Martin van Rooijen over begroting Sociale Zaken & Werkgelegenheid
Speech Martin van Rooijen (50PLUS) bij de Begroting Sociale Zaken & Werkgelegenheid 2025.
1. Voorzitter, een van de belangrijke verantwoordelijkheden van deze minister is het pensioen van ons Nederlanders en dan wat mij betreft met name de Wet toekomst Pensioenen, WTP, de nieuwe Nederlandse pensioenwetgeving.
2. Dit begrotingsdebat vindt plaats kort voordat hierover een belangrijk debat plaats gaat vinden aan, wat wij vroeger noemden, “de overkant”, dus in de Tweede Kamer, over het met een jaar verlengen van de periode voor invaren van de bestaande pensioenen. En dat was op een breed verzoek van de Eerste Kamer
3. Oorspronkelijk zou dát debat al hebben plaatsgevonden, maar omdat de Tweede Kamer extra advies heeft gevraagd aan de Raad van State over een amendement van de leden Joseph en Omtzigt van NSC en van Vermeer van BBB, zijn wij hier nu eerst aan de beurt.
4. Het gaat om een wezenlijk element van de WTP, waarover ik in dit Huis bij eerdere debatten reeds het nodige heb gezegd. Het individueel bezwaarecht van de deelnemers en gepensioneerden van art 83 van de pensioenwet. Dat bezwaarrecht is voor de WTP gewoon geschrapt. Dat raakt het hart van de belangen van mijn achterban, de ouderen.
5. Enerzijds wil ik begrijpen dat de minister door deze samenloop van omstandigheden vandaag het achterste van zijn tong nog niet kan laten zien, anderzijds hoop ik op begrip van zijn kant dat ik, als bij uitstek vertegenwoordiger van 50PLUS Nederland, een aantal elementen in de lopende discussie wil benadrukken, nu de besluitvorming omtrent de WTP weer in beweging is. Graag hoor ik zijn reacties daarop.
6. Wat mij, en ik denk iedereen, opviel was dat de aankondiging door mevrouw Joseph van haar amendement onmiddellijk een tsunami van boosheid veroorzaakte bij de gevestigde orde in en rondom de pensioenwereld. Let wel, alleen boosheid bij de voorstanders van de WTP, die de wet bedacht hebben.
7. Tjonge, wat zijn ze daar benauwd dat Nederlands officiële democratische instelling, de Staten-Generaal, zich durft te bemoeien met wat zij kennelijk beschouwen als hun eigen polderspeeltje.
8. Terwijl in de Tweede Kamer, en wat mij aangaat ook dit huis, zorgen zijn over de belangen van de gepensioneerden zelf, schreeuwt de polder: “Afblijven! Dat is van ons! Jullie weten er niets van!”
9. Om vervolgens te komen met berekeningen en voorspellingen, stuk voor stuk onjuist, die de politiek bang moeten maken voor de gevolgen als die zich ermee gaat bemoeien. “Dan komen reusachtige belasting-tegenvallers!” “Dit gaat enorm veel geld kosten”, en meer van dit soort kreten, die Den Haag de stuipen op het lijf moeten jagen.
10. Voorzitter, allereerst die paniek. Zijn ze daar echt bang voor rampzalige gevolgen, of is het vooral boosheid dat de democratie misschien toch ja, wie weet zelfs ingrijpende belangstelling heeft voor hun handjeklap na jaren van onderhandelen tussen werkgevers, werknemers, de overheid en de financiële sector?
11. Een uitkomst, voorzitter, waarvan zij van alles mochten vinden, maar waar de pensioengerechtigden, van wie tenslotte die pensioenspaarpot is, geheel buiten werden gehouden. En daar ook straks niets, nee, helemaal niets over mogen zeggen. Ik zeg al sinds 2010: gepensioneerden zitten niet aan tafel, maar staan wel op het menu.
12. Vervolgens was ik verbaasd over de kwaliteit van hun argumenten. Hun sommen klopten gewoon niet. En zij moeten ze ons pensioen beleggen en berekenen? Je houdt je hart vast!
13. Wat in de pot zit, voorzitter, is afgetrokken van de belasting toen het er in werd gedaan, en wordt belast als het eruit gaat. De omkeerregel heet dat in fiscaal jargon. Het amendement van mevrouw Joseph raakt daar niet aan. Is de minister dat met mij eens?
