“Laat je stem horen en maak gebruik van je democratische recht!”
Liane den Haan, bestuurder en politica, is vandaag aan het woord in onze serie interessante en inspirerende mensen. Liane is lijsttrekker voor 50PLUS bij de Tweede Kamerverkiezingen 2021. Daarvoor was ze van 2005 tot 2020 directeur bestuurder van ouderenorganisatie ANBO. Ook was ze directeur van de belangenvereniging voor lhbti’s COC Nederland, lid van de Sociaal-Economische Raad en gemeenteraadslid in Woerden namens D66 en later de PvdA.
Al jarenlang zet Liane zich in voor de belangen van anderen. Hoewel ze de rol als belangenbehartiger erg fijn vond, werd het steeds lastiger om resultaten in de lobby te bereiken. Om meer invloed uit te kunnen oefenen heeft ze uiteindelijk voor de politiek gekozen. In dit interview spreekt Liane over haar politieke achtergrond, de agendapunten van 50PLUS, haar opinie over de avondklok en de corona aanpak van de Nederlandse overheid. Een relevant en inspirerend interview met oog op de aangekondigde coronamaatregelen en de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021. Haar boodschap luidt dan ook: “Laat je stem horen en maak gebruik van je democratische recht!”
U bent politiek actief geweest in Woerden. Kunt u daar iets meer over vertellen?
“In 2006 was ik gemeenteraadslid in de gemeente Woerden voor D66. Jarenlang heb ik rondgelopen in de landelijke belangenbehartiging als lobbyist en ik wilde ook eens weten wat er gebeurt als je op lokaal niveau gaat werken in plaats van op landelijk niveau. Door op lokaal niveau te werken ben ik dichterbij mensen hun leven gekomen en dat vond ik erg leerzaam.”
U bent bij D66 begonnen, klopt dat?
“Ik ben mijn hele leven al D66’er geweest. We zouden met D66 naar een progressief akkoord gaan – in veel gemeenten was dat een combinatie van de Partij van de Arbeid, GroenLinks en D66 – en dat vond ik in Woerden een hele goede combinatie. De samenwerking was zo goed als rond en toen trok de fractievoorzitter van de D66 zich terug en daar kon ik mij niet in vinden. Toen ben ik toch maar naar Progressief Woerden gegaan.”
Wat was uw drijfveer om lijsttrekker van 50PLUS te worden?
“Het is nooit mijn ambitie geweest, toch waren er wel mensen die tegen mij zeiden dat ik de kamer in moest, of minister moest worden. Ik vond echter de rol die ik als belangenbehartiger had ook een mooie rol, omdat ik vanuit verschillende invalshoeken kon proberen om dingen voor elkaar te krijgen. De laatste jaren zag ik echter dat het steeds lastiger werd, bijvoorbeeld doordat het kabinet uit vier partijen bestond en dat is heel lastig lobbyen.
Dus toen ik gevraagd werd, heb ik in eerste instantie afgewezen. Echter als je zelf politieke verantwoordelijkheid neemt, kun je zelf ook meer invloed uitoefenen. Ik wil heel graag dat Nederlanders goed en prettig oud worden en daarvoor moet heel veel gebeuren en dat vind ik een mooie opgave. Waardoor ik uiteindelijk heb gezegd: ik ga het doen.”
Waarin onderscheidt 50PLUS zich ten opzichte van andere partijen?
“Vanuit ANBO hebben we 15 jaar lang geprobeerd om allerlei onderwerpen op het gebied van ouderenbeleid aan te kaarten, dat lukte altijd heel goed rondom de verkiezingen, maar daarna werd het weer vergeten. Op het gebied van woonproblemen bijvoorbeeld, heb ik al 15 jaar lang geprobeerd om daar iets aan te doen. Echter de gehele woningmarkt is vastgelopen: starters kunnen geen huizen vinden, gezinnen en ouderen kunnen niet doorstromen. Dat begint nu nijpend te worden.
De afgelopen 15 jaar is daar niets aan gedaan en daarom is het belangrijk dat 50PLUS zich daar wel zorgen overmaakt. We maken ons geen zorgen over het deelbelang, maar over het gedeelde belang. Als we iets willen regelen voor ouderen, willen we het ook regelen voor de jongeren. Dit geldt op het gebied van woningen, pensioenen, maar dus ook voor toekomstig gepensioneerden. Het gaat mij dus vooral om gedeelde belangen.”
Waarom moeten jongeren op 50PLUS stemmen?
