Martin van Rooijen schetst zijn visie op de toekomst van het belasting- en toeslagenstelsel.
Martin van Rooijen vertelt in deze video uitgebreid over hoe hij de toekomst van het belasting- en toeslagenstelsel ziet.
Onderstaand de tekst van de toespraak
Speech van Martin Van Rooijen (50PLUS) Belastingplan 2025 op 8 december 2024
Voorzitter. Vandaag wil ik uitvoerig stil staan bij de toekomst van ons belastingstelsel. Daarover zei de staatssecretaris: “Dat het vraagt om een rechte rug van zowel kamer als kabinet”
Voorzitter, ik citeer hier de Staatssecretaris nog wat uitgebreider uit het antwoord op onze schriftelijke vragen in de 1e termijn:
“Er zijn politieke keuzes en breed draagvlak nodig om daadwerkelijk verder te komen. Op basis van bestaand materiaal werken we toe naar (een zekere mate van) consensus over de richting van een hervorming van het belastingstelsel en het toeslagenstelsel zodat uiteindelijk met zorgvuldigheid politiek kan worden besloten tot een daadwerkelijke hervorming. Dit proces is naar de mening van het kabinet de meest kansrijke en directe route naar een hervorming. Tegelijkertijd mag duidelijk zijn dat het vraagt om een rechte rug van zowel kamer als kabinet om tot resultaat te komen”.
De staatssecretaris kan ook een rechte rug verwachten van de woordvoerder van de 50PLUS fractie. Gelukkig telt in de senaat elke stem. Mijn fractie is zwaar teleurgesteld door het afhoudende antwoord van de staatssecretaris, ook in het antwoord op onze nadere vragen. Waarom is dat toch? Een advies is nooit weg, zeker als we zoals vandaag ‘door de bouwstenen de werkplaats niet meer kunnen zien’.
Ik zou verwachten dat de Staatssecretaris de uitnodiging van de CDA fractie en van 50PLUS als een uitgestoken hand zou ervaren. Een hand die hij dankbaar zou oppakken. Wat is er mooier dan zelf te komen met de aankondiging een brede adviescommissie in te stellen, bestaande uit onafhankelijke fiscale top deskundigen. Dat helpt de Staatssecretaris voorlopig uit de brand en hij kan een gedegen en afgewogen advies ontvangen waarmee we dan samen aan de slag kunnen. Het zou dan te overwegen zijn om de taakopdracht eerst voor te leggen aan beide kamers, voor maximering van het politieke draagvlak.
Is de staatssecretaris hiertoe bereid? Illustere voorgangers van deze staatssecretaris kozen de koninklijke weg van het instellen van gezaghebbende adviescommissies of staatscommissies, om grote fiscale stappen goed voor te bereiden. Ik noem de Commissies Oort , Stevens en van Dijkhuizen. Oort werd voorafgegaan door motie van Rooijen, van 5 december 1979, die vroeg om een Adviescommissie. U ziet het, het kan verkeren.
Staatssecretaris Vermeend deed het zonder Adviescommissie. Nou, dat hebben we geweten: het boxenstelsel en het spelen met fictieve rendementen, onvertoond in de wereld en niet houdbaar bij onze eigen Hoge Raad. Het heeft weliswaar lang geduurd maar de Hoge Raad heeft aan de fiscale lijdensweg van het boxenstelsel van Willem Vermeend uit 2000 snoeihard een einde gemaakt.
Elk jaar dat box 3 verblijft in het huidige niemandsland, loopt de teller van ‘rechtsherstel’ verder op met ongeveer 2 miljard euro.
Staatssecretaris van Rij heeft, hoewel demissionair, zijn plan voor een nieuw box-3 stelsel op de valreep nog naar de Raad van State gestuurd. Dat kon omdat de Tweede Kamer haast wilde maken met de box 3 hervorming. Tweede Kamerlid Idsinga was één van de aanjagers van deze haast en welnu: zie het resultaat. Die haast komt als een boemerang terug.