14. Ja, door juiste beleggingen kan er meer in de pot komen. Prachtig, maar dat is een belastingmeevaller ooit, die nu nog helemaal niet in beeld kán zijn. O ja, tegenvallende beleggingen betekenen dus strakjes minder belasting voor de overheid. Dat moet u dan eens aan Klaas Knot vragen van de Nederlandsche Bank, die met zijn Rekenrente voor miljarden aan tegenvallers heeft gezorgd. 100 miljard vermogensverlies op rentederivaten door de stijgende rente. En bijvoorbeeld bij het ABP voor 21,3% niet gegeven indexatie
15. Maar Knot en zijn Bank behoren tot het poldergezelschap en op hem hoort u uit die hoek dus geen kritiek! Nee, die kritiek komt naar ons toe, waar die juist niet thuis hoort. Het zijn juist de democratische instellingen, de Staten-Generaal, waar de burgers op moeten kunnen rekenen dat ten minste dáár hun belangen openlijk worden besproken en bediend.
16. Voorzitter, weet ú wat pas duur is aan die WTP? Dat is het invaren. Het omzetten van die miljoenen pensioenen in individuele potjes kost geen goud, maar platina. Iedereen die een beetje kan rekenen is dadelijk nodig in de pensioensector. En dát gaat miljarden kosten. Maar dat vertellen ze er niet bij. Het is een fantastisch verdienmodel voor het leger van adviseurs dat in actie is
17. Kunt u bevestigen, minister, dat het hier om miljarden zal gaan, voor rekening van de gepensioneerden? Daar is ze niet om gevraagd. Die rekening wordt gewoon achter hun rug om geïnd.
18. Kijk, voorzitter, dáár hoor ik die polder met al hun gewichtigdoenerij niet over! De pensioengerechtigden zijn de sluitpost voor de sector die juist hún belang zou moeten dienen. Ik zou zeggen: gelukkig dat er nog democratie is in Nederland!
19. Een democratisch huis dat niet alarmistisch praat over belasting-tegenvallers, alsof dat allerlei andere plannen van de regering onmogelijk gaat maken. Of waarom de tarieven omhoog zouden moeten. Om de mensen thuis ook nog bang te maken.
20. Graag zou ik van de minister zíjn commentaar horen op wat ik net allemaal heb gezegd. Hij mag de verwijten voor mijn rekening laten, maar ik vraag hem: wilt u de Kamer uitleggen hoe het zit met belastingmeevallers en -tegenvallers in verband met de WTP?
21. Verwacht u tegenvallers door het later of misschien helemaal niet invaren? Heeft u een ruwe schatting wat het invaren zelf extra gaat kosten door het inhuren van externe deskundigen? Is daar een vuistregel voor? Wat kost het per 100.000 gepensioneerden? Wilt u bevestigen dat die rekening betaald wordt door de gepensioneerden?
22. Voorzitter, de gepensioneerden hebben noch collectief, noch individueel het recht van bezwaar tegen het verlies van hun eigendomsrecht. Mijn motie ( 36.067,K )om het individueel bezwaarrecht te behouden, is hier in dit huis jammerlijk weggestemd. Ik voorspelde destijds dat dit de achilleshiel zou worden van de WTP, ook bij de rechter.
23. De Tweede Kamer heeft vervolgens de gezaghebbende jurist prof. Peters om advies gevraagd. Hij heeft bevestigd dat het schrappen van het individueel bezwaarrecht juridisch kwetsbaar is.
24. Dat betekent dat er dadelijk tientallen processen zijn te verwachten van groepen van gepensioneerden die zich in meer dan één opzicht bestolen voelen. Dat gaat héél veel geld kosten als de rechter hen in het gelijk stelt. Heeft u daar al geld voor gereserveerd, minister?
25. Het amendement Joseph beoogt nu een collectieve oplossing, namelijk een referendum. Wat mij betreft second best, maar beter dan helemaal niets. Ik zal de minister nu en hier niet om zijn oordeel hierover vragen. Dat zal straks in de Tweede Kamer blijken.