“Jongeren willen ook een woning. We willen daarom het probleem met de woningmarkt oplossen en zorgen voor doorstroming. Wat je dan ziet is dat jongeren eerder een starterswoning kunnen vinden. Belangrijk hierbij is dat de starterswoningen betaalbaar zijn. Daarnaast willen wij de basisbeurs weer terug, zodat het onderwijs toegankelijk blijft voor iedereen. Ook het minimum jeugdloon moet omhoog en kinderopvang moet gratis zijn. Er zijn bijvoorbeeld vrouwen die stoppen met werken, of parttime werken omdat de kinderopvang te duur is. De arbeidsproductiviteit moet daarom omhoog.
Jongeren denken nog niet aan het pensioen, maar dat is wel heel erg belangrijk voor later. Daarom wil 50PLUS ook een goed pensioen voor jong en oud en dat soort dingen zitten allemaal in ons programma.”
Hoe verschilt dat ten opzichte van andere partijen?
“Uiteraard zetten andere partijen zich ook in voor dit soort zaken. Wat je wel ziet is dat D66 de onderwijspartij is, PvDA is er met name voor de arbeiders en de VVD is de ondernemerspartij. Wij zijn er echter voor iedereen: voor alle 50-plussers. Ongeacht van het opleidingsniveau of het inkomen. Wij willen ervoor zorgen dat 50-plussers prettig oud kunnen worden op het gebied van inkomen, wonen, gezondheid en veiligheid. Daarnaast is alles wat we doen duurzaam: niet alleen voor gepensioneerden maar ook voor onze toekomstige generaties.”
50PLUS is voorstander van de avondklok. Wat vindt u van de huidige corona aanpak?
“Ten eerste heb ik veel respect voor alle mensen die zich ongelooflijk inzetten om dit allemaal zo goed mogelijk te doen. Daar staat tegenover dat ik vind dat Nederland wel een inconsistent en zwalkend coronabeleid heeft. Nederland heeft een enorm hoeveelheid besmettingen, de Britse coronavariant rukt op en daarom denk ik dat een avondklok gaat helpen om de aantallen naar beneden te krijgen en de druk op de zorg gaat wegnemen. Hoe vervelend dat ook voor iedereen is. We willen namelijk niet dat we dezelfde soort taferelen zoals in Engeland krijgen, waarbij mensen urenlang moeten wachten om de juiste zorg te krijgen. We moeten er daarom alles aan doen om de besmettingen zo laag mogelijk te krijgen, met name nu die Britse variant oprukt.”
Wat is de oorzaak van de problemen die zich voordoen?
“In het begin met name door de onbekendheid met het virus, toen was het een kwestie van tasten in het duister. Ook is vast te stellen dat Nederland niet goed ingesteld was op een pandemie. Het beschermingsmateriaal was bijvoorbeeld onvoldoende op voorraad. Dat ligt ook aan het inkoopbeleid, andere landen hadden het namelijk wel goed geregeld. Daarnaast heeft het te maken met het inconsistente beleid rondom het dragen van mondkapjes. Docenten hoefden destijds geen mondkapjes te dragen in het onderwijs, maar chauffeurs die leerlingen naar school moesten brengen dan weer wel. Dat verpleeghuizen dicht gingen was te begrijpen maar ik ben het niet eens met de communicatie daarover. De boodschap dat er over wordt gegaan naar alternatieve bezoekersmaatregelen – die heel goed mogelijk bleken – komt veel vriendelijker over en zorgt voor minder frustratie en irritatie bij vrienden en familie. Met het coronavaccin hetzelfde verhaal: in oktober wisten we al dat niet het AstraZeneca vaccin als eerste zou komen, maar Pfizer in grote verpakkingen maar daar is niet op geanticipeerd. Ik weet dat de beste stuurlui aan wal staan, maar met dit soort dingen denk ik: het zijn toch inkoppertjes.”
U vindt het discriminatie dat ouderen bij code zwart minder snel geholpen worden in het ziekenhuis. Kunt u dat toelichten?
“Het gaat hier om een vrij ingewikkeld verhaal. Ik heb hierover onderhandeld met de minister en de artsenfederatie en in eerste instantie zouden mensen van 70 jaar en ouder niet behandeld worden bij code zwart. Daarna is de leeftijdsgrens er toch uitgehaald. Nu in het allerlaatste moment is er besloten om het fair innings principe toe te passen. In de triage van de dokter weegt de leeftijd en medische gezondheid in een eerder stadium al mee, maar bij code zwart wordt er gekeken naar niet-medische situaties en door het fair innings principe toe te passen komt dan toch leeftijd daar weer om de hoek kijken. Dat is onacceptabel.
