Opstap naar hoger leefbaar loon
Een eenduidig, eerlijker en transparanter minimum uurloon is de basis voor een sociaal aanvaardbaar bestaan. “Een hoger leefbaar loon, dáár gaat het in de kern om”, zegt fractievoorzitter Corrie van Brenk.
In de Tweede Kamer werd het voorstel van PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk behandeld om de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag te wijzigen. De voorgestelde wijziging houdt in dat er één uniform minimumuurloon komt, gelijk voor alle sectoren, en dat het minimum uurloon wordt gebaseerd op een werkweek van 36 uur.
Minimum uurloon
50PLUS heeft waardering voor het voorstel voor invoering van een minimum uurloon, als opstap naar een fundamenteel hoger leefbaar loon. Fractievoorzitter Corrie van Brenk plaatste enkele kanttekeningen en vragen bij mogelijke effecten van het voorstel voor economie, werkgelegenheid en mensen die het minimumloon ontvangen.
AOW moet omhoog
“Een hoger loon vermindert afhankelijkheid van toeslagen en subsidies en kan ook leiden tot een hogere arbeidsproductiviteit”, stelt Corrie van Brenk. Het Kamerlid van 50PLUS benadrukte dat het dringend nodig blijft dat AOW- en andere sociale uitkeringen in algemene zin omhooggaan. “Dat is dringend nodig om armoede tegen te gaan onder mensen die moeten leven van de bijstand of de AOW.”
Vorm van beschaving
50PLUS vindt dat mensen gewoon zonder een wirwar aan toeslagen, subsidies, gemeentelijke minimaregelingen en minimapasjes en ander ‘lapwerk’ uit moeten kunnen komen met hun basisloon, -uitkering of AOW. “Wij vinden dat een vorm van beschaving. Het is om deze reden ook dat wij ons voorstel gelanceerd hebben voor een ingrijpende vereenvoudiging van het fiscale stelsel, in de vorm van een Inkomensafhankelijke Persoonlijke Korting”, aldus Corrie van Brenk. •
► De volledige inbreng van Kamerlid Corrie van Brenk bij de behandeling van de wijziging Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag:
“50PLUS is blij met dit wetsvoorstel van collega Gijs van Dijk waarmee wordt beoogd om te komen tot één eenduidig, eerlijker en transparanter minimumuurloon, als basis voor een sociaal aanvaardbaar bestaan. Een ‘hoger leefbaar loon’. Dáár gaat het in de kern inderdaad om!
Wij vinden het niet meer dan logisch dat iedereen voor ieder gewerkt uur recht heeft op eenzelfde minimumbeloning. Door de huidige systematiek van bepaling van het minimumloon is dat helaas niet het geval. Nederland is een van de weinige landen die géén wettelijk minimumuurloon hebben.
50PLUS is eens met indiener dat de verhoging van het minimum uurloon waar het wetsvoorstel toe kan leiden – maximaal 11% – in principe gerechtvaardigd is. Het minimumloon is immers in de afgelopen decennia stelselmatig achtergebleven bij de gemiddelde lonen en cao-lonen. De koopkracht van werkenden die het minimumloon verdienen is over de afgelopen jaren niet toegenomen. Er is een groeiende groep van werkende armen die, ook als zij een volledige baan hebben, vaak niet goed rond kunnen komen. Een hoger loon vermindert afhankelijkheid van toeslagen en subsidies, vergemakkelijkt de combinatie tussen werk en privé, en kan ook leiden tot een hogere arbeidsproductiviteit. Een transparant en uniform wettelijk uurloon is daarbij van groot belang voor de controle en handhaving van correcte beloning. Het kan ook zorgen voor een betere balans tussen werk en privé.
Dit zijn bij elkaar heel wat voordelen die wij zien van een wettelijk minimum uurloon. Wij zijn echter ook benieuwd naar de visie van de initiatiefnemer op ‘downside’ van het wetsvoorstel en de (mogelijke) nadelen van het wetsvoorstel die er óók zijn.
Kan indiener ingaan op de kwestie van de Normale Arbeidsduur, waar de Stichting van de Arbeid op wijst in haar commentaar? Kan hij bevestigen dat niet getornd zal worden aan de onderhandelingsvrijheid van cao-partijen ten aanzien van de NAD, en dat het wetsvoorstel niet tot precedentwerking zal leiden?
