Reactie Eerste Kamerfractie 50PLUS op regeerakkoord op hoofdlijnen

Stilte over aanpassing nieuwe pensioenwet wijst op onbetrouwbaarheid en minachting 

De vier partijen, die samen een extra parlementair kabinet mogelijk willen maken, bieden in hun akkoord op hoofdlijnen geen enkel uitzicht op aanpassing van de nieuwe pensioenwet, die in 2023 onder grote druk van het toen al demissionaire kabinet werd aangenomen. Drie van deze partijen hebben in 2023 tegen de nieuwe pensioenwet gestemd en beloofden vóór de verkiezingen te zullen strijden voor aanpassing van deze nieuwe pensioenwet. 

Dat de partijen daar in het regeerakkoord op hoofdlijnen nu volledig aan voorbij gaan, is onbegrijpelijk. Door van de toekomst van de pensioenen ‘een vrije kwestie’ te maken wordt de eerste kans op verbetering van de nieuwe pensioenwet bewust gemist. Dat geeft blijkt van onbetrouwbaarheid naar de kiezer en minachting voor de belangen van 3,3 miljoen deelnemers aan de pensioenfondsen. 

De partijen, die zo nadrukkelijk beloofden te vechten voor aanpassing van de pensioenwet, vinden het meedoen aan de regering kennelijk belangrijker dan hun grote verkiezingsbelofte. Dat is een klap in het gezicht van al hun kiezers.

Het is begrijpelijk dat in een akkoord op hoofdlijnen veel onderwerpen niet in detail aan de orde komen. Het stelt voor de toekomst echter niet gerust dat er in 26 pagina’s hoofdlijnen slechts een vage verwijzing wordt gemaakt naar de specifieke positie van ouderen in de samenleving terwijl juist voor hen maatregelen op het gebied van zorg en wonen dringend gewenst zijn. 

50PLUS blijft wèl doorvechten voor een zekere oudere dag en zal de nieuwe regeringspartijen keer op keer herinneren aan hun beloften!

50PLUS in Utrechtste Staten tegen iedere vorm van discriminiatie

Op initiatief van Statenlid Mieke Hoek van 50PLUS is in Provinciale Staten van Utrecht is een motie ingediend waarin de Staten zich uitspreken tegen haat naar Joden en elke andere vorm van discriminiatie. De motie werd behalve door 50PLUS ondertekend door ChristenUnie, SGP, Utrecht Nu, VVD, PVV, BBB, SP, PvdA, Volt en CDA. Alleen GroenLinks, Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie stemden tegen de motie. De uitslag was 36 stemmen voor en 11 tegen.

“Er is hier in ons land én in onze provincie Utrecht geen plaats voor antisemitisme, discriminatie en racisme in welke vorm dan ook”, wordt in demotie gezegd. En ook: “Wij staan voor een Utrecht waar iedereen veilig is, ongeacht godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht handicap of geaardheid. Wij spreken ons uit tegen haat naar Joden en elke vorm tegen discriminatie jegens welke groep dan ook en vragen alle Utrechters dat ook te doen.”

De Staten nemen in de aangenomen motie met ‘kracht afstand van de terugkerende haat naar Joden’. “In ons land, in onze provincie, in onze huizen én in onze harten is geen plaats voor antisemitisme.”

De Staten zien ook in de provincie Utrecht een toename in antisemitisme en discriminerende incidenten, met voorbeelden uit onder meer uit Amersfoort en Utrecht.

Zowel op straat als online is de veiligheid van Joodse inwoners niet langer vanzelfsprekend, menen de provinciale bestuurders. “Huizen worden beklad en mensen voelen zich niet meer veilig in het openbaar. Deze situatie is onaanvaardbaar. Er wordt een keiharde grens overschreden wanneer inwoners van Utrecht op hun identiteit worden aangevallen, uitgescholden of bedreigd. Wat die identiteit ook is. Dit moet stoppen. Nu”, staat ook in de motie.

“Wij staan op, kunnen we op jou rekenen?, vragen de Staten aan alle inwoners van de provincie Utrecht.

Intussen hebben bijna alle burgemeesters in Nederland zich in een open brief uitgesproken tegen antisemitisme. De gemeente Amsterdam kwam naar buiten met de brief, die is ondertekend door 329 burgemeesters. ‘Laten we ons blijven verzetten tegen elke vorm van discriminatie en racisme’, zo staat in de brief. Meer over de open brief is HIER te lezen.

Waar staat 50PLUS voor in de Europese Unie?

Waar staat 50PLUS voor in de Europese Unie:

  • De positie van 50PLUSSERS in de EU versterken.
  • Een invloedrijke Eurocommissaris voor vergrijzingsbeleid.
  • Meer geld voor het fabriceren van medicijnen in Europa.
  • Meer steden moeten leeftijdsvriendelijk worden.
  • Strengere controle buitengrenzen om migratie te beperken
  • Vluchtelingen:
    • In hun regio opvangen
    • Binnen 1 jaar duidelijkheid geven of ze mogen blijven
    • Naar rato verdelen over de lidstaten
  • Aanpakken van ongelijkheid van spelregels tussen de lidstaten.
  • Afblijven van wat landen zelf kunnen regelen.
  • Meer samenwerking op het gebied van veiligheid richting een Europese leger.
  • Verbreden samenwerking in BeNeLux verband
  • Betere samenwerking op het gebied van duurzaamheid.
  • Meer steun voor biologische landbouw i.p.v. intensieve, grootschalige landbouw.
  • Meer Europees geld voor onderzoek en innovatie.
  • Meer transparantie en invloed m.b.t. Europese besluitvorming.
  • Strengere controles op handhaving van regels door Europees OM.
  • Schrappen van Straatsburg als vergaderplek voor het Europees Parlement.

Andere onderwerpen

  • Meer Europese Unie voor minder geld
  • Onderwijs, kennis en innovatie Landbouw en Platteland Cultuur
  • EU-wetgeving Uitbreiding EU
  • Aanpak van ‘lakse’ landen

Klik HIER voor het volledige verkiezingsprogramma van 50PLUS

Deal formateurs met pensioenfondsen is staatsrechtelijk dubieus, politieke koehandel en ordinaire chantage

Elsevier publiceerde donderdag over een deal die de informateurs hebben gesloten met de Nederlandse pensioenfondsen voor een extra investering van € 25 mrd in de Nederlandse economie in de komende jaren in ruil voor de toezegging, dat de nu formerende partijen afzien van aanpassing van de nieuwe pensioenwet. [klik hier]

Senator van Rooijen reageert.

Het is de wereld op zijn kop en los van ieder moreel besef dat de Nederlandse pensioenfondsen politiek bedrijven met het geld van hun deelnemers. Dat de Nederlandse pensioenfondsen de komende jaren opeens € 25 mrd extra willen gaan beleggen in woningbouw, energietransitie en infrastructuur in ons land kan alleen maar gezien worden als een strikt financiële afweging.

Dat de pensioenfondsen dit aanbod doen onder de eis dat de nieuwe pensioenwet ongewijzigd wordt doorgevoerd door het nieuwe kabinet en de nieuw gekozen Eerste en Tweede Kamer is niet alleen een poging tot politieke koehandel, maar neigt ook naar ordinaire chantage.

Drie van de vier partijen die nu bij de kabinetsformatie zijn betrokken hebben in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer tegen de nieuwe pensioenwet gestemd. Ze hebben voor de verkiezingen aangegeven in het belang van gepensioneerden nog wijzigingen in de nieuwe pensioenwet wet te wensen. Buigen voor de chantage van de pensioenfondsen is het weggeven van politieke macht aan de wereld van het geld. Niet de pensioenfondsen gaan over de strekking en wijziging van de pensioenwet, maar regering en parlement.

