Problemen bij gespecialiseerde GGZ
Lang wachten op hulp die zo snel mogelijk geboden dient te worden, binnen gespecialiseerde GGZ gebeurt dat steeds vaker. Een half jaar geleden waren er volgens GGZ Nederland liefst 37.750 mensen van 18 jaar en ouder die wachtten op bijstand binnen de GGZ.
De Treeknorm is een norm die is vastgesteld voor de maximaal aanvaardbare wachttijd binnen de gespecialiseerde GGZ. Er wachtten een half jaar geleden 37.750 mensen op zorg en van dat aantal ongeveer 10.000 mensen langer dan de Treeknorm. 50PLUS vindt dit niet aanvaardbaar. “Deze groep mensen heeft hulp nodig. De staatssecretaris kan deze mensen toch echt niet zo lang laten wachten!”, vindt Kamerlid Léonie Sazias.
Complexe gevallen
De meeste mensen hebben het verhaal van Charlotte – de dappere vrouw die al meer dan acht dagen protesteert in de hal van het Ministerie van Volksgezondheid – meegekregen. Charlotte wacht al meer dan achthonderd dagen op de juiste zorg. Charlotte is één van de vele Nederlanders die complexe hulp nodig heeft, maar door het systeem van het kastje naar de muur wordt gestuurd.
Administratielast
Tegenwoordig is een psychiater eerder een administrateur dan een arts die gespecialiseerd is in het helpen van mensen met psychiatrische klachten. Door wettelijke regelgeving is een psychiater liefst vijf uur bezig met de administratie van één patiënt, in plaats van een uur, wat het ongeveer zou moeten zijn. “Ik vind dat een psychiater méér tijd zou moeten kunnen besteden aan de patiënt dan aan administratieve lasten!”, stelt Léonie Sazias.
Er moeten snel goede maatregelen genomen worden voor al die mensen die wachten op hulp. Niemand in Nederland verdient het om zo lang te moeten wachten!
► Kamerlid Léonie Sazias over de verontrustende situatie binnen de GGZ:
“Een stille ramp voltrekt zich in de GGZ. Dat stellen de makers van het manifest ‘Lijm de Zorg’ dat we vorige week in ontvangst mochten nemen. Volgens GGZ Nederland waren er een half jaar geleden 37.750 mensen van boven de 18 jaar die wachten op gespecialiseerde GGZ. Ongeveer 10.000 mensen moeten langer wachten op zorg dan de Treeknorm. Wat wil staatssecretaris Blokhuis tegen deze mensen zeggen? Welke maatregelen gaat hij nu nemen om deze mensen, en de mensen die in de toekomst hulp nodig hebben, hoop te geven op een goede afloop?
Gisteren heeft de staatssecretaris gesproken met Charlotte, die nu al acht dagen voor het ministerie van VWS zit, omdat zij door de complexiteit van haar aandoening, niet de hulp krijgt die zij nodig heeft. Op twitter zag ik dat de staatssecretaris de aanbieders en zorgverzekeraars oproept om binnen vier weken te komen met een plan te komen voor voldoende aanbod. Wat doet de minister als dat niet lukt? Hij zegt dat hij dan ingrijpt, maar hoe moet ik dat voor me zien? Hoe lang duurt het nu voordat mensen zoals Charlotte de hulp krijgen die zij nodig hebben? Want nog een plan is leuk, maar hoe zit het met de uitvoering? En waarom is het nodig dat Charlotte, inmiddels samen met anderen, bij het ministerie zit voordat de staatssecretaris deze maatregelen neemt?
Onder die 10.000 wachtenden zitten enorme uitschieters die al meer dan een jaar wachten op hulp. Ook zijn er mensen die geen uitzicht hebben op hulp doordat hun problematiek zo complex is dat zij van het kastje naar de muur worden gestuurd en uiteindelijk tussen wal en schip vallen. Zijn er bij de staatssecretaris cijfers bekend van het aantal mensen dat in die situatie zit? En welke maatregelen neemt hij om ervoor te zorgen dat deze groep de hulp krijgt die ze nodig heeft? Waar kunnen deze mensen terecht?
In de brief van 19 december lees ik dat het in Noord-Holland wél goed gaat met de aanpak van wachtlijsten. De staatssecretaris geeft aan dat een aantal elementen zou kunnen verklaren waarom die aanpak zo succesvol is. Wordt dat nog onderzocht of het inderdaad die maatregelen zijn die voor het succes zorgen? En hij stelt dat hij blij is met het de website wegvandewachtlijst.nl waarop goede voorbeelden worden gedeeld met alle regio’s, zodat de regio’s waar het minder goed gaat hun aanpak kunnen verbeteren. Mijn vraag is: gebeurt dat ook daadwerkelijk? Wordt dit voldoende opgepakt door regio’s waar het niet goed gaat?
Een ander knelpunt in de GGZ hoorden we gisteren bij de aanbieding van de petitie van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie. Daaruit blijkt dat de wet Verplichte GGZ psychiaters dwingt om 5 uur administratie te doen voor één patiënt in plaats van 1 uur. Met als gevolg dat psychiaters weglopen omdat ze zeggen: ik ben arts en geen administrateur. Voorzitter, daar schieten we natuurlijk niets mee op. Wat gaat de staatssecretaris doen om deze bureaucratische last te verminderen?
Tot slot iets over de zorgbemiddeling. Niet bij alle aanbieders is de wachtlijst voor alle aandoeningen even lang. De verwijzer en cliënt kunnen via de website kiezenindeggz.nl bij het kiezen al rekening houden met de lengte van de wachttijd. De Landelijke Huisartsenvereniging gaat bij hun achterban aandacht vragen voor deze website. Maar is dit genoeg? Dit probleem speelt ook al langer. De staatssecretaris heeft ook met de Zorgverzekeraars Nederland (ZN) afgesproken dat in de communicatie met cliënten meer aandacht wordt besteed aan zorgbemiddeling, in het bijzonder voor de GGZ. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?”
© 29 januari 2020