Financiële Commissie, of de Commissie van Beroep.

Wanneer u zich kandidaat stelt voor de functie in het Hoofdbestuur, dan verzoek ik u om dit per
e-mailbericht te doen en deze te versturen naar voorzitter@50pluspartij.nl
In de onderwerpregel gaarne vermelden dat u zich kandidaat stelt als algemeen bestuurslid.

Kandidaten voor de vacatures in de Financiële Commissie en de Commissie van Beroep verzoek ik om zich eveneens per e-mailbericht kandidaat te stellen en deze te versturen naar secretaris@50pluspartij.nl
In de onderwerpregel gaarne vermelden voor welke functie dat u zich kandidaat stelt.

Voor alle vacatures geldt:
In de tekst gaarne uw naam, adres, telefoonnummer en lidnummer vermelden.
Verder als bijlage graag beknopt de reden waarom u zich kandidaat stelt voor de functie en een beknopt CV. Gaarne uw motivatie en CV in één bijlage en in pdf-formaat.

U kunt solliciteren tussen 10 maart en 21 maart 2025, 23:59 uur. Sollicitaties na 21 maart zullen terzijde worden gelegd.
Degenen die zich kandidaat gesteld hebben, kunnen worden opgeroepen voor een gesprek met één van de selectiecommissies. Deze gesprekken zullen plaatsvinden in de periode tussen 24 en 29 maart 2025 op het partijkantoor te Duivendrecht.
De Algemene Ledenvergadering waarin het nieuwe lid van het Hoofdbestuur en leden van de Financiële Commissie en van de Commissie van Beroep verkozen zullen worden, is gepland op zaterdag 31 mei 2025. Alle leden krijgen hiervoor nog een aparte uitnodiging.

Er zijn in een aantal provincies diverse vacatures in de provinciale besturen. Zoals o.a. in Noord-Holland, Flevoland, Overijssel, Zeeland en Utrecht. Wanneer u zich wilt inzetten in een provinciaal bestuur, schroom niet om dit kenbaar te maken via secretaris@50pluspartij.nl. Het is hard nodig om de vacatures aldaar ook op te vullen.

Met vriendelijke groet,

Willem Dekker,
Voorzitter 50PLUS

 

Bijlage:

Functieprofiel Algemeen Bestuurslid

Functies FC en CvB