Het is ‘een gotspe’ dat de pensioenfondsen elk verbetervoorstel voor de pensioenwet vanuit de politiek op voorhand om zeep willen brengen. Deze politieke actie van de pensioenfondsen is niet in het belang van de gepensioneerden en ondermijnt de democratische spelregels. Staatsrechtelijk gezien is het zeer dubieus dat de informateurs buiten de formatietafel om op een gevoelig onderwerp afspraken maken met belanghebbenden (in dit geval dus met de pensioenfondsen) en het resultaat daarvan als dictaat voorleggen aan de onderhandelaars.

Europa vlag - Foto: MPD01605 (Flickr)

50PLUS neemt deel aan de verkiezingen voor het Europees Parlement

Maar liefst 20 groeperingen nemen deel aan de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni. Dit kunt u hier lezen op de site van de Kiesraad.

50PLUS neemt deel met een lijst met maar liefst 50 kandidaten. En daar zijn we supertrots op. Onderstaand de kandidaten van lijst 7.

 

50PLUS Kandidaten EP2024
Nr. naam voorletters woonplaats
1 Hernández Martínez A. (Adriana) (v) s-Hertogenbosch
2 van Otterloo G.J.P. (Gerrit-Jan) (m) s-Gravenhage
3 van Est A.M.B. (Bennie) (m) Maastricht
4 van Strien A.H.J. (Arnold) (m) Haarlem
5 Nyqvist C. (Chris) (m) Utrecht
6 Kasteleijn H.M. (Marinus) (m) Emmen
7 Hamersma K. (Klaas) (m) Hoogezand
8 van der Starre J.J. (Jan) (m) Heerhugowaard
9 van Tilborg H.C.A.M. (Henk) (m) Tilburg
10 Fischer-Otten A. (Anne Marie) (v) Kerkrade
11 van der Heijden J.A.M. (Jan) (m) Veldhoven
12 Hoek W.M.M. (Mieke) (v) Vreeland
13 Hornis M.P. (m) Emmen
14 Onderdijk H. (Hilde) (v) Middelburg
15 van Acquoij R.H. (Ruud) (m) Eindhoven
16 Dellaert F.P. (Frans) (m) Terneuzen
17 Konings G.A.J.A. (Ger) (m) Sint Hubert
18 van der Helm M.P. (Anneke) (v) Hoofddorp
19 van Ooijen E. (Edmond) (m) Liessel
20 van Straten A. (Anton) (m) Tiel
21 Bouwmeester J.J. (Joke) (v) Zeist
22 Jong S.P.H.M.A. (Peter) (m) Breda
23 Mulder J.C.A. (Jojo) (v) Amsterdam
24 Leerkes A.G.M. (Alfons) (m) Utrecht
25 Mol F.J. (Frans) (m) Helmond
26 de Wolff F.A.H. (Frits) (m) Amsterdam
27 Veeze C.E. (Chris) (m) Tolbert
28 van Loon J.C.A. (John) (m) Baarn
29 Erkamp F.H.A.M. (Frans) (m) Eijsden-Margraten
30 Brouwers J.F.X.M. (Jan Frans) (m) Son en Breugel
31 Bakx W.M. (Willem) (m) Hillegom
32 Weijers T.A. (Theo) (m) Wijchen
33 Wissingh H.A. (Ab) (m) Venlo
34 Nota H.D. (Herman) (m) Parrega
35 Vriens M.F.L. (Frans) (m) Udenhout
36 de Jong V. (Volken) (m) Hilversum
37 Hompe R. (Rob) (m) Venlo
38 Claassen H. (Harry) (m) s-Gravenhage
39 Bronckers W.J. (Willy) (m) Maastricht
40 Bulder C.A. (Tineke) (v) Vrouwenpolder
41 Hendriks J. (Jan) (m) Helmond
42 Fienig H.C. (Huib) (m) Bemmel
43 Tomlow G.A.M.M. (Geert) (m) s-Gravenhage
44 Liebregts H.J.W.C. (Henry) (m) Rosmalen
45 Aerts J. (Joost) (m) Heemskerk
46 Revet B.F. (Bernard) (m) Leiderdorp
47 Timmers-Van Dijk A.A. (Agnes) (v) Cuijk
48 van Hooft G.O.P.C. (Gerard) (m) Oudheusden
49 Dekker W.C. (Willem) (m) Hoofddorp
50 van Rooijen M.J. (Martin) (m) Oegstgeest

We moeten ‘bouwen bouwen bouwen’

De Eerste Kamer sprak deze week over Wonen en Bouwen in Nederland. Senator van Rooijen verwoordde het standpunt van 50PLUS zoals hieronder opgenomen.

De staat van de woningmarkt leent zich niet voor eenvoudige analyses en al helemaal niet voor snelle en makkelijke oplossingen. Maar ik weet haast wel zeker, dat de waarde van de corporatiesector voor Nederland als welvaartstaat en voor de onderste helft van het inkomensgebouw in het bijzonder, de afgelopen jaren weer glashelder is geworden. Ook hebben we geaccepteerd, dat we het probleem niet van het ene op het andere jaar kunnen oplossen. 

Woningen bouwen kost nu eenmaal veel tijd en er komen ook weer steeds nieuwe wachtenden bij. Van jonge mensen die een gezin willen stichten en ouderen die van een hun huis naar een seniorenappartement willen verhuizen tot en met de huisvesting van een aanzienlijke instroom van statushouders. De rol van woningbouwcorporaties bij het huisvesten van woningzoekenden met lage of middeninkomens is groot, de waarde onbeschrijflijk. Met de blik van 2024, vraag je je af wat ons heeft bezield

De politiek heeft in 2012 met een botte bijl ingehakt op de corporatiesector, door de invoering van de verhuurderheffing. Des te meer valt het de politiek te verwijten, dat er onvoldoende sprake is geweest van een vooruitziende blik. Zonder mijn eigen straatje te willen schoonvegen, wijs ik er wel op dat mijn partij de verhuurderheffing nooit heeft gesteund en in onze CPB doorgerekende tegenbegroting voor het jaar 2018, stelde 50PLUS al voor om de heffing in twee grote stappen af te schaffen. Dat neemt niet weg dat het is gebeurd. We hebben niet alleen vele miljarden onttrokken aan de corporatiesector, maar we hebben destijds met de verhuurderheffing ook de leencapaciteit aangetast. Daarmee hebben we niet alleen de bouwproductie direct omlaag gemanipuleerd, maar ook de planning voor de toekomst. En nu zijn de ‘rapen al een poosje gaar’.

Er gaan verschillende cijfers rond over hoeveel schade de verhuurderheffing precies heeft toegebracht aan de huursector in het algemeen en aan de corporatiesector in het bijzonder. In 2020 gaf koepelorganisatie Aedes nog aan dat de verhuurderheffing leidde tot 50% minder sociale woningbouwproductie. 

Vraag. De minister somt in zijn brief op wat hij extra heeft uitgegeven aan sociale woningbouw. Kan de minister aangeven of zijn additionele inspanningen richting woningcorporaties van de afgelopen jaren, opgeteld de totale opbrengst van de verhuurderheffing over de periode 2013 – 2022 al overschrijdt of nog niet? 