De Raad van State kraakt het box 3 voorstel en zet meerdere oud-staatssecretarissen toch wel in hun hemd. Van Rij is al lang weg en Idsinga is als staatssecretaris inmiddels ook van het toneel verdwenen. Staatssecretaris van Oostenbruggen zit nu met de rampzalige gevolgen. Zijn reactie op het advies was wel erg zuinig: “het ideale stelsel bestaat niet”. Voorzitter dat klopt
Maar we moeten wel blijven zoeken naar een stelsel dat draagvlak heeft en uitvoerbaar is voor de burgers en de belastingdienst. En we moeten wel lerend vermogen laten zien want via dwaalsporen komen we nooit uit het niemandsland waar het belastingstelsel in het algemeen en box 3 in het bijzonder zich bevinden. En dat vind ik niet alleen maar hier vind ik de Raad van State aan mijn zijde.
Ik citeer uit de samenvatting van het advies van de Raad van State over box 3:
“Er kleven zwaarwegende bezwaren aan het box 3-stelsel dat de regering voorstelt, onder andere op het gebied van de uitvoering. Uit de uitvoeringstoets van de Belastingdienst blijkt dat het voorstel ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en de Belastingdienst”.
Voorzitter, ik ga terug naar het debat over het Belastingplan 2024. Mijn fractie heeft toen een motie ingediend om prioritair een vermogenswinstbelasting te onderzoeken bij het nieuwe box 3 stelsel. De motie werd ruim aanvaard, maar is niet uitgevoerd. Dat kan echter alsnog, met dit verse advies van RVS onder de arm.
De Raad van State stelt in paragraaf 9b, onder de kop Vermogenswinstbelasting het volgende: “Bij een vermogenswinstbelasting worden zowel reguliere inkomsten uit vermogen als waardemutaties belast wanneer deze zijn gerealiseerd. Deze systematiek wordt in Nederland toegepast in box 1 en box 2. Er wordt belasting betaald over feitelijke gerealiseerde opbrengsten en er is geen verschil met de draagkracht zoals die in box 1 en box 2 wordt bepaald. Daardoor kan deze wijze van heffing waarschijnlijk op meer maatschappelijk draagvlak rekenen dan een vermogensaanwasbelasting. Ook in het buitenland is een zogenoemde capital gains tax gebruikelijk. Nederland is een van de weinige landen zonder een dergelijke systematiek”.
Voorzitter, dit advies ondersteunt mijn motie met voorkeur voor een vermogenswinstbelasting, waar alleen feitelijke gerealiseerde opbrengsten worden belast. Een vermogensaanwasbelasting, belast ongerealiseerde waardemutaties. Dat zou dus ook weer een heffing worden op basis van fictief rendement, op papieren aanwas. Dat is iets wat Nederland in de recente geschiedenis nooit heeft gekend en ik voorspel dat het verzet daartegen ongekend zal worden, zodra de mensen doorkrijgen dat er überhaupt zo’n ingrijpend plan op de agenda staat.
Voorzitter. Het advies van Raad van State toont aan hoe belangrijk adviezen van buiten zijn, adviezen van buiten het ministerie van Financiën bedoel ik dan. Tot dusver is met alle bouwstenen alleen het ministerie, soms samen met het CPB, aan zet geweest maar kort gezegd laten we dan toch echt de slager teveel zijn eigen vlees keuren. Dat moeten het ministerie en ook de staatssecretaris niet willen!
Het beste bewijs levert het ministerie zelf bij het eigen box 3 voorstel. In de uitvoeringstoets zet de Belastingdienst 4 rode vlaggen bij de 4 belangrijkste aspecten van de box 3 hervorming. De uitvoeringstoets van de Belastingdienst bij het wetsvoorstel geeft een negatief oordeel (rode vlag) op de vier aspecten interactie burgers/bedrijven, maakbaarheid systemen, handhaafbaarheid en complexiteitsgevolgen. Enkel over het aspect fraudebestendigheid is de Belastingdienst iets minder negatief.
