Hulp voor 100.000 Nederlanders in Verenigd Koninkrijk
50PLUS steunt een mede door Martin van Rooijen zelf ingediend wetsvoorstel dat Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen moet beschermen bij de Brexit.
100.000 Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk woonachtig zijn dreigen door een Brexit met een ‘no deal’ in grote problemen te komen. Die groep landgenoten vestigde zich de afgelopen jaren aan de overkant van de Noordzee voor werk, vanwege een partner of om andere redenen. Een initiatiefwetsvoorstel dat mede werd ingediend door Martin van Rooijen moet deze Nederlanders bescherming bieden. Het voorstel werd vandaag behandeld in de Eerste Kamer. •
Op de foto v.l.n.r.: 50PLUS-Tweede Kamerlid Gerrit Jan van Otterloo, naamgever van het wetsvoorstel D66-Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma en 50PLUS-senator Martin van Rooijen.
De inbreng van senator Martin van Rooijen bij de behandeling van het initiatiefvoorstel Sjoerdsma c.s. in de Eerste Kamer:
“Het kan verkeren. Als lid van de Tweede Kamer heb ik samen met Sjoerdsma en Asscher dit initiatiefvoorstel in januari 2019 ingediend. Na mijn overstap naar de Eerste Kamer heeft mijn opvolger in de 50PLUS-fractie Gerrit Jan van Otterloo de behandeling overgenomen.
U zult begrijpen dat mijn fractie dit voorstel zal steunen.
Des te meer is het belangrijk aan te geven waarom ik dit initiatief van groot belang vind.
Het gaat om de belangen van 100.000 Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen en om de belangen van 50.000 Britten die in ons land wonen. Voor de Britse groep heeft het kabinet de noodzakelijke bescherming geboden. Voor de Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk heeft het Britse kabinet geen beslissende stappen gezet om tot oplossing te komen.
De ernstigste gevolgen kunnen worden beperkt door genoemde Nederlanders toe te staan de Britse nationaliteit aan te nemen, zonder dat zij daarvoor de Nederlandse nationaliteit dienen op te geven, en door genoemde Britten toe te staan hun Britse nationaliteit te behouden indien zij de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Initiatiefnemers wensen dit met onderhavig wetsvoorstel mogelijk te maken.
Deze uitzondering op het Nederlandse nationaliteitsrecht is gerechtvaardigd gezien het unieke karakter van de ontstane situatie, te weten de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Een dergelijke uitzondering past bovendien in de ontwikkeling van de Rijkswet op het Nederlanderschap RWN, waarin vaker uitzonderingen zijn gemaakt op het uitgangspunt dat meervoudige nationaliteit zoveel mogelijk wordt vermeden.
De Britse regering startte op 29 maart de zogenaamde art. 50-procedure. Het Verenigd Koninkrijk stelde de Europese Raad in kennis van het voornemen tot terugtrekking uit de Europese Unie. Het voor alle betrokken landen nadelige scenario van een zogenoemde ‘no deal’ waarbij het Verenigd Koninkrijk zich zonder akkoord uit de Europese Unie terugtrekt, behoort nadrukkelijk tot de mogelijkheden, zo stelden wij toen in de Memorie van Toelichting.
Voor 1 juli moet de Britse regering aangeven of uitstel van de datum van uittreden van 1 januari 2021 wordt gevraagd. Zo niet dan is 1 januari 2021 de definitieve datum van uittreding met of zonder deal. De tijd dringt dus. Als er geen deal is voor die datum dan zal dit initiatief van belang zijn. De gevolgen van een no deal zullen zeer schadelijk zijn. Meer specifiek zal dit scenario zeer nadelige gevolgen hebben voor de 100.000 Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk woonachtig zijn. De afgelopen jaren vestigde deze groep zich daar voor werk, vanwege een partner of om andere redenen.
Dat kon zonder veel problemen gelet op het Britse lidmaatschap van de Europese Unie. Dit initiatief wil een oplossing bieden ingeval van een no deal.