Ik heb in eerdere bijdragen vaker gesproken over de fiscale puinhopen van de kabinetten Rutte. Dan doel ik in de eerste plaats op de ‘antiliberale’ explosie van de grote belastingkortingen zoals de arbeidskorting, ten koste van lage tarieven en eenvoudige regels. Maar de invoering van de verhuurderheffing bij het Lenteakkoord in 2012, hoort zeker ook thuis in het rijtje met fiscale puinhopen. Het lenteakkoord was een gelegenheidscoalitie van partijen, na het uiteenvallen van de Catshuisonderhandelingen met Wilders, over de voortzetting van Rutte I. De PVV wilde er niet voor tekenen.

Maar VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie vonden de verhuurderheffing wel een goed idee. Kort daarna, in het regeerakkoord Rutte II, werd de net ingevoerde verhuurderheffing zelfs nog verdubbeld. In de politieke beeldvorming was Wilders toen “een wegloper”. Iemand die zijn verantwoordelijkheid niet nam. Maar voorzitter, de PVV probeerde toen wel de verhuurderheffing tegen te houden. Als dat was gelukt, dan zouden we nu misschien wel 200.000 extra sociale huurwoningen hebben gehad en daar zouden, paradoxaal genoeg, ook veel statushouders en mensen met een migratieachtergrond waarachtig van geprofiteerd hebben. Politieke beeldvorming kan de werkelijkheid danig verstoren, wil ik maar zeggen. 

De partijen die in 2012 het lenteakkoord sloten, zouden inmiddels wel terug willen komen op de verhuurderheffing, vermoed ik. Mind you, terwijl de verhuurderheffing haar vernietigende uitwerking op de woningmarkt mocht uitleven, vlogen de Tesla subsidies en zonnepaneelregelingen voor woningbezitters ons om de oren. Ik ben niet de eerste die dit opmerkt. Naar de mening van 50PLUS, is de nog recente geschiedenis van de verhuurderheffing een belangrijke les voor Kamerleden en Senatoren van alle politieke gezindten!

There is no use crying over spilled milk, zeggen ze. De verhuurderheffing is inmiddels afgeschaft en het huidige kabinet heeft ook extra geld uitgetrokken waar corporaties mee aan de slag zijn. Woningcorporaties hebben weer meer cashflow en kunnen beter vooruit plannen. Maar er is wel een belangrijk decennium, een ‘window of opportunity’ verloren gegaan. Want in het nieuwe tijdperk zonder verhuurderheffing zijn zowel de kosten als de beschikbaarheid van arbeid, kapitaal en grondstoffen gigantisch onder druk gekomen. De rente is nu veel hoger. 

Ik durf wel te spreken van een schokeffect, zeker in vergelijking met de rustige inflatie jaren die eraan voorafgingen. 

Alle kostensoorten zijn in een paar jaar tijd zodanig hard gestegen, dat we de verloren productie waarschijnlijk nooit meer zullen inhalen. Tenminste, niet zonder enorme extra inspanningen. De oplossingen voor de korte termijn, worden gezocht in het realiseren van tijdelijke woningen en een betere benutting van de bestaande woningvoorraad. 

Wat is ten aanzien van het realiseren van grote aantallen tijdelijke woningen precies de stand van zaken op dit moment? In mei 2023, liet de minister in een brief aan de Tweede Kamer weten dat de realisatiecijfers van flexwoningen flink tegenvallen met wat de minister oorspronkelijk voor ogen had.

Maar hoe gaat dat nu en wat heeft u sindsdien gedaan om de productie van tijdelijke woningen alsnog op te voeren tot het beoogde doel? 

Op het punt van flexwoningen en het beter benutten van de bestaande woningvoorraad, deelt mijn partij de suggesties zoals geschetst in het position paper van professor Boelhouwer. 

Voorzitter. In een markt met voldoende aanbod hoef je de prijzen niet te reguleren. Als je slechte woningen verhuurt voor te veel geld, dan komt er gewoon niemand op af. Maar door het huidige gebrek aan aanbod zijn mensen vaak zélf bereid om meer te betalen. Behalve meer aanbod, zijn er geen makkelijke oplossingen. Particuliere verhuurders, van de grote beleggers tot en met de kruidenier met 1 pandje, zijn geen sociale woningcorporaties. Zij kunnen bij een opeenstapeling van wettelijke veranderingen kiezen voor een ander bestaan. 

Met een obligatierente van 4%, is er inmiddels een waardig en stabiel alternatief voor beleggen in huurwoningen. Zeker als de verhuurders al op leeftijd zijn en geen zin meer hebben in gedoe. Zij moeten leven van de huuropbrengsten voor hun oude dag, want zij hebben vaak geen of een laag pensioen. 

De rendementskansen elders worden relatief stabieler en meer gegarandeerd, ten opzichte van het verhuren van een woning. Eventuele nieuwe fiscale plannen, komen daar nog bovenop. Er wordt stevig gezaagd aan de stoelpoten van woningbezitters. Prima als er sprake is van oneigenlijke verrijking. Maar niet prima als privaat kapitaal op grote schaal de woningmarkt verlaat. Wat doen we om te voorkomen dat deze woningen de betaalbare segmenten helemaal verlaten? Dan raken we toch nog verder van huis? De markt wordt nog kleiner en de woningen nog duurder, en de huurders kunnen die woningen niet kopen, want dat kunnen ze niet betalen.  

Tal van maatregelen en nieuwe wetgeving hebben het particulier bezit en de verhuur van woningen reeds minder aantrekkelijk gemaakt. 

 

Het bijna uitsluiten van tijdelijke huurcontracten. Diverse en steeds verdergaande plannen voor het belasten van vermogen in box 3. Vandaag in dit huis, hoogstwaarschijnlijk de Wet Maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten’. Deze week, in de Tweede Kamer de Wet betaalbare huur. En dan ik sla ik gemakshalve nog wel wat over. 

Wij geven particuliere verhuurders telkens weer nieuwe redenen om over hun bestaan als verhuurder na te denken. En dan formuleer ik het nog voorzichtig, want in het negatiefste geval wordt het een besmette economische activiteit waar particuliere investeerders zich liever helemaal van terugtrekken. Ik geef de minister op dat punt het advies mee om heel voorzichtig te zijn!  

Ik ben niet de eerste die aangeeft dat het woningmarktbeleid van dit kabinet onder bepaalde omstandigheden ‘self defeating’ zou kunnen worden. Net genoemd ook, de overdrachtsbelasting voor tweede woningen en beleggingspanden. Deze is exorbitant. Meer dan 10%. De minister noemt in zijn brief ook de verhoging van de overdrachtsbelasting en de negatieve effecten die dit volgens investeerders heeft op het investeringsklimaat en de woningproductie. De evaluatie staat gepland voor dit jaar. Mijn fractie vraagt of de minister hier ‘een turbo op kan zetten’? 

Dan voorzitter kom ik op de woonvoorzieningen voor senioren. In verschillende position papers wordt de beperkte doorstroming van ouderen naar kleinere woningen als belangrijke reden aangemerkt voor de wooncrisis in het algemeen. In de pers, werden ouderen zelfs al enkele keren in een negatief daglicht gepresenteerd. 

Met koppen zoals “een derde van de jongeren vindt het de ‘morele plicht’ van ouderen om naar een kleiner huis te verkassen” wordt ouderen iets verweten of aangewreven. Er wordt gepolariseerd. Ja, er lijkt door sommige actoren en opiniemakers zelfs weer een generatieconflict te worden opgespeeld. Dat maakt mij verdrietig. 

