Senaatsfractie: taken EU beperkt houden
De fractie van 50PLUS in de Eerste Kamer heeft grote twijfels of een Europees Openbaar Ministerie kan en zal bijdragen tot terugdringing of voorkoming van fraude in de Europese Unie. Daarom heeft zij zich dinsdag 9 maart uitgesproken tegen het wetsvoorstel dat de aanpassing regelt van enkele wetten ter uitvoering van de EU-verordening omtrent het Europees Openbaar Ministerie.
Dit ondanks het feit dat de fractie groot voorstander is van het aanpakken van fraude met subsidiegelden. Voor de fractie speelt bij haar standpuntbepaling ook mee dat “de bevoegdheden van het Europees OM niet kunnen worden uitgeoefend in juist die landen waar die het hardst nodig zijn”.
Omdat een klein aantal lidstaten niet of nauwelijks op nationaal niveau optreedt en fraude oogluikend toestaat of gedoogt, is het idee ontstaan tot het instellen van een Europees Openbaar Ministerie. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Senaat bracht 50PLUS-woordvoerder Martine Baay naar voren dat het te denken geeft dat zowel Zweden als Denemarken op grond van het soevereiniteitsbeginsel niet meedoet aan een Europees Openbaar Ministerie.
Zij merkte ook op, dat het feit dat juist Polen en Hongarije, waarvan bekend is dat zij niet of nauwelijks optreden tegen EU-subsidiefraude in eigen land, zich ook niet hebben aangesloten, bij de 50PLUS-fractie de vraag oproept of het middel van een Europees Openbaar Ministerie niet disproportioneel is geworden. De fractie deelt vooralsnog niet de verwachting en het vertrouwen van het kabinet Rutte dat deze lidstaten zich als betrouwbare en positieve partners gaan opstellen om tot vruchtbare samenwerking te komen om EU-fraude binnen eigen landsgrenzen op te sporen en te vervolgen.
Het Europees Openbaar Ministerie is destijds speciaal opgericht om strafbare feiten die de financiële belangen van de EU schaden te onderzoeken, te vervolgen en voor de nationale rechter te brengen. Het gaat hier om fraude met de EU-subsidies, invoerrechten en omzetbelasting. Circa drie jaar geleden stelde de 50PLUS-fractie in de Senaat al dat de Europese Unie slechts drie kerntaken heeft: economisch en monetair beleid, milieu- en energiebeleid en grensbeleid. Dit standpunt is niet gewijzigd. Wat 50PLUS betreft moet de EU alleen die taken uitvoeren die niet op nationaal niveau kunnen worden uitgevoerd.
In 1999 werd het Europees Bureau Office de Lutte Anti-Fraude (OLAF) voor fraudebestrijding opgericht. OLAF heeft de bevoegdheid om in volledige onafhankelijkheid onderzoeken naar fraude uit te voeren in de lidstaten en binnen Europese instellingen en vorderde al zo’n zeven miljard euro terug. OLAF werkt nauw samen met Europol en Eurojust. De nieuwe constructie, het Europees OM, heeft de bevoegdheid om strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, voor de nationale rechter te brengen. Zij heeft verdergaande bevoegdheden dan het OLAF. Juist deze verdergaande bevoegdheden baart 50PLUS in de Eerste Kamer zorgen. “Want” aldus Martine Baay, “daardoor komen de soevereiniteit en het opportuniteitsbeginsel van onze Nederlandse Staat in het geding. Bij grensoverschrijdende fraude met EU-gelden bestaat nu al de verplichting voor lidstaten om strafrechtelijk samen te werken. Het Nederlandse OM kan ook zonder Europees OM andere lidstaten assistentie verlenen bij onderzoek of vervolging”.
Lees HIER de volledige bijdrage van Martine Baay aan het debat in de Senaat.
9 maart 2021