Wij vragen indiener ook in te gaan op de mogelijke sterke loon-verhogende effecten in sectoren waar veel mensen het minimumloon verdienen en een NAD van 38 uur geldt. Zal dit, waar écht sprake is van een loonsverhoging van rond 11% niet leiden tot mogelijk verlies van werkgelegenheid, en minder participatie van kwetsbare mensen aan de onderkant van het loongebouw? Dit klemt te meer in de coronacrisis en de naloop daarvan!
Ook vragen wij indiener in te gaan op de mogelijke doorwerking van een hoger minimum-uurloon op het verdere loongebouw, productiviteitsgroei en economische groei. Wij begrijpen dat indiener verwacht dat de introductie van het minimumuurloon in Nederland het loon vlak ‘boven het minimum ook licht zal verhogen’. Zal het inderdaad daarbij blijven?
50PLUS ziet dit wetsvoorstel als een stap in de goede richting. Het wetsvoorstel zal echter weinig effect hebben voor de groep die al een werkweek heeft van 36 uur per week. Wij vinden dat méér nodig is: een verhoging van het wettelijk minimumloon, en daaraan gekoppelde uitkeringen. Wij hebben daar eerder voorstellen voor gedaan en zullen dat blijven doen.
50PLUS stelt het zeer op prijs dat indiener op ons verzoek een Evaluatiebepaling heeft toegevoegd aan het wetsvoorstel. 50PLUS vindt het belangrijk dat als het minimumuurloon wordt ingevoerd, ook goed gekeken wordt wat het effect daarvan is voor bedrijven, de economie en de mensen die het minimumuurloon verdienen. Eventueel kan dan ná inwerkingtreding van de wet gekeken worden of er nog flankerende maatregelen nodig zijn.
Verhoging van het minimumloon blijkt uit onderzoek niet veel effect te hebben op de werkgelegenheid. Maar is dat ook het geval als het bestaande minimumloon inmiddels relatief hoog is, zoals in Nederland? Ook in dit opzicht vinden wij de Evaluatiebepaling belangrijk. Kan de indiener hier nog op ingaan?
50PLUS steunt de visie van indiener dat het minimumloon zeker als regel gekoppeld moet blijven aan de AOW- en bijstandsuitkering. Dat is noodzakelijk voor het behoud van een fatsoenlijk inkomen voor veel mensen. Het is wél verstandig dat de uniformering van het minimumuurloon op zichzelf niet leidt tot een verhoging van het referentie-minimumloon, waardoor géén effect uit gaat van het wetsvoorstel op zich, op de uitgaven aan uitkeringen. Het referentiemaandloon blijft immers gelijk.
Wij bevestigen nog eens nadrukkelijk dat het dringend nodig blijft, dat AOW- en andere sociale uitkeringen in algemene zin omhooggaan. Dit is dringend nodig om armoede tegen te gaan onder mensen die moeten leven van de bijstand of de AOW. Wat wil de initiatiefnemer op dit punt gaan doen? Welke verhoging acht hij wenselijk en verdedigbaar en hoe wil hij dit bereiken. Vindt hij het niet mét 50PLUS onwenselijk, dat mensen met een uitkering of alleen AOW en een minimaal pensioen in de praktijk afhankelijk zijn van tal van toeslagen, subsidies en gemeentelijke minimavoorzieningen om aan een ‘leefbaar inkomen’ te komen? Wat moet er volgens hem veranderen om uitkeringsgerechtigden en AOW’ers mee te nemen naar een leefbaarder standaardinkomen? Kan de initiatiefnemer hier nog eens op ingaan?
Tot slot: 50PLUS is blij met dit voorstel. Het is een moedige en praktische opstap naar een structureel hoger minimumloon, door indiener terecht omschreven als een ‘leefbaar loon’, een loon dus waar je gewoon van kan leven. Wij zijn op dit punt benieuwd naar het initiatiefwetsvoorstel van de SP, ook al is de timing midden in een economische crisis wellicht niet optimaal. Het principe steunen wij voluit, en hebben wij gesteund met voorstellen voor verhoging van het minimumloon in de afgelopen jaren.
50PLUS vindt dat mensen gewoon zonder een wirwar aan toeslagen, subsidies, gemeentelijke minimaregelingen en minimapasjes en ander ‘lapwerk’ uit moeten kunnen komen met hun basisloon, -uitkering of AOW. Wij vinden dat een vorm van beschaving. Het is om deze reden ook dat wij ons voorstel gelanceerd hebben voor een ingrijpende vereenvoudiging van het fiscale stelsel, in de vorm van een Inkomensafhankelijke Persoonlijke Korting. Wij hopen daarvoor in de komende tijd steun van pleitbezorgers voor een hoger minimumloon, en andere partijen in de Kamer.”
© 9 september 2020