Het verdwijnen van veel woonopties voor ouderen is niet iets wat deze groep kan worden verweten. Het sluiten van bejaardenhuizen, verzorgingshuizen en de genadeloos afgeknepen inzet van de woningcorporaties waar ik mijn betoog mee begon, is een politieke verantwoordelijkheid. Politieke partijen, de regeerakkoorden en de uitvoering door de gekozen bestuurders, moeten dat dragen en met plannen komen om de problemen op te lossen. Ook als ze (deels) zelf veroorzaakt zijn. 

We moeten ‘bouwen bouwen bouwen’. Beide Kamers hebben hun ogen veel te vaak van de woningnood-bal afgehaald. Bij de stemming over de spoedwet aanpak stikstof in december 2019, had 50PLUS haar ogen nog wél primair gericht op de woningnood. Met een aangenomen motie (35347, L) werd meer inzicht vereist in de lokale woonbehoeftes van ouderen, ten behoeve van de wettelijk vereiste opstelling van woonzorgvisies door gemeenten. 

Voorzitter samenvattend: Ik hoop in dit debat vooral van de minister te horen dat diverse obstakels uit de weg zijn geruimd en dat de inhaalslag waar we allemaal op wachten, vorm krijgt. Dankuwel. 

Dankuwel.

Adriana Hernández unaniem gekozen tot lijsttrekker 50PLUS bij EU-verkiezingen

Adriana Hernández is unaniem gekozen tot lijsttrekker van 50PLUS bij de EU-verkiezingen op 6 juni. Senator Martin van Rooijen is lijstduwer.

50PLUS over de gaswinning in Groningen

Eerder deze week behandelde de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Beëindiging Gaswinning Groningenveld. Onderstaand vindt u de bijdrage in het debat en de motie die namens 50PLUS door sneator van Rooijen werd ingediend.

Bijdrage Martin van Rooijen (50PLUS)

Wetsvoorstel Beeindiging Gaswinning Groningenveld 36.441 

Voorzitter, alvorens ik naar de inhoud toe ga, wil ik eerst iets kwijt over de reactie van de staatssecretaris op de behoefte van dit Huis om de argumenten voor of tegen het sluiten van de gaswinning in Groningen toch nog eens goed te wegen.

Het klonk als: “Waar haalt de Eerste Kamer het lef vandaan om het met mij oneens te zijn? Nog één keer zo’n brutaliteit en dan kom ik niet meer. Dan treed ik af en ga ik in de Tweede Kamer zitten”. Voorzitter, naar ik begreep is er een intern D66 onderzoek waaruit blijkt dat de politici van die partij zich ‘betweterig’ opstellen. De reactie van deze D66 staatssecretaris was niet alleen betweterig, maar zelfs arrogant. Richting minachting voor het parlement!

Ik was echt onthutst toen ik dit hoorde. Allereerst, het kabinet is demissionair. U ook. Bij een demissionaire status past bescheidenheid. U kunt ons dus niet onder druk zetten door met weggaan te dreigen. Dan zeggen wij: “Nou, als u het niet meer leuk vindt, ga uw gang! De helft van uw ploeg zwerft al elders, wij hopen dat de laatste het licht uitdoet”. 

Maar misschien bedoelde u met uw boosheid om naar Groningen uit te stralen dat u voor de mensen daar ècht door het vuur gaat. Natuurlijk werkt u met engagement. Dat doen wij hier trouwens allemaal. En Groningen gaat ons ook aan het hart. Maar, zoals de staatssecretaris weet, deze chambre de réflection, dit Huis van “toch nog eens goed nadenken”, heeft als extra taak om, heel nuchter, elke vraag te stellen die gesteld moet worden. 

Dat is soms best wel eens lastig, maar het is een noodzakelijk element van de zorgvuldige weging van het regeringsbeleid door de Staten-Generaal. Wij gaan hier niet voor de populariteitsprijs, maar voor het belang van onze totale samenleving en we wegen het Europees belang er ook nog graag bij.

Al die belangen, voorzitter, zijn nooit in steen gebeiteld. Omstandigheden veranderen en belangen verschuiven. Mijn fractie constateert dat Nederland op meerdere terreinen actief is in een actueel conflict op Europese bodem, tegen de expansieve bewegingen van de Russische Federatie. Er wordt steeds meer gesproken, ook door de regering, in termen van “Poetin moet verslagen worden” en “Ukraïne moet winnen”. 

Ook mijn fractie wil in deze termen spreken om het gevaar van Russische expansie met gepaste kracht en eensgezindheid tegemoet te treden. Er bekruipt mij echter een unheimisch gevoel, omdat wij met het volledig en definitief sluiten van ons grootste gasveld, opzettelijk een nieuwe kwetsbaarheid laten ontstaan. Ik kan niet kijken in het hoofd van de Russische president, maar ik kan zeker niet uitsluiten dat een verdere afname van de Europese energie flexibiliteit, als gevolg van het sluiten van het Groninger gasveld, strategisch bij wijze van spreken van grotere waarde is (voor Rusland) dan het leveren van F16’s aan Ukraine. Hoe ziet het kabinet dat? 

Ga er maar van uit dat Poetin deze wet met applaus begroet. Alles wat de kwetsbaarheid van de Europese Unie vergroot, zonder dat hij zelf een vinger uit hoeft te steken, kan in Moskou op enthousiasme rekenen. Realiseert het kabinet zich dit? Hoe leggen wij dit uit aan onze Europese partners? Hoe communiceren we hierover met Groningen? Wat zegt de staatssecretaris hierover?

Doen wij de Groningers recht door hun te beloven dat hun belang hoe dan ook boven elk ander belang gaat? Mogen zij dit zelfs van ons verwachten? Even voor alle duidelijkheid: het gaat niet om het doorpompen, maar alleen om het grote Groninger gasveld beschikbaar te houden.

Ik luister voorzitter, heel erg goed zelfs, als luitenant-admiraal Rob Bauer stelt, ik citeer: “Van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar en gericht op efficiëntie was, naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren. Een tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten”. Minister Ollongren is het met hem eens dat lidstaten, dus ook Nederland, zich mentaal moeten voorbereiden op een situatie “waarin we veel gaan vragen van de samenleving”. “We moeten alle ketens op orde hebben”, zo zegt minister Ollongren. Dus óók Groningen, zou ik zeggen, voorzitter!

Mijn fractie vindt natuurlijk ook dat de wissel die bijna vanzelfsprekend tientallen jaren eenzijdig is getrokken op de inwoners van Groningen niet te verdedigen is. Het is niet het enige dat bestuurlijk fout is gegaan. Het is heel goed als overheid en politiek veel kritischer in de spiegel kijken. Dat gezegd hebbend mag het ook niet zo zijn dat een gemaakte fout een volgende fout als het ware gaat excuseren.

Als er straks, om wat voor reden ook, schaarste, oorlog, crisis, energietransitie, allemaal dreigingen of uitdagingen die direct te maken hebben met het welzijn van mensen, en die nu om ons heen cirkelen,  als dus straks bij wijze van spreken elk putje moet worden omgedraaid om nog ergens gas te vinden, terwijl wij een grote en winbare voorraad definitief onwinbaar zouden hebben gemaakt, voorzitter, dan stapelen wij toch weer een fout óp een fout!

We botsen sowieso steeds meer op impasses omdat we niet breed genoeg kijken. Neem de energietransitie. Ons enthousiasme liet ons vol inzetten op allerlei initiatieven. Toch vaak zonder nadenken over, soms zelfs hele banale knelpunten. Ons electriciteitsnet kan de benodigde capaciteit nu al niet aan. We moeten terugkomen op toezeggingen aan de voorlopers met het plaatsen van collectoren op hun daken, over het verdienen aan het terugleveren van elektriciteit aan het net. 

