Derde incidentele suppletoire begroting SZW
De regering stelt een aanjaagpremie beschikbaar van 50 miljoen voor bij- of omscholing. “Dit gebaar van het kabinet is uiteraard zeer welkom, maar het is veel te weinig”, stelt senator Martin van Rooijen in de Eerste Kamer. “Dit bedrag is een klapperpistool, terwijl wij een bazooka willen inzetten.”
De volledige inbreng in de Eerste Kamer van Martin van Rooijen van 50PLUS bij het debat over de Derde incidentele suppletoire begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid:
“Met massale financiële steunpakketten van de ministers van Sociale zaken, Economische zaken en Financiën wordt geprobeerd bedrijvigheid, banen en inkomenszekerheid van mensen te beschermen. Deze ongekende en tot nu succesvolle financiële overheidssteun kan een meer blijvend effect hebben als wij nu nét zo ‘offensief’ mensen van werk naar werk gaan helpen, en voorkomen dat mensen massaal en langdurig werkloos worden.
Ondanks deze noodsteun zullen bedrijven in de huidige fase van de coronacrisis moeten gaan inspelen op veranderde marktomstandigheden en zullen mensen ook meer hun baan gaan verliezen. Het UWV verwacht mogelijk een verdubbeling van de werkloosheid naar 700.000 in 2021. Om massale en langdurige werkloosheid en hoge uitkeringslasten zoveel mogelijk te voorkomen moeten mensen, liefst nog vanuit hun huidige baan, gesteund worden om werk te vinden in kansrijke sectoren van de economie. Daarvoor is een krachtig ‘Deltaplan Werk’ nodig, met financiële inbreng van de overheid en het bedrijfsleven.
De Stichting van de Arbeid heeft in een verklaring naar aanleiding van het tweede noodpakket gewezen op de noodzaak van faciliteiten en maatregelen voor aanpassingen op korte termijn binnen en buiten ondernemingen op het gebied van scholing, herplaatsing, deeltijdarrangementen in de NOW of WW en zogeheten plaatsmaakregelingen.
De Stichting pleit voor ruime faciliteiten voor om- en bijscholing. Voor werkbehoud zowel binnen als buiten de onderneming is het benutten van de kansen van scholing essentieel. Die middelen zijn nu niet overal en voor alle werkenden beschikbaar. Zij dringt bij sectorale CAO partijen op een aantal maatregelen aan.
De minister heeft 50 miljoen euro beschikbaar gesteld in het kader van ‘NL leert door’ voor online scholing. De stichting roept de minister in die verklaring op om voor een hoger ambitieniveau te kiezen en middelen ter beschikking te stellen waardoor werkenden en werklozen een sluitend scholingsaanbod kan worden aangeboden. Met een ruime inzet van intersectorale scholingsmiddelen zijn transities van werk zonder perspectief naar werk met perspectief beter en gemakkelijker te maken. Daarbij kan ook gebruik worden gemaakt van ‘NL werkt door’. De stichting vraagt het kabinet de negatieve gevolgen van de recessie te beperken en het herstel te bespoedigen met een investeringsoffensief en blijvende ondersteuning voor de noodzakelijke aanpassingsprocessen na deze noodfase.
Mijn Tweede Kamer-collega Corrie van Brenk heeft een amendement ingediend dat is op te vatten als aanmoediging en aansporing voor het kabinet op een al ingeslagen weg. Beoogd wordt om de inspanningen voor her-, om- en bijscholing, arbeidsbemiddeling en intensieve persoonlijke begeleiding, sámen met alle maatschappelijke partijen, planmatig fors op te voeren.
Door het amendement kan het beroep op uitkeringen worden beperkt en wordt ook bereikt dat de forse bezuinigingen op re-integratiebudgetten van de afgelopen jaren verder worden teruggedraaid. Die budgetten zijn voor gemeenten alleen al in de afgelopen tien jaar met meer dan 1 miljard gekort. Het amendement wil incidenteel middelen vrijmaken om van overheidszijde een ‘Deltaplan Werk’ krachtig te ondersteunen tot een bedrag van 500 miljoen.
Ik citeer Corrie van Brenk: “Van de vorige crisis hebben wij kunnen leren dat snelheid geboden is, om dit soort flankerend beleid systematisch en op grote schaal in te zetten. Als mensen langduriger in een uitkeringssituatie komen, is het véél lastiger weer aan het werk te komen”.
De huidige coronacrisis leidt tot grote verschuivingen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Die verschuivingen gaan onvermijdelijk ook gepaard met de toenemende kans op werkloosheid, zoals wij dat nu al zien. Met een groot en samenhangend ‘Deltaplan Werk’ kunnen mensen naar kans-beroepen en groeisectoren van de economie begeleid worden. Daarmee kan óók het economisch herstel ná de coronacrisis bespoedigd worden, en worden uitkeringslasten beperkt.
De minister heeft na de behandeling in de Tweede Kamer op 2 juli een brief gezonden aan de Tweede Kamer inzake de Hoofdlijnen ‘NL leert door’, die een uitwerking bevat van de aanjaagpremie van 50 miljoen voor bij- of omscholing. Dit gebaar van het kabinet is uiteraard zeer welkom, maar het is veel te weinig.
De 50PLUS-fractie noemt dit bedrag een klapperpistool, terwijl wij een bazooka willen inzetten. De minister noemde het amendement Van Brenk de overtreffende trap. Volgens ons is het de enig juiste trap – aftrap – voor omscholing. Wij willen leren van de vorige crisis: de sectorplannen van het toenmalige kabinet met 600 miljoen kwamen relatief laat op gang. Nu willen wij op tijd een massieve aanpak van arbeidsbemiddeling en scholing optuigen, opdat mensen liefst nog van werk naar werk begeleid kunnen worden en omgeschoold. Uit de brief van de stichting proef ik ook dit gevoel van urgentie, maar er worden daar geen bedragen genoemd. Wij wel: met man en paard, wij denken aan een substantieel bedrag extra.
Mijn fractie vraagt de minister uitgebreid in te gaan op ons onderbouwde verzoek. Anders overwegen wij een motie in tweede termijn. Ik wacht het antwoord met bijzondere belangstelling af.”
© 6 juli 2020