Waarom zijn we zo hardleers, ja, bijna koppig? Hebben we niet genoeg leergeld betaald? Waarom zijn alle recente grote hervormingen mislukt en zonder uitzondering gestruikeld of vastgelopen op uitvoerbaarheid?
Ik noem
- Het Toeslagenstelsel. Ik zei tegen Joop Wijn in 2002: doe het niet. De Belastingdienst kan dat niet aan.
- Het Box 3 stelsel is door de Hoge Raad gekraakt.
- Het stelsel van Inkomensafhankelijke fiscale heffingskortingen, leidt in combinatie met de toeslagen, tot onbeheersbare marginale druk.
- De Pensioenhervorming, zal onuitvoerbaar blijken te zijn en zal leiden tot een ramp.
Bij de toeslagen is het nog steeds chaos. Bij het box 3 stelsel, staart de chaos ons ook reeds in de ogen. Mijn advies bij box 3 is: Ga onmiddellijk terug naar de tekentafel. In dat verband maakt de Raad van State nog een cruciale opmerking in paragraaf 6 van haar advies:
“Het maken van keuzes speelt temeer, omdat er een reëel risico bestaat dat bij een toekomstige algehele herziening van het belastingstelsel en de inkomstenbelasting de wetgever niet opnieuw aan box 3 zal willen sleutelen. De keuze die nu gemaakt wordt voor een box 3-stelsel moet daarom een weloverwogen en solide keuze zijn die toekomstbestendig is”.
Wat die algemene herziening betreft waarover de Raad van State spreekt: eerder heeft de regering al moeten aankondigen dat een nieuw belastingstelsel er niet voor 2029 kan komen. We hebben dus nog minstens 4 jaar: en een adviescommissie die snel begint kan het voorwerk ook tijdig doen.
De staatssecretaris vindt dat we geen tijd meer hebben te verliezen voor een algehele herziening van het belastingstelsel. De staatssecretaris komt volgend voorjaar met een brief. Een commissie leidt volgens hem tot grote vertraging. De staatssecretaris zegt daarmee in feite: “wacht u maar af en ga maar rustig slapen”. Het komt te zijner tijd wel bij de Tweede Kamer en dan mag de Eerste Kamer nog braaf ja of nee zeggen. Slikken of stikken.
Dus nu voorzitter, mijns inziens, eerst pas op de plaats en eerst een visie laten ontwikkelen over een algemene herziening van het belastingstelsel. We willen allemaal een toekomstbestendig belastingstelsel. Een uitdagend maar overzichtelijk stelsel, waarbij de diverse onderdelen deel uitmaken van een harmonieus geheel. Geen samenraapsel. Er is een integrale visie nodig.
Daarbij moet uiteraard ook de BTW-heffing worden betrokken, evenals de vennootschapsbelasting. Alle bouwstenen zijn belangrijk en het is tijd voor professionele metselaars om te doen wat je normaal altijd doet met bouwstenen: Bouwen.
Voorzitter mijn fractie zal de rug recht houden en niet van deze lijn afwijken. We moeten wegblijven bij het fiscale hobbyisme en het cliëntelisme waar we door worden geplaagd bij de vormgeving van fiscale wetgeving. Zonder amendementen regen en zwaar politieke moties, die van elke strakke uitwerking een kerstboom maken.
Voorzitter ik kom nu op een aantal aparte dossiers
- Spreiding van Wetgeving
Daarbij wijs ik op de Moties van Rooijen uit 2022 en Martens uit 2023 die vroegen om bredere spreiding. Kan de staatssecretaris toezeggen dat zo veel mogelijk aparte wetsvoorstellen reeds in het voorjaar 2025 naar de beide Kamers zullen komen, zeker die voorstellen die los staan van koopkrachteffecten?
Er hoeft echt niet gewacht te worden op de MEV en de augustusbesluitvorming. Het pakket voor koopkracht, kan dan wel in een apart voorstel in september. Steeds meer is het mantra dat men dat wel wil doen maar ook steeds meer hoor ik redenen om het desondanks toch weer niet te doen.