Terwijl we elk dier op het land koesteren, komen er voor het opwekken van windenergie, steeds meer gehaktmolens voor vogels. Welke berg afval hebben we straks als de wieken niet recyclebaar blijken? Waterstof is prachtig, maar het opwekken er van kost nog steeds ongeveer evenveel energie als het oplevert. Maar intussen zetten we harde doelstellingen, maken we wetten en sluiten we verdragen, die straks onhaalbaar blijken, maar waarvan nakoming door de milieubeweging via de rechter kan worden afgedwongen. Omdat de rechter niet houdt van strakke regels die achteraf vrijblijvende formuleringen blijken te zijn, en dus lik op stuk geeft. 

We weten nog niet hoe we de electrificatie van het wagenpark kunnen faciliteren met voldoende netcapaciteit en voldoende laadpunten. Om ecologische redenen remmen we bouwactiviteiten, maar we komen enorme aantallen huizen te kort en de koophuizenmarkt kookt over. 

Met onze ecologische haast dreigen wij ondernemingen plus werkgelegenheid het land uit te jagen, zonder dat de aarde er mee opschiet. Want die bedrijven zoeken plaatsen op onze wereldbol waar de eisen minder stringent zijn. Het gaat ten koste van onze economische kracht, maar waar zit dan de ecologische winst?

Voorzitter, wat is er toch allemaal mis met het management van onze overheid? Wanneer houden we eens op met te gaan hollen per thema, zonder de samenhang te zien met het totaal? Voorzitter, ik zou heel graag hier de analyse van de staatssecretaris over horen.

Als je begrijpt wat oorlog is of kan betekenen, als je de woorden over een oorlogseconomie serieus neemt, als je je realiseert wat economische ellende betekent voor de loopbaankansen van jongeren, voor het welzijn van zovele gezinnen, voor het harde werken van zovele ondernemers,  dan had de staatssecretaris ook opgelucht kunnen reageren op de vragen van VVD, BBB, SGP en JA21. 

Zij bieden u immers de gelegenheid om onze spreekwoordelijke ‘Groningse divisie’ in het veld te houden op het moment dat alle andere uitrustingen en wapensystemen die onze krijgsmacht recentelijk heeft besteld, nog wel 5 a 10 jaar op zich laten wachten. 

Uiteraard dankt mijn fractie de Staatssecretaris voor zijn uitvoerige beantwoording, ook in de tweede ronde, van de vragen van VVD, BBB, SGP, JA21 alsmede van mijn fractie. Naar aanleiding van deze antwoorden heb ik nog enkele concrete vervolgvragen: 

De fractie van 50PLUS verbaast zich er over dat, waar steeds duidelijker wordt dat aardgas heel hard nodig zal zijn om alle nodige stappen in de energietransitie te kunnen zetten, de staatssecretaris nu zegt dat het Groningse aardgas daar niet voor in aanmerking hoeft te komen, omdat dit laag-calorisch gas is. Wat wij importeren is bijna allemaal hoog-calorisch gas. 

Maar, voorzitter, waarom wordt er juist uitgerekend in Groningen momenteel een stikstoffabriek gebouwd? Die stikstof gaat toch straks worden gebruikt om dat hoog-calorische importgas laag-calorisch te maken? Omdat dáár de meeste gasinstallaties in Europa op zijn afgesteld? Als dat zo is. dan vervalt toch het argument van de staatssecretaris? Sterker nog, dan moeten wij vaststellen dat ons aardgas juist het meest geschikte is om de energietransitie te faciliteren. 

Voorzitter, zoals u weet heb ik nog deel uitgemaakt van de regeringsploeg van Den Uyl. Ook toen waren er veel dilemma’s. Het hoort bij de politiek, waar altijd belangen botsen. Aan de orde was de afsluiting van de Oosterschelde als een van de hoekstenen van de Deltawerken. 

De Watersnoodramp in 1953 had ons weer eens de harde les geleerd van de noodzaak je steeds goed bewust te zijn van de gevaren die je bedreigen en steeds klaar te zijn om die het hoofd te bieden. Wezenlijk onderdeel van toekomstige veiligheid voor Zeeland was de afsluiting van de Oosterschelde. 

De voorloper van GroenLinks, de PPR, maakte er een zwaar punt van dat de Oosterschelde om ecologische redenen open zou moeten blijven. De PPR wilde in 1976 zelfs het kabinet uit als dat niet het geval zou zijn.

Open of dicht, het sluit elkaar uit. In Delft zijn ze soms slimmer dan in Den Haag en er kwam een briljante oplossing, waarbij open en dicht bediend werden. Een dam die je bij zware storm en hoog water zou kunnen afsluiten. Van heel de wereld zijn zij al bij die slimme dam wezen kijken!

Open of dicht. Het hoeft elkaar niet uit te sluiten. En sinds 1953 zijn we echt niet minder slim geworden. Er moet een oplossing mogelijk zijn om de winning van het gas daar nu te stoppen, maar in geval van nood toch weer bij het gas te kunnen.

Voorzitter, in Zeeland kon het en iedereen is daar nu zeer tevreden over. In Groningen moet een dergelijke dubbele oplossing ook mogelijk zijn. Hoe ziet u dat?

Dan nog iets anders. De NRC gaf ons het afgelopen weekend een soort van update over de onderhandelingen met Shell en Exxon over de afwikkeling van Groningen. Ik begrijp dat de mensen van Financiën weer eens realistischer waren dan andere departementen, waardoor er ook de nodige wrijving was. 

Kan de staatssecretaris ingaan op dat NRC verhaal? Heeft ambtelijk Den Haag te lang een roze bril gedragen? Heeft de overheid in het ene dossier, de schade van Groningen, gedacht zich ruimhartig te kunnen opstellen, omdat het andere dossier, de schadeverdeling met de NAM, toch wel goed zou aflopen?

Zijn ook hier weer coördinatiegaten gevallen, waardoor de linkerhand niet wist wat de rechterhand ging doen? Is daarop ook de vastberadenheid naar de Groningers gebaseerd? 

Wordt Groningen net zoiets als de Toeslagen kwestie? Eerst niet, dan wel, dan alle remmen los, dan daar weer spijt. En geen idee hoe hoog de rekening uiteindelijk wordt? 

Voorzitter. Ik voel de vastberadenheid van het kabinet ten aanzien van dit, reeds door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel om de gaswinning in Groningen definitief te beëindigen. In mijn bijdrage heb ik aandacht gevraagd voor diverse omstandigheden die deze vastberadenheid minder vanzelfsprekend zouden moeten maken. 

Rutte IV loop het risico de gechiedenis in te gaan als een ploeg die geleidelijk in verval ging. Er zijn nog nooit zoveel bewindslieden tussentijds verdwenen. Je hebt net de naam van een minister geleerd, of er zit al weer een ander. Zelfs de premier is al bezig met solliciteren! Het economische en ecologisch beleid ging van enthousiaste voornemens naar rafelige uitkomsten. Beleidsuitvoering liep tegen zijn grenzen aan. Het kabinet is moe. Misschien wel doodop. Dat is een sombere conclusie, gegeven de talloze problemen waar we nu mee worstelen. De stemming over Groningen mag dus nooit een zijn van wat zuchten en dan zijn we daar ook gelukkig van af. Nee, voorzitter. Onze tijd is zó onrustig, er gebeuren zóveel dingen, en alles heeft zo met alles te maken, we hebben een regering nodig die uitstraalt de zaken in de hand te hebben en dat elke dag opnieuw waarmaakt. Met een brede blik, voor àlle aspecten en met fonkelende ogen! Kunt u ons zulk engagement laten zien, geachte heer staatssecretaris?

