SPEECH MARTIN VAN ROOIJEN BEGROTING FINANCIEN EN NATIONALE SCHULD
Voorzitter. Dank aan de minister en de staatssecretarissen voor de gegeven antwoorden. Ik zal dat in deze inbreng toelichten. Ik doe dat met name, langs de contouren van de volgende onderwerpen:
- BTW
- Motie Hoekstra
- Box 3
- Goedkeurende beleidsbesluiten
- Memo FIN & SZW
- BTW gat
We hebben onszelf in dit BTW gat en daarmee in een BTW chaos gestort. Dit beeld komt bij mij op na lezing van de brief van 7 februari. We hebben een BTW verhoging goedgekeurd die echter niet in werking mag treden. Maar als er niet snel alternatieve dekking komt treedt de goedgekeurde verhoging uiteraard alsnog in werking.
In het debat met de minister in november vroeg ik hem dat niet de ouderen het kind van deze BTW rekening mochten worden. Want dat is al vaak de gemakkelijkste weg gebleken. AOW-ers hebben geen vakbonden en ze gaan niet naar het malieveld.
Ik was toen al bezorgd en ik ben het nu nog meer want het ziet er niet naar uit dat er snel een deal komt tussen de 8 fracties van het, zo zal ik het maar noemen: “het BTW-pact”. Kan de minister mij toezeggen, dat niet de ouderen specifiek worden geraakt? Graag een reactie.
- Motie Hoekstra
Mijn fractie vindt er wat van. Al sinds 2016 werd de regering in dit huis geconfronteerd met de disciplinerende motie Hoekstra. Dat was nodig, omdat de staatsrechtelijk zuivere en gebruikelijke paden steeds vaker met voeten werden getreden.
Ook deze keer konden de bewindslieden van het nieuwe kabinet Schoof het helaas niet nalaten, om eigenstandige wetsvoorstellen op oneigenlijke wijze aan elkaar te koppelen. Wat na de periode Rutte had moeten worden begraven is juist met hernieuwd enthousiasme opgepakt. Het wordt gebruikelijk en daarmee wordt de strekking van de motie Hoekstra, evenals van de opvolgers van de hand van Esther Mirjam Sent en ondergetekende, geweld aan gedaan.
Mijn fractie heeft het dan ook nodig gevonden om hier duidelijk en ook principieel stelling te nemen. Het staande staatsrechtelijke gebruik, was en is wat mijn fractie betreft niet aan verandering toe en dan zijn daar gelukkig senatoren die dat proberen te voorkomen. Daar was meermaals een ruime meerderheid voor te vinden.
Het koppelen van zoet en zuur in 1 wetsvoorstel om de kans te vergroten dat het wordt aangenomen kan praktisch zijn, dat begrijp ik wel, maar het mag niet gebruikelijk worden. Dat raakt aan het budgetrecht van beide kamers. Zeker van de eerste kamer die geen recht van amendement heeft. Mijn fractie heeft daarom tegen het belastingplan 2025 gestemd en dat was best een zware beslissing. Nooit eerder heb ik tegen een belastingplan gestemd. 11 maal stemde ik voor.
Klip en klaar vraag ik de minister voortaan eigenstandige voorstellen separaat in te dienen. Graag op dit punt een toezegging.
- Box 3
Daarnaast voorzitter, dendert dit kabinet maar door in box 3 en wat mijn fractie betreft verloopt dat buitengewoon onverdienstelijk. Een aangekondigde schokkende voorlopige verhoging van het forfait voor overige bezittingen met 1,78%-punt per 2026 leidt tot een verondersteld fictief rendement van maar liefst 7,66% waar we ooit begonnen op 4%. Maar wel met een tegenbewijsregeling. Wat als de beurs onderuit zou gaan en de verhoging per saldo niets oplevert? Wat wordt dan het gat in box 3? Is dit een ordentelijke manier van wetgeven? Graag een antwoord.
Ik was dus al van mijn stoel gevallen toen ik ook in de brief van 24 januari 2025 over het toekomstig box 3 stelsel las dat deze staatssecretaris op een groot deel van de toekomstige grondslag (met name aandelen) wil gaan werken met een vermogensaanwasbelasting. De zogenaamde VAB. De aangenomen motie van Rooijen van december 2023 welke oproept om de vermogenswinstbelasting primair onderdeel te laten zijn van de belastinghervorming, was juist bedoeld om een inzet met een vermogensaanwasbelasting de pas af te snijden. Geen woord in de brief over die motie. Waarom niet, zo vraag ik, dat was toch relevant om te noemen?