De 5 criteria die kabinetten steeds weer gebruiken om alles in 1 mandje onder te brengen snijden geen hout. De echte reden is natuurlijk, dat de Belastingdienst weet dat de Eerste Kamer niet kan amenderen en zij willen dan ook per se dat zoet en zuur in 1 mand gaan.
De afdeling wetgeving van het ministerie voert de eis van de belastingdienst natuurlijk netjes uit en de Eerste Kamer wordt wéér voor het blok gezet.1 pakket van zoet en zuur.
In lijn met de motie Hoekstra constateer ik dat de Eerste Kamer hierdoor de mogelijkheid wordt ontnomen om een separaat politiek eindoordeel te vellen over eigenstandige wetsvoorstellen.
Omdat de BTW-maatregelen niet in een apart wetsvoorstel waren opgenomen was koehandel nodig. Het kabinet heeft in de Eerste Kamer immers geen meerderheid. Dat heeft ertoe geleid dat alternatieve dekking gezocht wordt bij de voorjaarsnota voor de BTW verhoging op sport, media en cultuur, welke voorlopig nog gewoon doorgaat. Hogere BTW op logies blijft in stand.
Het belastingdebat staat in een bijzonder daglicht door wat ik maar noem het “voortelefoneren” tussen fracties in de Eerste en de Tweede Kamer. Dat schetst een beeld van: “Als jullie in de Tweede Kamer samen met het kabinet doen wat wij in de Eerste Kamer ook willen, dan stemmen we voor in de Eerste Kamer”.
50PLUS doet daar niet aan mee. Dat moet u opgevallen zijn. Wij hebben reeds bij de Algemene Politieke Beschouwingen in oktober aangekondigd tégen het Belastingplan 2025 te zullen stemmen. Daarmee was een potentiele meerderheid van 38 al verdwenen. De stem van 50PLUS was daarvoor beslissend. Dat was blijkbaar niet iedereen opgevallen, mij wel.
- Verlaging Overdrachtsbelasting
De 50PLUS fractie is buitengewoon blij met de uitvoering van de motie van Rooijen over substantiele verlaging van de Overdrachtsbelasting, die ik indiende bij het debat met minister de Jonge over de Wet Betaalbare Huur. Het tarief gaat terug van het absurdistische tarief van 10,4 % naar 8%.
Uitgevoerd met supersonische snelheid: ingediend in mei en besloten in augustus. Groot compliment voor de daadkracht van minister Keijzer. Uit antwoorden van het kabinet blijkt dat de positieve effecten groot zijn: het verhoogt het rendement van nieuwe aankopen en het is gunstig voor de woningmarkt.
Ik zie dit als een 1e stap op de goede weg terug naar wat ik maar noem het normale tarief van 6%.
Voorzitter en wat een onverwachte steun krijg ik daarvoor.
De pensioensector heeft aan het kabinet laten weten niet deel te nemen aan de Woontop die minister Keijzer 11 december organiseert, Ondanks eerdere afspraken van de pensioenfederatie. Zij willen geen handtekening zetten onder bindende afspraken die de minister wil maken over de bouw van 100.000 woningen per jaar.
Pieter Omtzigt heeft indringende vragen gesteld over deze draai, op 6 december. Pikant want hij bracht in de H J Schoo lezing de politieke chantage naar buiten die de pensioenfederatie samen met ABP pleegde richting onderhandelaars: wij zijn bereid 25 mld te beleggen in Nederland in woningbouw etc maar dan moeten jullie wel afblijven van de pensioenwet. Zoiets was nog nooit vertoond in ons land.
En wat vraagt de Pensioenfederatie vorige week aan het kabinet: Verlaag de overdrachtsbelasting naar 6%. Dat verhoogt rendement van investeringen in vastgoed. Mijn 6% is dus vast goed! Komt het kabinet nog met een voorstel, zo vraag ik.