Omdat de uitslag van de stemming al vast lijkt te staan heeft mijn fractie  in eerste termijn  de volgende motie 

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

  • overwegende dat er belangrijke toezeggingen zijn gedaan aan Groningen, waarbij onder meer de definitieve sluiting van de putten om aardgas te winnen aan de orde is;
  • overwegende dat  internationale spanningen, onder meer in Ukraïne en in het Nabije Oosten, het afsluiten van energiereserves zich niet verstaan met relevante strategische belangen van Nederland en van zijn bondgenoten;
  • overwegende dat aardgasreserves tevens van onmisbaar belang kunnen zijn voor een voorspoedige energietransitie;

verzoekt de Regering de sluiting van aardgasputten in Groningen nog niet onomkeerbaar te maken en alles in het werk te stellen om een slimme open/dicht oplossing na te streven, die zowel het belang van de Groningers dient, als de grensoverschrijdende strategische en ecologische belangen van Nederland en van zijn bondgenoten.

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Van Rooijen. 

 

Mijn fractie wacht de antwoorden van de staatssecretaris met belangstelling af

martin van rooijen

Van Rooijen vecht voor rechten ouderen bij verhoging Wettelijk Minimum Loon

De Eerste Kamer vergaderde dinsdag over het wetsvoorstel extra verhoging Wettelijk Minimum Loon. Martin van Rooijen, voorvechter van de rechten van ouderen, voerde namens 50PLUS het woord. En omdat hier een rechtstreekse koppeling van belangen met de AOW is, is dit een uiterest belangrijk thema. 

Onderstaand de volledige inbreng in het debat. De Eerste Kamer gaat dinsdagavond stemmen over dit wetsvoorstel.

Inbreng Martin van Rooijen (50PLUS) wetsvoorstel extra verhoging WML. 

Voorzitter,

Mijn fractie heeft dubbele gevoelens bij dit wetsvoorstel, wat een uitvloeisel is van het amendement van der Lee. Het gaat om een extra verhoging van het WML, met daarbij handhaving en toepassing van de wettelijk vastgelegde netto-netto koppeling van de AOW en de Bijstand aan het netto minimumloon. Hiervoor is een wetsvoorstel nodig. 

De normale verhogingen van het minimumloon en de daaraan gekoppelde verhoging van de AOW en sociale uitkeringen, vergen geen wetsvoorstellen. 

Het dubbele gevoel ten aanzien van dit wetsvoorstel, zit bij de dekking die in het amendement Van der Lee is vastgelegd. Ik zal dat dubbele gevoel maar direct tot uiting brengen: “dit had nooit mogen gebeuren en niet op deze wijze”. 

Over de dekking is naïef en ondermaats gedebatteerd. Een goed debat was blijkbaar ook niet nodig want de verkiezingen stonden voor de deur en dan passeren ondoordachte plannen met abnormale paden nu eenmaal de revue. Ik noem het niet voor niets een “verkiezingsamendement”. 

De dekking werd uit de fiscale ruif van het ministerie van Financiën geplukt, met tientallen dekkingsmogelijkheden die we in cafetariastijl gepresenteerd krijgen middels “de ombuigingslijst”. Voor elk wat wils: Te hooi en te gras

Van de Lee heeft in zijn zoekijver snel het oog laten vallen op grote posten uit dat overzicht. Aangereikte suggesties zoals de afschaffing van de vrijstelling van de dividendbelasting en beperking van de inkoop eigen aandelen scoort dan bijzonder hoog. “Pak die rijke stinkerds maar aan”.  

Ik heb niet de indruk dat van der Lee zich erg heeft verdiept in de pro’s en contra’s van die afschaffing en als hij dat wel heeft gedaan, dan heeft hij een verkeerde afweging gemaakt. De verkeerde afslag genomen, de afslag naar Veldhoven en ons vermaarde internationale bedrijfsleven gemist. Winst is niet alleen belastbaar maar ook mobiel. De bedrijfsactiviteiten kunnen worden verplaatst of helemaal worden gestaakt, omdat kansen niet meer opwegen tegen de risico’s. Dat wil men bij veel partijen nog wel eens vergeten. 

Heeft hij gedacht aan de gevolgen voor ons vestigingsklimaat? We spreken altijd over bestaanszekerheid voor de burgers, maar er is ook zo iets als bestaanszekerheid voor bedrijven in Nederland. Dat moet gebaseerd zijn op vertrouwen op een consistente overheid, nog sterker op een consistent politiek gedrag. 

Het is toch allerwegen bekend dat bedrijven heel gemakkelijk hun fiscale zetel kunnen verplaatsen en die zetel is bepalend voor de vraag of nog dividendbelasting geheven kan worden? Nog los van de vele andere ‘spillover effecten’ die ook verdwijnen, als de zetels van hoofdkantoren ons land verlaten. 

Hoe gemakkelijk zetelverplaatsing is blijkt bijvoorbeeld uit de verplaatsing van de zetel van een groot Spaans bouwbedrijf Ferrovial naar Nederland, tot grote woede van het Spaanse kabinet. Maar ik denk natuurlijk vooral ook aan Unilever en recentelijk ook SHELL, waarbij ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat veel politici hun schouders ophalen bij het risico dat deze iconische bedrijven niet meer “van Nederland” zijn maar hun productie én hun arbeidsvraag over de grens verplaatsen. Be carefull what you wish for lijkt mij in dit verband nog een understatement. Het gaat om onvervangbaar ‘tafelzilver’.  

Het amendement Van der Lee noem ik fiscaal trapezewerk van de bovenste plank! Fiscale piraterij, fiscaal prijsschieten. Groenlinks-PvdA houdt niet van koeien maar wel van melken, zoveel is duidelijk. 

Voorzitter, u merkt, ik kom beeldende woorden tekort. In de Tweede Kamer werd al gesproken over kannibalisme. De Eerste Kamer had het enige wapen met een “tegen”-stem bij het Belastingplan kunnen inzetten. Dat wapen heeft de senaat niet ingezet en nu zitten we met de gebakken peren. Het werd mij in het debat duidelijk dat VVD en BBB niet de stap van verwerping wilden overwegen, laat staan die stap zetten. Ook de novelle-route werd niet gebruikt.

De staatssecretaris gaf aan dat het demissionaire kabinet niet zelf met alternatieve wetsvoorstellen voor dekking zou komen. Wel was hij bereid om in te gaan op het verzoek om een evaluatie, met voorstellen voor alternatieve dekking. 

Inmiddels heeft de Eerste Kamer een brief ontvangen over die alternatieven met een kopie aan de Tweede kamer. De motie Geerdink cs, die mede was ondertekend door mijn fractie werd daarom ingetrokken.

Voorzitter. De eerste zin van mijn bijdrage in het debat over het Belastingplan 2024 luidde: “Ik zal tegen dit belastingplan stemmen”. Nadat ik eerder voor 11 belastingplannen heb gestemd. Dat was primair vanwege het niet volledig toepassen van de wettelijke inflatiecorrectie.