26. Wel vraag ik hem hoe het kan dat ook ambtenaren van zijn ministerie en van Financiën zo fel reageerden met een belastingtegenvallernotitie waar niemand om had gevraagd?
27. Ik neem toch aan dat u niet om die notitie had gevraagd. Wie dan wel? Kunt u dat zeggen? En wie gaf opdracht om die notitie te lekken? Is de dader soms die persoon, die zijn nachten meestal doorbrengt op het kerkhof? Ligt-ie daar?
28. Was die notitie niet vooral bedoeld als bangmaak-notitie voor de politiek? Om onrustige Kamerleden tot de orde te roepen. Om fractievoorzitters die niet zitten te wachten op nieuwe gaten in de schatkist te alarmeren?
29. Wat vond u zelf van die notitie? Kwam die betrouwbaar en overtuigend over? Heeft u er over gesproken met uw collega Heinen? Was die ook bang voor gaten in de schatkist als pensioengerechtigden hun mening zouden mogen geven? Dat dan het feest van invaren niet door zou gaan en dat hij dan minder belasting binnen zou krijgen?
30. Mag ik tenslotte van u weten waarvoor overheid en pensioensector eigenlijk zo geweldig bang zijn als het gaat om de uitkomst van dat referendum? Als het Nederlandse pensioenstelsel niet alleen geweldig was, maar ook geweldig blijft, dan verwacht u toch een enthousiast en volmondig “JA!” als uitslag? Graag een reactie.
31. Wie wil er niet invaren in een stelsel waar iedereen er op vooruit gaat? Althans, als we de geluiden uit de pensioensector mogen geloven.
32. Voorzitter, ik verwacht op mijn vragen een helder antwoord. Sterker, ik denk dat het als verfrissend zal worden ervaren als de minister niet kritiekloos aansluit bij de optocht van de polder, maar met gezag hier zijn eigen oordeel geeft over de gang van zaken. Bent u daartoe bereid , zo vraag ik u?
Naar aanleiding van de antwoorden van de minister op onze schriftelijke vragen heb ik nog een aantal andere vragen.
1. In de nota naar aanleiding van het verslag, bij het antwoord op vraag 1, gaat de regering in op enkele consequenties van een hervorming van het belastingstelsel naar een stelsel zonder heffingskortingen en aftrekposten. Dit lid heeft echter gevraagd wat de regering vindt van de uitholling van de grondslag voor de AOW, gelet op het feit dat een deel van de uitkeringsgerechtigden, relatief meer AOW-premie betalen dan werkenden en mensen in loondienst meer AOW-premie betalen dan zelfstandigen. Erkent de regering überhaupt dat er sprake is van uitholling van de grondslag? Erkent de regering dat bij de heffing van de AOW-premie veel relatief ‘sterke schouders’ niet of nauwelijks meebetalen? Erkent de regering dat zelfstandigen naast de zelfstandigenaftrek ook de arbeidskorting kunnen verzilveren, en dat daarmee de groei van een gesubsidieerde c.q. geprivilegieerde groep wordt gestimuleerd die de arbeidsmarkt verstoren?
2. Naar aanleiding van het antwoord op vraag 5 en figuur 5, van de nota naar aanleiding van het verslag, concludeert dit lid grofweg dat gepensioneerden met een pensioen van > 1000 bruto per maand, sinds 2011 een koopkrachtverslechtering hebben ervaren en dat gepensioneerden met een pensioen van < 1.000 euro bruto per maand over dezelfde periode de koopkracht nog is toegenomen. Deze inzet sinds 2011, of wellicht al eerder, lijkt door dit kabinet te worden gecontinueerd. Klopt dat?
3. Deelt u de observatie dat gepensioneerden met een aanvullend pensioen van > 1.000 euro minder vertrouwen krijgen in een regering, als zij elk jaar te horen krijgen dat “gepensioneerden er weer op vooruit gaan” terwijl zij juist steevast moeten inleveren? Vindt de regering net als dit lid dat deze doelgroep meer eerlijkheid verdient van de regering en van haar gekozen vertegenwoordigers? Als het staand beleid is dat gepensioneerden met een pensioen van < 1000 per maand er op vooruit mogen gaan en bij > 1.000 niet, dan kan daar toch gewoon eerlijk over gecommuniceerd worden?