- Toeslagen
Er zijn blijkbaar weer nieuwe afspraken met de SGH stichting, blijkens berichten van de NRC. Staat er weer een verruiming of een versoepeling op stapel, zo vraag ik de staatssecretaris? Blijven de kosten binnen de goedgekeurde 2,3 miljard? Kan de Kamer een brief ontvangen over de nieuwe afspraken? Ik houd mijn hart vast. De kop van zaterdag in het NRC wijst nog niet op het ‘pakken van de regie’ want de kop luidt: “Ministerie versoepelt toezicht op de stichting van Prinses Laurentien”.
Voorzitter. Ook het toeslagenstelsel is zowel op zichzelf, als in samenhang met andere fiscale pijlers, dringend aan herziening toe. Herziening van de toeslagen moet worden bezien in samenhang met het nieuwe belastingstelsel in zijn geheel. Eigenlijk is het hartstikke goed dat we daar nu 4 a 5 jaar de tijd voor hebben (of moeten nemen). Een kadootje, voor een commissie met een missie, zal ik maar zeggen.
50PLUS heeft wat dat betreft haar huiswerk al veel eerder gedaan, in 2020, en ook heeft goed doorgerekende inzichten opgeleverd, die kunnen bijdragen aan de verdere verkenning van ons aller fiscale toekomst.
- Eigen woning regime
Naar aanleiding van de wijziging van de aftrek voor hypotheekrente vroeg het CDA ook naar de visie van de regering op het fiscale eigen woning regime. Dit mede in verband met de afloop van de 30 jaar termijn voor de rente aftrek in 2031. Mijn fractie is bezorgd over de gevolgen: geen renteaftrek meer. Kan de 30 jaartermijn worden verlengd of afgeschaft?
Kan de aflossing van de hypotheek vanaf 2031 eventueel beperkt worden tot 50% i.p.v. 100%? Dat is een wel heel strenge norm. Want er is immers grote overwaarde op woningen. Dat maakt het feit dat er geen rente-aftrek meer is, wat beter draagbaar. Het fiscale regime voor de eigen woning is een lappendeken van tientallen regels, die zowel burgers als hypotheekadviseurs slapeloze nachten bezorgen. Je kunt door de bomen het bos niet meer zien.
Het regime was bedoeld ter bevordering van eigen woningbezit. Bezitsvorming stond hoog in het vaandel van de Katholieke Volks Partij (KVP). Dat beleid raakt helaas steeds verder uit beeld. Het is helaas verworden tot een politieke grabbelton en een fiscale trapeze. Voor elk wat wils. 50PLUS fractie vindt een fundamenteel debat over het eigen woningbezit gewenst. Wij zien uit naar de nota van het kabinet in 2025.
- Moties bij Belastingplan 2024
Ik kom terug op de moties die bij het vorige Belastingplan zijn aanvaard. Mijn fractie is buitengewoon verheugd over de positieve grondhouding van het nieuwe kabinet over die moties. De moties zijn namelijk bijna allemaal uitgevoerd, behalve de motie over box 3!
- De vrijstelling voor de inkoop eigen aandelen is in ere hersteld. Die is onmisbaar voor het vestigingsklimaat en voor het investeringsklimaat.
- De kinderachtige beperking van de expat regeling van 30 naar 27% moeten we dan maar slikken.
- We zijn buitengewoon ontdaan over het besluit de motie over het terugdraaien van de verhoging van het tarief in box 3 niet uit te voeren. De verhoging van 34 naar 36% blijft in stand. Toch weer een hogere belastingdruk op niet-bestaand ofwel fictief rendement. Je moet het maar durven. Voor sommigen hier is de sky de limit. Voor ons niet.
In den beginne van box 3 begon het nog bescheiden met een fictief rendement van 4% en een tarief van 30%. Toen kwam iedereen nog uit op een makkelijk te begrijpen heffing van 1,2%. Dat is echter geleidelijk helemaal uit de hand gelopen toen collega’s aan de overkant hun fantasie de vrije loop lieten en gingen experimenteren met differentiatie van fictieve rendementen. Het liep totaal uit de hand: de druk werd verdubbeld van 1,2% naar 2,2%. Want dat is wat je krijgt bij een tarief van 36% over een fictief rendement van 6,2%.
