Wachttijden verpleeghuizen lopen spuigaten uit
Tijden wachten op een plek in het verpleeghuis terwijl de situatie steeds nijpender wordt, en soms zelf onhoudbaar. Het lijkt in een land als het onze onbestaanbaar, maar het probleem is er en wordt steeds groter.
Steeds meer ouderen staan op de wachtlijst van de verpleeghuiszorg. Zij wachten op een plek waar zij gedurende hun laatste levensfase verzorgd worden omdat zij daartoe zelf meer in staat zijn. Duidelijk is dat in de verpleeghuiszorg de komende jaren meer plekken gerealiseerd moeten worden. We kunnen onze ouderen die veel voor ons land hebben gedaan niet in de kou laten staan, vindt 50PLUS.
Wachtlijsten
Op dit moment staan 18.500 mensen op de wachtlijst voor een verpleeghuis. Het gaat daarbij om ouderen die daadwerkelijk geregistreerd staan; de officieuze wachtlijst is nog veel langer. Aan het begin van deze kabinetsperiode bijna vier jaar geleden stonden al meer dan 10.000 mensen op die wachtlijst. Het aantal wachtenden is dus bijna verdubbeld! 50PLUS vindt dat er zo spoedig mogelijk maatregelen genomen moeten worden om het probleem op te lossen. Immers: de prognose is dat het aantal mensen boven de tachtig bijna gaat verdubbelen de komende twintig jaar!
Bouwopgave
Om alle mensen op de wachtlijst te kunnen opvangen en met het oog op de enorme toename van de vraag is er een immens grote bouwopgave. De prognose is dat er in 2040 liefst 164.000 (!) nieuwe plekken moeten worden gerealiseerd. In eerdere debatten heeft 50PLUS al gepleit voor andere en creatieve manieren om de bouwopgave op te lossen, want het lijkt een onmogelijke taak om de komende twee decennia 164.000 nieuw gebouwde woonplekken te realiseren.
Uitstroom personeel in de zorg
Een ander heikel punt in de verpleeghuiszorg is het personeelstekort, dat in de toekomst alleen nog maar groter dreigt te worden. Dat heeft in grote mate te maken met de uitstroom van personeel. Maar liefst 111.000 medewerkers verlieten vorig jaar de zorg. “De werkdruk van het personeel ligt veel te hoog”, vindt Kamerlid Léonie Sazias. “Medewerkers in de zorg moeten zich veel meer kunnen bezighouden met liefdevolle zorg voor de ouderen. Op dit moment is het personeel noodgedwongen bijna uitsluitend bezig met de ene na de andere medische behandeling. Om nog maar niet te spreken over al het verplichte registeren. Als we willen dat er meer personeel in de zorg komt, moet het werk weer aantrekkelijker worden!” •
► Lees hieronder de volledige inbreng van Kamerlid Léonie Sazias bij het debat Toenemende wachtlijsten verpleeghuizen met minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid en welzijn:
“We hebben het over de wachtlijsten in de verpleeghuiszorg. Daar hebben we het al zo vaak over gehad dat ik er eerlijk gezegd een beetje moedeloos van word. Aan de bijdragen van mijn collega’s te horen, sta ik daarin niet alleen. De vraag is of de nu genomen maatregelen voldoende zijn, maar ik denk het niet.
Het aantal indicaties stijgt. Dat verbaast mij eigenlijk niet. Nu gaat de minister eerst onderzoeken waarom die stijging plaatsvindt. Ik hoop niet dat dit betekent dat hij de normen verder gaat optrekken.
TNO heeft geconcludeerd dat er een bouwopgave is van 164.000 plekken in 2040. Dit betekent dat er flink gebouwd zal moeten worden. Op dit moment schiet dat nog helemaal niet op. Hoe ziet de minister dit voor zich? Is het niet mogelijk om dat bouwen anders te organiseren en nu concrete maatregelen te nemen om voldoende plekken te realiseren, zowel voor verpleeghuisvormen als woonvormen die het gat dichten in de periode die voor die datum ligt?
Ik lees ook in de brief dat de minister meer bekendheid wil geven aan het VPT, het Volledig Pakket Thuis, en het modulair pakket thuis, zodat mensen die eigenlijk in een verpleeghuis horen, langer thuis kunnen wonen. Ik vraag mij af of dat efficiënt is. Ik zie het beeld voor me van een middelgrote gemeente – ik neem Goes als voorbeeld – waar verpleegkundigen van verschillende organisaties kriskras door de stad fietsen en rijden. Wat kost nu eigenlijk meer – gewoon een simpele vraag – een volledig pakket thuis of een plek in een verpleeghuis?
Genoeg personeel, ook daar hebben wij het heel vaak over. Ook dat is essentieel voor het oplossen van de wachtlijsten. Mevrouw Ellemeet had het er al over: de commissie Werken in de Zorg heeft een verontrustende conclusie getrokken, namelijk dat de uitstroom van het personeel in het afgelopen jaar nauwelijks is afgenomen. Maar liefst 111.000 medewerkers verlieten vorig jaar de zorg, terwijl wij die zo hard nodig hebben. Dus wat is nu belangrijk om te doen? Er is geld, zegt de minister. Maar de werkdruk voor de verpleegkundigen moet naar beneden. De verpleegkundigen willen graag zorgen. Die willen niet alleen maar de ene medische handeling na de andere hoeven te doen en alles te registreren; ze willen tijd en ruimte om te kunnen zorgen.
De wachtlijsten voor mensen die wachten op een plek in het verpleeghuis van hun voorkeur, de zogenaamde niet-actief wachtenden of wenswachtenden, nemen toe. De minister wil het onderscheid niet laten vervallen, omdat dan niet meer bekend zou zijn welke cliënten actief bemiddeld willen worden. Maar als je een plek afslaat omdat die veel te ver weg is van je huidige omgeving, dan betekent dat toch niet dat je niet meer actief bemiddeld wilt worden? Dat betekent toch niet dat je die plek eigenlijk niet nodig hebt? We hebben daar al eerder naar gevraagd en 50PLUS vindt die termen erg onduidelijk.
Voor het terugdringen van de wachtlijst en voor goede zorg tijdens de overbruggingsperiode is het ook van essentieel belang dat zaken thuis goed geregeld zijn. Die ondersteuning ontbreekt nu vaak. Uit een onderzoek van Alzheimer Nederland blijkt dat de ondersteuning voor mantelzorgers voor hun naasten met dementie en met een indicatie voor een verpleeghuis onvoldoende is. De helft van de mantelzorgers maakt geen gebruik van dagbesteding, huishoudelijke hulp en/of thuiszorg. Dit zorgt voor een toename van het aantal crisisopnames. Hoe gaat de minister de ondersteuning van mantelzorgers verbeteren? Want door de wachtlijsten wordt de druk op die mantelzorgers alleen maar zwaarder.”
© 15 januari 2020