Het kabinet blijft vasthouden aan het concept box 3 voorstel van demissionair staatssecretaris Van Rij dat in juni 2024 op verzoek van de Tweede Kamer toch maar alvast voor advies naar de Raad van State was gestuurd. Te haastige spoed.
Mijn partij wil beleggers die investeren in risicovolle bedrijven niet wegjagen of ontmoedigen en dat is wat een vermogensaanwasbelasting (VAB afgekort) doet voorzitter. Het is spelen met vuur, net als de wet betaalbare huur.
Een VAB is niet gebaseerd op werkelijk gerealiseerd rendement. Erkent de Staatssecretaris dat het risico bestaat dat enkele jaren na invoering van de VAB, de Hoge Raad dit ook weer onderuit haalt net als bij het fictief rendement; en zo nee waarom dat volgens hem niet het geval zal zijn? Dat willen we toch niet voor de 2e keer? Of is het ‘wie dan leeft dan zorgt’?
Een Vermogensaanwasbelasting bestaat niet in de geïndustrialiseerde wereld maar een vermogenswinstbelasting bestaat wel in de meeste landen. Waarom weten wij het altijd beter? Graag een reactie
Mijn fractie blijft in verbazing achter nu het kabinet een nieuw Box 3 stelsel heeft aangekondigd zonder aan te geven hoe de essentiële pilaar van box 3 straks precies zal passen in het toekomstige nieuwe belastingstelsel, waarvan de contouren in het voorjaar met een brief zullen worden aangekondigd. Het kabinet heeft toch meermaals erkend dat box 3 moet passen in een nieuw belastingstelsel? Wij kunnen nu natuurlijk niet beoordelen of het zal passen, of dat er synergie kan optreden. Dat wordt niet uitgesplitst met of in de Voorjaarsbrief, waarin een blik wordt geworpen op het toekomstige belastingstelsel. Het kan niet anders dat deze blik incompleet of zelfs leeg zal zijn. Waarom wordt met box 3 niet gewacht op de hoofdlijnen van een nieuwe belastingstelsel? We moeten alle bouwstenen toch immers naadloos op elkaar laten aansluiten of was dat hele bouwstenen verhaal slechts tijdverdrijf? Graag een uitvoerig antwoord.
Maatschappelijk en politiek draagvlak is onmisbaar. Brieven van de bewindslieden op basis van ambtelijke nota’s geven dat draagvlak een onvoldoende. Het is van eminent belang dat er voor een nieuw belastingstelsel een groot maatschappelijk draagvlak bestaat. Volgens 50PLUS moet dat beginnen met een onafhankelijke adviescommissie van topexperts en dat kan ook in korte tijd. Mijn fractie heeft een motie daarvoor ingediend voor het instellen van een dergelijke adviescommissie.
Is er al voortschrijdend inzicht over die motie die ik heb aangehouden? Graag een reactie. Voor mijn fractie is het overduidelijk dat de minister alleen kijkt naar budgettair belang en dat zijn staatssecretaris opgescheept wordt met een fiscale hervorming waar de vooringevulde aangifte het uitgangspunt en het einddoel is. Het gemak moet de burger dienen en vooral de belastingdienst. Nou dat is vragen om fiscaal juridisch drijfzand. Bent u bereid om fiscaal juridische beginselen primair en prioritair als uitgangspunt te nemen? Zo nee waarom niet
- Goedkeurend beleidsbesluit
In het kader van de uitvoering van de Wet toekomst pensioenen zijn de beide Kamers der Staten-Generaal opnieuw geconfronteerd met de afkondiging van een Goedkeurend beleidsbesluit. Ik verwijs naar de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 18 december 2024. De staatssecretaris wil met dit besluit fiscale knelpunten oplossen die gerezen zijn bij het invaren van de eerste 3 pensioenfondsen in het nieuwe pensioenstelsel op 1 januari 2025.
Naar aanleiding hiervan heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris. Deze vragen zijn helaas nog niet beantwoord. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer de beantwoording kan worden tegemoet gezien?