Wij vinden dat leeftijd geen issue mag zijn. Stel je voor dat er patiënt van 38 jaar komt en een andere patiënt van 53 jaar. Die van 38 jaar heeft een ongezonde leefwijze, rookt, drinkt, eet ongezond, sport niet en heeft diabetes en die van 53 jaar heeft een gezonde leefstijl en beiden hebben een ernstige vorm van corona waardoor ze op de IC moeten worden opgenomen. Dan houdt het fair innings principe in dat die van 38 jaar eerder wordt geholpen dan die van 53 jaar. Wij vinden dat, als je leeftijd neemt als niet medisch criterium er ook naar de sociale context van mensen moet worden gekeken en zijn daarom tegen het fair innings principe.”
Hoe denkt u over het verbod op sigaretten?
“We leven in een democratie en in een vrij land. Bij het verbieden van sigaretten, tasten we de vrijheid van mensen aan. De vrijheid om voor dingen te kiezen die voor hen belangrijk zijn. Een verbod op sigaretten is hetzelfde als een verbod op drugs, mensen willen het toch doen en gaan andere manieren vinden om het te blijven doen. Daarmee wordt criminaliteit gestimuleerd en dat wil niemand. Ik ben wel voorstander van het verhogen van de prijzen. De staatsecretaris heeft ooit geroepen dat een pakje €28 á €29 euro moet kosten en dat zou ik meteen steunen. Het verbieden past helemaal niet in ons land.”
Hoe denkt u over het gedoogbeleid ten aanzien van soft drugs?
“Daar sta ik hetzelfde in: legaliseer, maar wel met goede kaders. In Nederland heerst een zwalkend beleid, kijk maar eens naar de decentralisatie van gemeenten. Gemeenten moeten de zorg dichtbij regelen – heel belangrijk en sommige gemeenten kunnen dat ook heel goed – maar daar zitten geen kaders bij. In veel gemeenten gaat het slecht en daar worden mensen het dupe van. Naast het stellen van de goede kaders is het ook van belang om die te handhaven.”
Veel problemen zijn veroorzaakt door bezuinigingen door de overheid. Hoe denkt u over bezuinigingen?
“Geld is maar één keer uit te geven. 50PLUS laat het programma daarom doorberekenen door het CBP. Ik vind het heel belangrijk dat er politie op straat staat en dat er geïnvesteerd wordt in de zorg, maar dat is op verschillende manieren te doen. Het zorgsalaris kan bijvoorbeeld omhoog, maar we kunnen ook investeren in nieuwe technologieën. Technologieën waardoor de werkdruk op het huidige zorgpersoneel naar beneden gaat.
Daarnaast is het probleem dat de interdepartementale ambtenaren en werkgroepen grotendeels zijn verdwenen. Zorg heeft bijvoorbeeld niet alleen maar te maken met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), maar ook andere ministeries zijn indirect betrokken. Hetzelfde geldt voor onderwijs en wonen. Er wordt echter haaks beleid gemaakt door de verschillende ministeries waardoor dingen vertraagd of niet goed verlopen. Daarom moet de interdepartementale manier van werken terugkomen, zodat vraagstukken in de keten integraal opgelost kunnen worden.
Het zou ook goed zijn dat er een ministerie van wonen komt en hecht gaat samenwerken met het ministerie van VWS, Sociale Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en Werkgelegenheid en Economische Zaken. Dat is iets om op de lange termijn op te lossen.
In het verkiezingsprogramma van 50PLUS is ook aandacht besteed aan directe democratie. Hoe denkt u over directe democratie?
“Het is belangrijk dat burgers inspraak hebben en op de meeste plekken wordt het goed geregeld, maar sommige inspraakorganen worden niet serieus genomen. Dat is heel erg jammer. Ik vind dat lokale en landelijke besturen meer gebruik moeten maken van wat de achterban vindt. Als lijsttrekker kan ik namelijk wel iets vinden, maar als mijn achterban iets anders denkt moet ik dat toch eens overwegen. Ik doe het uiteindelijk voor hen.”
In jullie verkiezingsprogramma staat ook dat Nederland een gekozen burgemeester krijgt. Waarom vindt u een gekozen burgemeester van belang?