- BTW Logies
Mijn fractie blijft een pleidooi houden voor een impactstudie over de gevolgen van de verhoging van de BTW op logies en vindt dat die voor de zomer gereed moet zijn. Is de staatssecretaris daartoe bereid?
De 12% verhoging is een zware klap voor een grote sector in onze economie die ook al zwaar getroffen werd door de Coronacrisis. Onze zorg is dat de sector de BTW verhoging deels voor eigen rekening moet nemen, zeker in het begin. Kan het kabinet daar onderzoek naar laten doen? Wordt het hogere tarief wel doorberekend in de prijzen? Hoe snel gaat dat? Niet in 1 keer neem ik aan?
Te verwachten is dat verhoging pas geleidelijk mogelijk is met als gevolg een daling van de exploitatieresultaten.
50PLUS heeft grote zorgen over de gevolgen voor de vakanties voor gezinnen met kinderen. Het betekent dat een vakantie in eigen land steeds duurder wordt ten opzichte van een vakantie in het buitenland. Voor alleszins bescheiden vakantieparken met een huur van 2.000 euro voor twee weken komt er doodleuk even 240 euro bij. Bij tabak vinden we dit soort prijsstijgingen aanvaardbaar, want gezondheid. Maar hier staat wel degelijk ook gezondheid, plezier en geluk op het spel.
50PLUS wil nogmaals de toezegging dat de alternatieve dekking voor de BTW op sport, media en cultuur, ook binnen de BTW zal moeten worden gevonden. Zoek geen uitweg bij de AOW-ers, omdat u denkt dat dat makke schapen zijn zonder vakbond. Wij zijn blij met de duidelijkheid van minister Heinen vorige week: dekking moet komen binnen de BTW.
- Samenhang tussen marginale druk en inkomensafhankelijke heffingskortingen
Voorzitter ik vond het verfrissend om te lezen dat de regering erkent dat het verloop van de marginale druk in nederland ver afstaat van wat volgens de wetenschap het meest optimaal en doelmatig is. De U vorm, met relatief hoge marginale tarieven aan de onderkant en de bovenkant van het inkomensgebouw en relatief lage marginale tarieven voor de middengroepen, levert de beste afruil op tussen rechtvaardigheid en doelmatigheid. Dat argument komt niet uit mijn keuken maar uit de keuken van onder andere professor Bas Jacobs. In een artikel met de titel “marginaal begrip van marginale tarieven’ schreef hij al in 2013 op wat marginale tarieven kunnen bijdragen aan optimale economische en sociale prestaties.
We willen allemaal dat het belastingstelsel goede prestaties oplevert maar deze kennis wordt daarbij vaak vergeten. Mijn observatie is, dat we niet alleen ver van het optimale zijn afgeraakt maar er ook nog steeds verder vanaf geraken. We bewegen dus nog niet in de juiste richting en de regering heeft moeite om dat te erkennen. Ja er wordt ook wat geld vrijgemaakt voor tariefsverlaging, maar de verhouding tussen tariefsverlaging en het verhogen van kortingen is zo scheef, dat de regering het zichzelf onmogelijk maakt om winst te boeken op het terrein van de optimalisatie van de doelmatigheid van de marginale tarieven. In tabel 5 van de antwoorden op onze vragen is deze scheve verhouding ondubbelzinnig af te leiden.
Ook hier wreekt zich het feit dat het belasting en toeslagenstelsel niet tijdig zijn hervormd. De kerstboom is voller en voller gehangen. De arbeidskorting van bijna 6000 slaat hierbij de klok. Kosten 35 miljard. De Arbeidskorting is een perfect middel om niet meer werkenden genadeloos fiscaal te raken. In plaats van de arbeidskorting zouden de tarieven met 7% omlaag kunnen voor iedereen.
Maar alle kabinetten vanaf Rutte I, discrimineren volop naar leeftijd: alleen belastingverlaging voor werkenden onder het motto “werken moet lonen. En dat nota bene bovenop de stevige verhoging van de lonen.