Maar een tweede overweging was het schrappen van de vrijstelling voor inkoop eigen aandelen en het afschaffen van de 30% regeling. Ik stemde tenslotte na moeilijke afweging toch voor, omdat de Senaat zware signalen gaf over wat ook mijn fractie wilde bereiken. 

Mijn fractie blijft van opvatting dat de vrijstelling van de dividendbelasting voor inkoop eigen aandelen moet worden hersteld en dat de 30%-regeling in stand moet blijven, met daarin enkele aanpassingen om voor de hand liggend misbruik aan te pakken. 

Dan nu voorzitter, specifiek het wetsvoorstel dat wij vandaag bespreken. Voorzitter. Ik volgde dit debat over de AOW koppeling in de oude Tweede Kamer met grote zorg. En helaas behoud ik deze zorgen ook met de nieuwe Tweede Kamer 

50PLUS blijft op de hoede. De Tweede kamer is alvast gewaarschuwd: handen af van de AOW en van de koppeling die al bestaat sinds 1976. De zogenaamde netto-netto koppeling van de AOW en de sociale uitkeringen aan het minimumloon. Ja, dat was een besluit van het kabinet den Uyl, maar nog geen wet.

Deze koppeling is sinds 1980 geregeld in de Wet Aanpassingsmechanismen, kortweg de WAM. Deze wet is de voorloper de Wet koppeling met afwijkingsmogelijkheid die in 1992 is ingevoerd. 

Tornen aan de AOW-koppeling of de AOW zelf is politiek spelen met vuur. Het CDA ondervond dat op genadeloze wijze in 1994. Alleen door de AOW iets minder te indexeren dan het minimumloon, werd een neergang ingezet die zijn weerga niet kent. Hoppa 20 zetels eraf. Dat ondervond ook de PvdA, iets later in 2003. Weet u het nog? “Met Bos ben je de klos”. Bos wilde de door hem genoemde ‘rijke ouderen’ extra belasten door AOW premie voor AOW-ers in te voeren. Fiscalisering van de AOW-premie noemen we dat nu. De aap kwam snel uit de mouw. De zogenaamde rijke ouderen, dat bleken alle AOW-ers te zijn met een klein pensioen van 15.000. Ook Bos was toen in 1 klap 20 zetels kwijt. 

Wel of niet koppelen van de AOW is een geliefd politiek gezelschapsspel gebleken, vooral ook bij de Commissie Sociaal Minimum.

Een favoriet onderwerp. In het bijzonder D66 en de ChristenUnie kunnen hun ongeduld moeilijk onderdrukken, zo valt mij op, uit de aanhoudende stroom vragen bij dit wetsvoorstel. Deze partijen vinden het onnodig en veel te duur. Ja dank je de koekoek voorzitter, er zijn steeds meer ouderen, nu al 3,5 miljoen en het gaat naar 4 miljoen. 

De koppeling van het minimumloon aan de Bijstand wordt echter wél vanzelfsprekend geacht. Blijkbaar geldt hier, dat vanwege de kleinere aantallen het minder kostbaar is. Maar voor de individuele mens met bijstand of AOW maakt dat geen verschil. 

Als we het over bestaanszekerheid en het bestaansminimum hebben, dan geldt dat toch niet alleen voor werkenden maar ook voor niet-werkenden? 

Ik merk daarbij op dat veel bijstandsgerechtigden wel degelijk kunnen werken en dus nog een zekere verdiencapaciteit hebben. Maar dat bestaansminimum geldt dan toch zeker ook voor ouderen die niet meer kunnen werken en geen verdiencapaciteit meer hebben? 

Mijn fractie ergert zich dood aan de framing van de ‘rijke ouderen’. Er zijn toch ook veel rijke niet-ouderen?

Voorzitter. Ik ga man en paard noemen. 

Uit het antwoord op vraag 8 van de VVD fractie blijkt dat  600.000 mensen alleen AOW ontvangen. Oftewel 20% van het totaal. 7,4% van de mannen heeft alleen AOW en maar liefst 31,7 % van de vrouwen heeft alleen AOW. U hoort het goed: 1 van de 3 vrouwen

Naast deze 600.000 AOW-ers met alleen AOW worden nog eens 1,5 miljoen AOW-ers getroffen met een zeer klein pensioen. Een enorme groep van 2 miljoen mensen. 

Weten mensen eigenlijk wel wat het mediane pensioen is bij bijvoorbeeld de grote 5 pensioenfondsen? Ik zal u uit de droom helpen met cijfers van het ministerie uit 2021. Het mediane pensioen per jaar lag bij de 5 grote pensioenfondsen tussen de 4.500 en 12.000 euro per jaar. 

De mediaan betekent dat dat de helft van een groep onder de mediaan zit en de andere helft er boven. Voor de pensioenen betekent dit dat bij een mediaan van 4.500, de helft van alle deelnemers een pensioen heeft van minder dan 4.500 euro per jaar, oftewel minder dan 400 euro bruto per maand. 

Begin 2022 volgde ik in de Tweede Kamer het voorstel van het kabinet Rutte IV, dat de AOW werd ontkoppeld van de extra verhoging van het WML met 8,05%. De Tweede Kamer vond het bij die Algemene Beschouwingen nog prima: er werd met groot gemak maar liefst 2,5 miljard bespaard op de AOW uitgaven. Cumulatief voorzitter, komt dat neer op een besparing van 25 miljard in 10 jaar. 

Sommige fracties in de Tweede kamer rechtvaardigden het voorstel door het eenmalig te noemen. Politieke handigheid: Het zo klein mogelijk maken van het voorliggende dilemma. 

Maar het is zo duidelijk structureel, het was niet een ontkoppeling voor 1 jaar maar voor de gehele toekomst. De AOW zal dan als percentage van het bruto minimumloon nooit meer hetzelfde zijn. 

Bij de Algemene Politieke beschouwingen in onze Eerste kamer, kort daarna, zijn 3 moties aanvaard om de koppeling te handhaven. Waaronder ook de motie van 50PLUS. Uiteindelijk is het kabinet door de pomp gegaan en in de voorjaarsnota 2022 werd aangekondigd om de AOW alsnog te koppelen. 

Mijn fractie was ontzet dat er in feite een ‘nieuwe koppeling’ werd uitgevonden. Het kabinet koppelde afschaffing van de IOAOW aan de koppeling van de AOW aan het minimumloon. De hond durfde niet te bijten maar dat maakt niet uit, want dan vindt men wel een kat om u te bijten. 

Zo werd via de aangekondigde afschaffing van de Inkomensondersteuning AOW (IO-AOW), via een achterdeur, de helft van de extra verhoging van 8% weer ongedaan gemaakt. Definitief en structureel. Weg is weg, voor AOW-ers uiteraard. Niet voor de andere begunstigden. 

In regeerakkoord stond dat als compensatie voor het niet koppelen, de ouderenkorting fors zou worden verhoogd. Dat voorzitter, is een dode mus voor veel AOW-ers, want 1 miljoen AOW-ers betalen geen of onvoldoende belasting om de ouderenkorting nog te kunnen verzilveren. Een beter bewijs dat een beleidsrichting is uitgeput is er niet. Maar toch gaat men maar door! Fiscale onkunde eerste klas van Rutte 4. 

Een rommelige en anti liberale fiscale erfenis, waar de VVD in de toekomst nog veel mee te stellen zal krijgen. 

Dat brengt mij op de publicatie van het CBS van 12 april jongstleden onder de kop ”koopkrachtontwikkeling gepensioneerden hapert al geruime tijd”. 