“Een burgemeester is het gezicht van de stad en heeft daarom een belangrijke rol. Dat is momenteel ook te zien in de veiligheidsregio’s. Burgemeesters hebben bij uitstek een positie die het vertrouwen en het draagvlak van burgers hoort te hebben. Het lijkt mij een goed idee dat er bijvoorbeeld drie kandidaten worden voorgedragen door een professionele commissie en dat één daarvan het vertrouwen van de achterban moet hebben. Dat kan door de inwoners van de gemeente te laten kiezen welke van de kandidaten het uiteindelijk moet worden. Je kunt natuurlijk niet met alle inwoners een dergelijk selectieproces helemaal doorlopen.”
Zijn er nog andere punten die voor 50PLUS extra belangrijk zijn?
“Een actueel punt is de pensioenen. De minister heeft gezegd dat de pensioenkortingen voor 2021 niet doorgaan en dat is fijn. Maar er dreigen op termijn nog steeds kortingen op de pensioenen. Terwijl gepensioneerden de afgelopen jaren al zo’n 20% in koopkracht verloren hebben. We maken ons er heel erg druk over, omdat we merken dat gepensioneerden hun pensioen steeds minder waard zien worden terwijl de lokale lasten, zoals de boodschappen, energie en zorgpremies ook weer duurder worden.
We horen tevens dat mensen zorg mijden omdat ze het eigen risico niet meer kunnen betalen. Dat zorgt ervoor dat mensen uiteindelijk juist in een ziekenhuis terecht komen. Dat vind ik een slechte zaak. Volgens 50PLUS moet iedereen voldoende inkomen hebben om mee te kunnen blijven doen. Met het inkomen kunnen mensen fijn wonen, zorg krijgen die ze nodig hebben en af en toe iets leuks doen.”
Zojuist benoemde u het eigen risico al even. Hoe denkt u over marktwerking in de zorg?
“Dat is een discussiepunt binnen onze partij. Marktwerking wordt door veel mensen niet goed begrepen. Kijk bijvoorbeeld naar geneesmiddelen. Bij het inkopen van geneesmiddelen moet je meer marktwerking hebben, zodat de geneesmiddelen ook goedkoper worden. Bij specialisaties van academische ziekenhuizen betekent dat er bepaalde onderzoeken en behandelingen weggehaald worden uit de streekziekenhuizen. Op deze manier kun je deskundigheid bundelen, wat de kwaliteit van zorg ten goede komt. Het maakt de behandelingen wel goedkoper, efficiënter en dus ook beter. Ik denk daarom dat marktwerking goed uitgelegd moet worden met de kanttekening dat de marktwerking in de zorg absoluut controleerbaar moet blijven. Dan begrijpen mensen denk ik beter dat er op sommige onderwerpen iets meer marktwerking moet komen.”
Wat is het grootste verschil tussen D66 en 50PLUS qua standpunten?
“We denken hetzelfde over wonen en onderwijs, maar voor alle andere gronden verschillen we echt fundamenteel anders. We zitten anders in het pensioenstelsel, zorg en veiligheid. Laten we eerlijk zijn: de ouderen van D66 zijn niet voor niets zo boos. Het beweegt namelijk naar een anti-ouderen partij. D66 profileert zich steeds meer als de jongeren- en onderwijspartij. Dat is het grootste verschil met 50PLUS. Wij zijn gericht op de 50-plussers van nu, maar ook op de 50-plussers van straks.”
Met welke partijen zou 50PLUS een coalitie willen vormen?
“Iedere kiezer is belangrijk en daarom sluiten we niemand uit. Stel voor dat het zover komt – dan moeten we eerst hoger in de peilingen komen en meer zetels hebben – dan liggen sommige partijen voor de hand en andere partijen niet voor de hand. Dat zouden we echt moeten onderhandelen in de coalitiebespreking.”
Welke partijen liggen voordehand?
“Linkse partijen als SP, Partij van de Arbeid en GroenLinks. We hebben echter ook met D66 veel raakvlakken op wonen en onderwijs, maar ook met de VVD als het gaat over wonen en veiligheid. Vroeger was D66 echt de middenpartij, maar dat is nu 50PLUS. We hebben een redelijk progressief programma en hebben daarom veel overeenkomsten met veel partijen op verschillende onderwerpen.”
Wat vind u op dit moment dat de regering echt anders moet doen?
“Meer integraal beleid maken, niet alleen kijken naar één ministerie als het gaat om pensioenen, maar dat integraal bekijken met elkaar. Daarnaast moet er ook een oplossing komen voor alles wat de demografische ontwikkeling met zich meebrengt. We vergrijzen – en het is heel mooi dat we allemaal ouder worden en langer gezond blijven – maar dat betekent ook dat we onze collectieve voorzieningen zoals zorg, pensioenen en woningmarkt erop moeten inrichten. Dat roep ik tenslotte al 15 jaar!