AOW’ers delen niet volwaardig mee in belastingverlaging terwijl hen ook bijna alle normale indexaties van hun pensioen door de neus zijn geboord. Sinds 2008, welteverstaan. Fiscaal is er inmiddels sprake van twee soorten Nederlanders en er is sprake van fiscale leeftijdsdiscriminatie, hetgeen mijns inziens in strijd is met art 1 van de Grondwet. Helaas nog niet naar de letter, maar zeker wel naar de geest.
50PLUS is tegen verdere verhoging van de Arbeidskorting. Van Rij vond vorig jaar al dat de grens voor dit beleid wel was bereikt. Wat vindt deze staatssecretaris? Erkent hij dat “extra koopkracht speciaal voor werkenden” op zichzelf heel mooi klinkt maar dat je eerst ouderen uitsluit, dan uitkeringsgerechtigden uitsluit en vervolgens ook nog andere werkenden demotiveert met een hoger marginaal tarief? Drie nadelen van het verhogen van kortingen, waar u bij het verlagen van tarieven nooit last van zou hebben. Integendeel. De uit de hand gelopen inkomensafhankelijke heffingskortingen, zijn nu zelfs de belangrijkste reden geworden om het stelsel op te schonen.
Voorzitter, uit de antwoorden op onze vragen over de koopkracht voor gepensioneerden in de laatste 12 jaar, blijkt dat die voor AOW-ers met een pensioen van 3.000 euro per maand, met 10% is gedaald. Bij werkenden noemen we dat een modaal inkomen. Zelfs voor AOW-ers met een klein pensioen van 1.000 euro per maand, is de daling nog steeds 5%.
Wij hadden ook gevraagd naar hoeveel AOW-premie werknemers en zelfstandigen in werkelijkheid betalen. Dat geeft al jaren een ontluisterend beeld en het wordt steeds erger.
Werknemers met een inkomen van 30.000 euro betalen effectief slechts 4% AOW-premie, waardoor de te weinig betaalde AOW premie 4.100 euro is. Voor zelfstandigen is het helemaal absurd, zij betalen bij een inkomen van 30.000 euro 0% AOW premie. 1,2 miljoen zelfstandigen betalen helemaal geen AOW premie. Zowel deze werknemers als deze zelfstandigen, hebben volledig recht op zowel Algemene heffingskorting van 3.300 en de arbeidskorting van 5.300. Dit telt op tot een netto voordeel van 4.100 + 3.300 + 5.300 = 12.700.
Sommige fracties vinden zelfs in dit licht, dat AOW-ers gewoon 18% AOW-premie moeten betalen. Maar aan de andere kant vinden zij dat grote groepen werkenden de volledige kortingen mogen genieten, terwijl ze ook nog eens bijna geen AOW premie betalen. De wereld waar dit rechtvaardig wordt gevonden, is niet mijn wereld voorzitter.
- Slotwoord
Voorzitter, de Eerste Kamer krijgt tegenwoordig nogal eens het verwijt té politiek te zijn. Vorig jaar zijn er twee verkiezingen geweest. In het voorjaar voor dit huis en in het najaar voor de Tweede Kamer. De uitslag verschilde spectaculair, met als gevolg dat er verschillende politieke meerderheden zijn te maken. De regeringpartijen hebben hier zelfs geen meerderheid. Dat is nieuw in onze parlementaire geschiedenis.
Dan is het toch logisch dat partijen die niet vastzitten aan coalitie afspraken gaan kijken of ze nu wel op aangelegen punten iets extra voor hun kiezers kunnen verdienen? Sinds wanneer zou met name dat niet mogen in de Eerste Kamer? De kiezers zelf hebben in beide huizen een verschillende vertegenwoordiging gekozen. Dan wordt het menu dus meer à la carte, in plaats van standaard. Dat is juist een van de aardige mogelijkheden van onze democratie. Wees blij dat het geen koekkoek éénzang is zoals in zoveel landen op onze planeet, waar de smaak van de bevolking nooit mag worden geproefd!