Voorzitter. Het is altijd beter als anderen het zeggen. In dit geval het gerenommeerde Centraal Bureau voor de Statistiek. Feiten en cijfers. 

Over de periode 1989-2022 steeg de koopkracht van de werknemers met 112%, van zelfstandigen met 80%. De gehele bevolking ging er in doorsnee 53% op vooruit. Pensioenontvangers, zo schrijft het CBS letterlijk: “gingen er in al die jaren nauwelijks in koopkracht op vooruit”. 

Dat gemiddelde van 53% koopkrachtstijging voor de gehele bevolking, zegt voor gepensioneerden dus welgeteld helemaal niets. Zij bleven, dankzij overheidsbeleid, gemiddeld steken op ongeveer 0%. Nota bene gemeten over een zeer ruime periode van maar liefst 33 jaar.

Meer recent, zeg de afgelopen 12 jaar, zijn de CBS uitslagen eveneens schokkend: 

  • bij pensioen van 1.000 tot 2.000 euro: min 5,2%
  • bij pensioen van 2.000 tot 3.000 euro: min 7,5%
  • bij pensioen van > 3000 euro: min 10,9%! 

Het CBS stelt voorts: “Gepensioneerden met een kleine beurs gingen er wel op vooruit. Bij degenen met maandelijks tot 200 euro bovenop de AOW steeg de koopkracht 14,6 procent en bij degenen met maandelijks 200 tot 500 euro extra 8,5 procent. De stijging bij gepensioneerden met weinig tot geen pensioen voornamelijk door de indexatie van de AOW, want pensioen is nauwelijks geïndexeerd”. 

Het grote belang van de AOW koppeling is hiermee aangetoond. 

Het CBS stelt ook dat “gepensioneerden weinig grip hebben op hun inkomen. Zij kunnen hun inkomenssituatie niet meer veranderen. Zij zijn voor hun koopkrachtontwikkeling afhankelijk van de indexering van de AOW en de aanvullende pensioenen”.  

U begrijpt nu waarom mijn fractie en mijn partij zo vecht voor de AOW koppeling en het bestaande pensioenstelsel met indexatie op basis van een normale rekenrente van minstens 2%.

Dat brengt mij op de verworpen motie van Bart van Kent in Tweede Kamer. De Kamer spreekt uit dat de regering de koppeling tussen minimumloon en de AOW nooit mag verbreken.

Deze motie kreeg alleen de steun van de SP, GL-PvdA, Ja 21 en van de PVV. Hier goed voor 28 zetels. Met 50PLUS en OPNL erbij komen we op 30. 

Alle reden om bezorgd te zijn over de toekomst van de koppeling. Blijft ie bestaan ja of nee. 

In de tweede vragenronde ben ik uitvoerig ingegaan op de koppeling en het gevaar dat de AOW inkomensafhankelijk kan worden. Een gewaarschuwde Tweede Kamer én Senaat telt voor twee.    

Er zijn zo veel manieren om AOW-ers financieel in het hart te treffen. Aansluitend op de antwoorden van de minister op mijn vele vragen moet ik die helaas opsommen: 

  • Beperking van de inflatiecorrectie. 

Dat betekent dat schijven minder worden verlengd. Dat treft ook de speciale schijf voor AOW-ers met als gevolg dat AOW-ers veel sneller van het 19% tarief naar het 37% -tarief gaan. 

  • Fiscalisering van de AOW-premie 

Dat kan op diverse manieren via de belastingen. Door het verkorten van de speciale schijf voor AOW-ers, waardoor zij sneller naar het 37%-tarief gaan. 

Een andere variant is om het tarief van de AOW premie jaarlijks met bijvoorbeeld 1% te verlagen en dat van de belasting met 1% te verhogen. Voor de werknemers blijft het totale tarief dan per saldo gelijk maar voor de AOW-ers gaat het totale tarief dan jaarlijks met 1% omhoog. 

  • Ontkoppeling van de AOW zelf.  

De AOW stijgt niet mee met verhoging van het WML. Of hij stijgt wél mee maar het wordt weer afgeroomd via de belasting. Dat noem ik een ‘materiele ontkoppeling’ via de achterdeur. 

  • Volledige fiscalisering van de AOW premie. 

Dat is het rampscenario voor de AOW en is het einde van de AOW als volksverzekering waar iedereen recht heeft op een gelijke uitkering. Bij fiscalisering van de AOW-premie, wordt de AOW geheel door het Rijk uit de belastingen betaald. Dan bestaat het risico, dat men zal zeggen: je krijgt alleen nog AOW als je een klein pensioen hebt. De inkomensafhankelijke AOW is geboren. 

De AOW wordt zo een Bijstandsuitkering voor gepensioneerden en daar waarschuwde ik al voor in 2014, in een opinieartikel in het NRC. 

Dergelijke plannen leveren bakken met geld op. Bij fiscalisering van de AOW-premie, worden AOW-ers met een klein pensioen van maximaal 1700 per maand het hardst geraakt; een inkomensdaling van wel 15%. 

Dit is extra cynisch als je bedenkt dat werknemers bijna geen AOW premie meer betalen door de extreem hoge arbeidskorting van 6.000 euro. De minister bevestigt dit n.a.v. mijn vraag hierover. 

Mijn fractie zal vechten voor het behoud van de AOW koppeling en zich blijven verzetten tegen de mode van fiscalisering van de AOW-premie. 

Het AOW gezelschapsspel voorzitter, is spelen met vuur. De politieke grafkelders van de partijtijgers die dat ooit geprobeerd hebben, kunnen nog steeds bezocht worden. Zeg ik in een cynische poging tot humor. “Handen af van de AOW!”

Voorzitter, dan bijna tot slot nog enkele vragen naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van Financiën van 5 april, over “alternatieve dekkingsopties n.a.v. belastingplan 2024” 

  • Ik sluit mij aan bij collega Heijnen: Als het wetsvoorstel niet wordt aanvaard, wat gebeurt er dan met de belastingverhogingen die bedoeld waren om het wetsvoorstel te dekken. Worden die dan teruggedraaid of niet ingevoerd? 
  • Vindt de staatssecretaris het logisch om, in lijn met de motie Hoekstra, alternatieve dekkingsmaatregelen niet in 1 wetsvoorstel op te nemen maar elk alternatief in een apart wetsvoorstel op te nemen? De Senaat kan immers niet kiezen bij meerdere onderdelen in 1 pakket. 
  • De Staatssecretaris zegt dat de afschaffing van de inkoopfaciliteit kan worden teruggedraaid indien het besluit daartoe voor 1 september 2024 bij de Belastingdienst bekend is. Kan de staatssecretaris uitleggen hoe dit wetstechnisch tijdig kan?  

Voorzitter. 

Het is duidelijk waarom ik uitvoerig op de AOW ben ingegaan. Dat komt omdat ik het ergste vrees voor onze prachtige AOW, die inkomensafhankelijk dreigt te worden. 

Linksom of rechtsom. Formeel of materieel. Dat maakt onderaan de streep allemaal niets uit. De AOW zoals wij haar kennen, is een doelwit geworden. 

Ik moet denken voorzitter, aan een gedicht uit 1989 van de bekende volksdichter Frank Boeijen: Laat ik daar maar mee afsluiten. 

“Zeg me dat het niet zo is. Zeg me dat het niet zo is. Zeg me dat het niet waar is”. 

Ik wacht de antwoorden van de minister met belangstelling af.

50PLUS tegen aanpassing van de grondwet

50PLUS is tegenstander van het aanpassen van de grondwet waardoor de koning belasting zou moeten gaan betalen.