Ik zou daarom willen dat we een regering krijgen die een scope van langer dan vier jaar heeft. We moeten verder kijken: 30 of 40 jaar verder. Alleen dan denk ik dat we een echt duurzamer beleid kunnen maken en dingen kunnen oplossen. Dat gun ik heel Nederland.”
Hoe zouden de slachtoffers van de toeslagaffaire het beste geholpen kunnen worden?
“De slachtoffers moeten onmiddellijk hun geld krijgen en gecompenseerd worden. Daarnaast moeten we af van de bureaucratie. We moeten kijken naar uitvoerende instanties die dit soort dingen kunnen doen. Sommigen zoals Asscher bieden hun excuses aan en stappen op en anderen doen het niet. Dat snap ik niet, maar los daarvan mag zoiets nooit gebeuren.”
Wat moet er gebeuren om de bureaucratie te doorbreken?
“Bij invordering, toeslagen en uitkeringen moet een andere organisatie verantwoordelijk zijn, het gaat namelijk om twee dingen die niet samengaan. Hetzelfde geldt voor het UWV, dat is een uitkeringsinstantie, maar zij willen ook mensen helpen om wel te laten werken. Die combinatie werkt niet: een gespecialiseerde organisatie zou dat moeten doen. Nu is alles op een grote hoop gegooid en ik denk dat we daar goed naar moeten kijken. We moeten terug naar gespecialiseerde eenheden, maar organisaties zouden wel moeten werken met gedeelde systemen, zodat de dienstverlening naar de burger klantvriendelijker, beter, sneller en efficiënter wordt.”
Wat zou u in ons rechtssysteem willen veranderen?
“Het rechtssysteem moet voor iedereen toegankelijk zijn en dat is het momenteel alleen voor mensen die het kunnen betalen. Griffierechten zijn bijvoorbeeld duur en goede advocaten moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Ik vind daarnaast dat bepaalde straffen strenger mogen.”
Wat moet volgens u de invloed van de politiek zijn op het rechtssysteem?
“Ik vind dat de Rechtspraak autonoom moet blijven. De politiek moet daar geen invloed op kunnen uitoefenen. De politiek kan wel zeggen dat zij over het algemeen genomen vinden dat de strafmaat strenger mag. Maar rechters moeten wel autonoom kunnen blijven oordelen. Anders zou het wel een rare situatie worden. Kijk maar eens naar andere landen.”
Zijn er buitenlandse modellen waarvan 50PLUS vindt dat die ingevoerd moeten worden in Nederland?
“We hebben iets over de arbeidsmarkt in Denemarken gevonden, waar wij wel naartoe zouden willen. Dat werkgevers veel meer moeten inzetten om van werk naar werk te gaan, in plaats van dat er wordt gefocust op vaststellen van overeenkomsten en transitievergoedingen. Dat is wel een mooi flexibility systeem vanuit Denemarken.”
Er zijn initiatieven geweest omtrent versoepelingen voor het ontslagrecht. Wat denkt u daarover?
“Hierbij hebben we te maken met twee kanten: de werkgever en de werknemer. Werknemers moeten goed beschermd worden. Werkgevers moeten ook wel in bepaalde situaties werknemers kunnen ontslaan. Het mag niet gemakkelijker gemaakt worden om mensen te ontslaan, maar we moeten blijven zorgen dat ondernemingen in de lucht blijven. Met name kleine ondernemingen die geen geld hebben om grote transities te betalen. Dan is het maar goed dat we in Nederland een rechtspraak hebben en dat rechters daar een uitspraak over doen.
We moeten daarom inzetten op een werk naar werk constructie. Het is natuurlijk mooi om mensen aan werk te helpen, zodat er geen of een lagere transitievergoeding betaald hoeft te worden. Maar mensen zijn helemaal niet gebaat bij een transitievergoeding, maar wel bij werk. Een transitievergoeding is voor op de korte termijn leuk, maar niet als je vervolgens niet meer aan de bak komt. Dan heeft het niet alleen inkomensgevolgen maar ook gevolgen voor de mentale gesteldheid.”
Heeft u nog een boodschap aan de lezers?
“Ga vooral stemmen op 17 maart 2021! Dat is niet gemakkelijk gezien de situatie waarin we verkeren. Ik hoor mensen zeggen: ik ga niet stemmen want het heeft geen zin. Maar ik wil iedereen oproepen om gebruik te maken van zijn of haar democratische recht. Laat je stem horen! Dat is belangrijk voor Nederland. “
Vincent Brongers