“Prachtige pensioenstelsel kan blijven bestaan”

Geld in hand Foto RGB Stockt Lusi 960

Als de rekenrente naar 2% verhoogd zou worden, kan het bestaande prachtige pensioenstelsel blijven bestaan, kan ook de doorsneepremie afgeschaft worden in het bestaande stelsel en kan de compensatieproblematiek opgelost worden door de indexatieruimte die ontstaat door de 2%.

Deze opmerking heeft 50PLUS-Eerste Kamerlid Martin van Rooijen gemaakt in een schriftelijk overleg van de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Een mondeling overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de toekomst van het pensioenstelstel heeft op 9 maart plaats.  In het schriftelijk overleg heeft Van Rooijen namens 50PLUS tientallen vragen gesteld.

Zo stelde Van Rooijen de vraag of het klopt dat het nu zo is dat het afschaffen van de doorsneepremie leidmotief is en daarom het pensioenstelsel moet worden afgeschaft om zo de compensatie met de dan ontstane ruimte voor indexatie mogelijk te maken.

“Is dit niet de omgekeerde wereld? Bent u bereid om in de consultatieronde de eerdergenoemde brief van prominenten de aandacht te geven die het verdient, zodat die brief niet aan dovemans oren is gericht? Kortingen blijven anders tot de verkiezingen in 2025 boven de markt hangen en dat kan funest zijn voor het nieuwe stelsel. Waarom zo moeilijk doen als het gemakkelijk kan? Immers, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”, aldus Senator Van Rooijen.

Het schriftelijke antwoord van de minister op deze vraag: “Het leidmotief voor de stelselhervorming betreft het komen tot een toekomstbestendig stelsel dat aansluit bij de manier waarop we in de 21e eeuw leven en werken en waar mensen vertrouwen in kunnen hebben. Een stelsel waarin wordt uitgegaan van een uitkeringsovereenkomst met een vaste rekenrente acht ik transparant noch generatie-evenwichtig en derhalve in geen geval toekomstbestendig. Voor de goede orde merk ik nog op dat ook in het nieuwe stelsel een leeftijdsonafhankelijke premie (doorsneepremie) het uitgangspunt blijft, maar dat daarbij een opbouw gaat gelden die aansluit bij de economische waarde van de ingelegde premie. Door het vervallen van de herverdeling tussen jongere en oudere deelnemers bij de pensioenopbouw past het stelsel beter bij de actuele arbeidsmarkt.”

De schriftelijke vragen van Van Rooijen en de antwoorden daarop van de minister vormen een lang en zeer technisch stuk. Wie dit in zijn geheel wil lezen, treft het HIER aan.

6 maart 2021