Als het gaat om de Nederlanders kunnen zij enerzijds de Britse nationaliteit aannemen. De Rijkswet op het Nederlanderschap bepaalt dat in dat geval de Nederlandse nationaliteit van rechtswege verloren gaat. Indien zij anderzijds ervoor kiezen het Nederlanderschap te behouden, is hun verblijfstatus in het Verenigd Koninkrijk onzeker. Met alle gevolgen en onzekerheden van dien.
Het Britse nationaliteitsrecht staat het verkrijgen en bezit van een dubbele nationaliteit toe en is geen belemmering voor dit wetsvoorstel.
De Rijkswet stelt dat eenieder die vrijwillig een andere nationaliteit verkrijgt, het Nederlanderschap verliest. Op deze hoofdregel bestaan enkele uitzonderingen. Met dit voorstel wordt een extra uitzondering geschapen door enerzijds te regelen dat het Nederlanderschap niet verloren gaat als gevolg van het verkrijgen van de Britse nationaliteit, en anderzijds door te regelen dat de Britse nationaliteit niet hoeft te worden opgegeven als gevolg van het verkrijgen van het Nederlanderschap. Daartoe zijn de in het voorstel opgenomen voorwaarden van toepassing: aanvraag tussen 23 juni 2016 en 6 maanden na inwerkingtreding van deze Rijkswet.
In het voorstel zijn de gevolgen aangegeven van een no deal scenario zonder inwerkingtreding van deze initiatiefwet.
Initiatiefnemers zijn van mening dat dit voorstel gerechtvaardigd is omdat het hier om een unieke situatie gaat. Het gaat om een afgebakende, beperkte groep Nederlanders woonachtig in het Verenigd Koninkrijk, en eenzelfde groep Britten in Nederland. Initiatiefnemers sluiten aan bij o.a. de Duitse regering, die de mogelijkheid heeft geboden om de Duitse dan wel de Britse nationaliteit aan te houden zonder de oorspronkelijke nationaliteit te hoeven opgeven
Anne Mulder van de VVD-fractie heeft in het debat in de Tweede Kamer treffend het volgende gezegd: er zitten twee onderdelen in de wet. De eerste is de horizonbepaling. De wet vervalt een half jaar na inwerkingtreding ervan. Dan heeft de wet zijn werking gedaan. Ten tweede geldt de wet alleen als er geen deal of een andere regeling is. Hij geldt alleen bij uitzondering. Wij zijn blij met deze aanpassingen in de wet. Het gaat echt alleen over de Brexit.
Mulder vroeg om een publiciteitscampagne als deze wet van kracht wordt, vooral voor ouderen voor wie het soms moeilijk is om via sociale media op de hoogte gesteld te worden. Hij verwees naar een bezoek aan Londen van een aantal Kamerleden. We waren daar op de Nederlandse ambassade. Die is druk bezig om mensen hierover te benaderen, vooral ook ouderen, die hier niet of minder goed van op de hoogte zijn.
Zelf ben ik met een Kamercommissie op bezoek geweest en heb op de ambassade gesproken met drie vertegenwoordigers van de Nederlanders in de Verenigd Koninkrijk: drie vrouwen die elk in een totaal andere situatie verkeerden. De bezorgdheid en onzekerheid spatte ervan af. Voor mij stond toen vast dat wij als Tweede Kamer in actie moesten komen: een initiatiefwet was de logische oplossing en stap.
En u weet: ik hou van initiatiefwetten. Heb er één alleen ingediend over 2% rekenrente en ik heb twee andere initiatieven meegetekend. De angst dat er geen deal komt is niet van tafel. Over acht dagen weten we of er nog uitstel van 1 januari 2021 komt. Anders gaat de klok tikken
Afsluitend: uit mijn betoog blijkt duidelijk dat mijn Eerste Kamerfractie dit initiatief van harte ondersteunt!”
© 23 juni 2020