Los hiervan wil ik vandaag een uiterst kritische kanttekening maken bij het Goedkeurend beleidsbesluit. Naar ik heb begrepen is dit wetgevend fenomeen bedacht door het Ministerie van Financiën, voor toepassing op de terreinen van belastingen, toeslagen en douane. De toenmalige staatssecretarissen Van Rij en De Vries hebben in een brief aan de Tweede Kamer van 12 december 2023 de voorwaarden geschetst waaronder zo’n besluit kan worden toegepast. Ik zal deze randvoorwaarden hier niet herhalen. Maar ik wil wel de aandacht vragen voor de passage waarin het kabinet aangeeft dat grote terughoudendheid is geboden bij het gebruik van goedkeurende beleidsbesluiten. Dat zag het kabinet dus zelf ook wel in.
Ik wil nog een stap verder gaan, en wil bepleiten dat in de toekomst van het gebruik van goedkeurende beleidsbesluiten wordt afgezien. Immers, aan dit fenomeen kleven nogal wat bezwaren. Ik noem de volgende:
- De inhoud van dergelijke besluiten is per definitie in strijd met de wet.
- De Eerste en Tweede Kamer staan volledig buiten spel.
- Als in een later stadium alsnog de wet in formele zin wordt ingediend staan beide kamers voor een fait accompli.
- In geval van het heffen van belasting is er mogelijk strijd met artikel 104 van de Grondwet.
Er is overigens een heel goed alternatief waaraan deze bezwaren niet kleven, en dat is een spoedwet. Beide kamers zijn best bereid daaraan mee te werken wanneer belangen dat vereisen. Kortom, ik roep vandaag op om aan het kabinet te vragen in de toekomst af te zien van het gebruik van goedkeurende beleidsbesluiten en aldus beide kamers der Staten-Generaal in hun waarde te laten.
- Memo FIN-SZW Amendement Joseph.
Voorzitter, Ik kom nu op een interessant punt. Het memo van de ministeries van Financiën en Sociale Zaken over het amendement Joseph. In dat memo wordt betoogd dat bij niet invaren de pensioenpremies wel eens fors omhoog zouden kunnen gaan. Volgens de ambtelijke berekeningen zou dat, omdat de pensioenpremie fiscaal aftrekbaar is, wel eens 1 tot 2 miljard aan belastinginkomsten kunnen schelen. Hoe dat precies is uitgerekend staat er in het memo eigenlijk niet bij. In het memo staat alleen dat niet-invaren, ik citeer: ‘veel vaker dan nu zal leiden tot financiering uit de premie en daarmee een hoger dan geraamd beslag op de aftrekbare premieruimte. Gelet op de publiciteit die deze zaak heeft gekregen, zijn mijn vragen aan de minister de volgende:
- Is het waar dat bij deze berekeningen is uitgegaan van de gehanteerde methodiek uit de Wet Toekomst Pensioenen. Een methode die uitgaat van het invaren van het huidige pensioenstelsel in een geheel nieuw pensioenstelsel?
- Is de minister het met mij eens dat een dergelijke samenvoeging bij niet-invaren niet optreedt en dat er twee aparte pensioenstelsels blijven bestaan, namelijk het oude, gesloten pensioenstelsel en het nieuwe pensioenstelsel?
- Is de minister het met mij eens dat in dat geval de methode uit de Wet Toekomst Pensioenen niet kan worden gebruikt omdat je niet extra pensioenpremie in het nieuwe pensioenstelsel kunt heffen ter compensatie van de problemen in het oude, gesloten pensionstelsel? Het zijn immers twee aparte juridische entiteiten. Dat is fundamenteel anders dan bij invaren waar je binnen één pensioenstelsel werkt.
- Is de minister het met mij eens dat daarom de benadering uit het ambtelijke memo de plank compleet mis slaat, omdat bij niet-invaren de premie juist niet wordt verhoogd en dat de afschaffing van de doorsneeproblematiek uit het bestaande pensioenvermogen zal worden gecompenseerd.
- Is de minister het met mij eens dat een mogelijke premie verhoging in het amendement-Joseph dan ook niet voorkomt en volgens de indieners ook in het geheel niet wordt beoogd.
- Is de minister het met mij eens dat in dat geval het amendement-Joseph eerder tot een belastingmeevaller zal leiden dan tot een belastingtegenvaller.
- Kan de minister toezeggen dat wij een uitgebreide cijfermatige toelichting kunnen krijgen op deze ambtelijke berekeningen. Ik zeg dit met nadruk omdat veel partijen in de pensioensector die tegen het amendement zijn, deze ambtelijke uitspraken voor zoete koek hebben aangenomen en nu veel tumult maken over deze zogenaamde belastingtegenvaller. Een belastingtegenvaller die gewoon niet optreedt.
Ik wacht de beantwoording van al mijn vragen door de bewindslieden met belangstelling af.